De krab- en bijtwonden zaten op mijn armen…
Twee dagen voor de bruiloft van mijn zusje moest ik nog een late dienst werken. Mijn dienst was bij een instelling voor verstandelijk gehandicapten waar geregeld agressie voorkwam.
Twee dagen voor de bruiloft van mijn zusje moest ik nog een late dienst werken. Mijn dienst was bij een instelling voor verstandelijk gehandicapten waar geregeld agressie voorkwam.
De impact van een ziek kind valt niet te onderschatten. In onze ogen krijgt het kind misschien ‘alleen maar’ sondevoeding. Voor ouders kan dat echter heel anders aanvoelen.
Verpleegkundige Floor werd in 2010 via Artsen zonder Grenzen uitgezonden naar Haïti, toen het land getroffen werd door een zware aardbeving. Nu is zij recruiter voor medisch personeel bij Artsen zonder Grenzen.
Hij was al jaren aan het lijden. Alle handelingen deden hem pijn, de lach op zijn gezicht was weg. Als leerling durfde ik niet te zeggen dat ik eigenlijk ook wel een beetje opgelucht was dat hij uit zijn lijden verlost was.
Verpleegkundige Olaf stuurt in zijn dagelijkse werk twee teams aan, maar de meeste voldoening haalt hij uit zijn vrijwilligerswerk. Als Wensenrijder brengt hij wensen van terminale patiënten in vervulling.
“Ik moet er niet aan denken dat ik mijn werk niet langer zou kunnen doen”, beweert Anthea met overtuiging. Als zelfstandige is zij gespecialiseerd in palliatieve zorg aan huis, vanuit haar werk als HBO-verpleegkundige.
Ouders zijn verdrietig. Net vader en moeder geworden van hun tweede kindje. Helaas zullen ze al snel afscheid van hem moeten nemen, hij zal niet lang meer leven.
Ze vond het niet leuk maar hield zich kranig. Zoals beloofd mag ze een sticker uitzoeken, eentje voor haar verzameling. Schriften vol met stickers heeft ze. Dat doen haar ouders al sinds haar eerste ziekenhuisbezoek.
We hebben regels, normen en waarden, waarmee we het leefbaar proberen te houden, anders grijpen we in. Toch is er niet overal een kant-en-klaar stappenplan voor, bijvoorbeeld bij deze situatie met een verwaarloosde burger.
Ik bedacht me dat ’tot ziens’ geen juiste afscheidszin was. Het was namelijk wel duidelijk dat ik deze meneer niet weer zou treffen. Maar wat zeg ik dan wel? Poeh! Ik vond dat best lastig. Toen mijn dienst begon wist ik het nog niet.