Tuchtklacht tegen verpleegkundige: wat moet je doen?
Tuchtklachten bij verpleegkundigen komen niet vaak voor. Maar wat als het wel gebeurt? Wij zien vaak dat mensen niet goed weten hoe je op een tuchtklacht moet reageren. Een aantal tips en tricks voor het geval dat je onverhoopt geconfronteerd wordt met een tuchtklacht.
Het is mei 2019. Een patiënt wordt opgenomen in het ziekenhuis op de afdeling Heelkunde. Op zaterdag 18 mei 2019 heeft de familie van de patiënt bij de verpleegkundige meerdere keren gevraagd of er een dokter kon komen. Volgens de familie gaat het niet goed met de patiënt. De verpleegkundige voert daarom verschillende controles uit, maar daar komen geen afwijkingen uit. Contact met de arts is volgens haar daarom niet nodig. Op aandringen van de familie, wordt de dienstdoende arts later toch gebeld. Aan de familie wordt uitgelegd dat het nog even kan duren voordat hij er is, omdat het weekend is en de arts het op dat moment bovendien druk heeft. ’s Avonds zakt de patiënt naast zijn bed in elkaar en wordt de reanimatie gestart. Een uur later overlijdt hij, met zijn familie om zich heen.
Deze casus heeft geleid tot een tuchtklacht. Dat komt bij verpleegkundigen relatief weinig voor, maar toch kan jij als verpleegkundige geconfronteerd worden met een tuchtklacht. Omdat patiënten steeds mondiger worden, weten ze de weg naar een van de regionale tuchtcolleges steeds beter te vinden. Klachten, en zeker tuchtklachten, hebben vaak een grote impact op zorgaanbieders. Het is daarom belangrijk om je goed voor te bereiden.
Het merendeel van de tuchtklachten is ongegrond
In de eerste plaats is het belangrijk om je te realiseren dat de meeste tuchtklachten ongegrond verklaard worden. Verder is het goed om het doel van het tuchtrecht te onthouden. Het gaat er niet om dat de klagende partij gelijk krijgt, maar dat de kwaliteit van de gezondheidszorg bewaakt en bevorderd wordt. Er wordt dus niet gekeken of je als verpleegkundige beter had kunnen handelen, maar of je binnen de grenzen van een ‘redelijk handelend beroepsgenoot’ bent gebleven. Om die reden zijn de tuchtnormen in de wet BIG open en algemeen geformuleerd. Deze normen worden vervolgens verder uitgewerkt in bijvoorbeeld de regels en normen die door de beroepsgroep zelf zijn geformuleerd.
Als jij als verpleegkundige geconfronteerd wordt met een tuchtklacht, is het belangrijk om deze serieus te nemen. Maar verlies daarbij niet de realiteit! Fout gegaan is namelijk niet altijd fout gedaan. Hoe vervelend ook, niet alle cliënten en patiënten worden beter of raken van hun klachten af. Toch wil dat niet direct zeggen dat er iemand als ‘schuldige’ aangewezen kan worden. Er kan sprake zijn geweest van een complicatie, een incident of een calamiteit.
In die gevallen is er zeker iets misgegaan, maar er kan niet zomaar gezegd worden dat de verpleegkundige (of andere zorgverlener) iets verkeerd heeft gedaan. Pas als het tuchtcollege oordeelt dat je als zorgverlener niet hebt gehandeld zoals van een redelijk handelend beroepsgenoot verwacht mag worden, heb je te maken met een tuchtrechtelijk verwijt.
Dit is wat je als verpleegkundige kan verwachten bij een tuchtklacht
Toch zal het even schrikken zijn als er een brief van het tuchtcollege op de mat valt. Het is dan ook belangrijk om niet meteen vanuit je emotie te reageren, al is dit makkelijker gezegd dan gedaan. Neem even de tijd om de klacht op je in te laten werken, zoek contact met iemand die je in vertrouwen kan nemen en schakel eventueel rechtsbijstand in.
Het is niet noodzakelijk om een jurist of advocaat in te schakelen, maar dit is wel aan te raden. De jurist is namelijk niet bij de zaak betrokken, heeft geen relatie met de betrokkenen en staat daardoor verder van de zaak af. Hij of zij is daarom in staat om een zakelijk, feitelijk en juridisch juist verweer te voeren, zonder dat emoties de overhand nemen. Bovendien kan een jurist ook de hele procedure met je doornemen en je voorbereiden op een eventuele zitting.
Tijdens de procedure bij het tuchtcollege is het van belang dat je een coöperatieve houding hebt. Laat zien dat je meewerkt en dat je in staat bent om naar jouw eigen handelen als verpleegkundige te kijken. Geef aan of er dingen zijn die achteraf anders hadden gekund, maar ook of je bepaalde zaken in de toekomst anders aan gaat pakken. Het doel van het tuchtrecht is, zoals gezegd, het bewaken en bevorderen van de kwaliteit van de individuele gezondheidszorg. Kritisch naar je eigen handelen kijken, betekent leren van de keuzes die je maakt. Precies dat draagt bij aan de bevordering en bewaking van de kwaliteit van de gezondheidszorg.
Tot slot nog een laatste tip: in principe zijn alle zittingen bij de tuchtcolleges openbaar. In jouw rol als verpleegkundige is het daarom een goed idee om eens een zitting bij te wonen. Mocht je dan ooit geconfronteerd worden met een tuchtklacht, ben je al enigszins voorbereid. Je weet dan ongeveer hoe een zittingszaal eruit ziet, hoe de opstelling van het tuchtcollege is en op welke manier de partijen benaderd worden.
Het oordeel van het tuchtcollege
Bij de casus aan het begin van dit verhaal, heeft de echtgenoot van de patiënt uiteindelijk een tuchtklacht ingediend tegen de verpleegkundige. Volgens de echtgenoot had de verpleegkundige onvoldoende zorg verleend, het verpleegkundig dossier onvoldoende bijgehouden en de patiënt en zijn familie onheus bejegend.
Het tuchtcollege merkte op dat het er in tuchtzaken niet om gaat of de aangeklaagde verpleegkundige beter had kunnen handelen. Dat was wellicht wel zo, maar dat was niet relevant. De vraag die het College moet beantwoorden is of de beklaagde binnen de grenzen van een redelijk bekwame beroepsuitoefening is gebleven. Dat wil zeggen dat er gekeken wordt naar of zij heeft gehandeld als een redelijk bekwame en redelijk handelende verpleegkundige. Het tuchtcollege oordeelde dat de verpleegkundige niet buiten de grenzen was getreden van wat van haar als redelijk handelend verpleegkundige kon worden verwacht. Om die reden werden alle klachten uiteindelijk ongegrond verklaard.