Afgelopen december ben ik bevallen van een prachtige dochter. Na een periode van zes weken kraamverlof mag ik weer aan het werk. Werk dat ik heel graag doe, maar waarbij ik me nog regelmatig afvraag: “Hoe doe ik dat dan allemaal?”
In eerste instantie is mijn belangrijkste taak moeder zijn. Deze taak wil ik goed, boven verwachting en vol liefde uitvoeren. Mijn leven was voor de geboorte best wel overzichtelijk: ik werk (veel), ik heb een rijk sociaal leven, geen grote problemen. Maar al deze rollen: dochter, directeur, vriendin, echtgenote, collega, buurvrouw, hond-uitlaatster; het lijkt allemaal wat minder belangrijk.
Gewoon mama zijn
Ik wilde na de geboorte nog maar één ding: met rust gelaten worden en moeder zijn. Hoe ik dat laatste moest doen; daarvoor had iedereen wel een advies… En ik? Ik wilde even niets anders dan gewoon mama zijn. Want alleen dat al vond ik erg zwaar. De verantwoordelijkheid, de zorgen. ‘Hoe hard rijden de auto’s in de straat?’ dacht ik ineens en ‘Hoe moet ze dan veilig oversteken?’ of ‘Straks krijgt ze liefdesverdriet!’ Ja ik weet het, zorgen voor later, want het lieve kind is nog maar vier maanden oud, maar over álles maakte ik me zorgen. De zorgen die ik voor de geboorte had (‘Hoe gaat het met het bedrijf, de medewerkers, politiek, zorg in Nederland?’) verschuiven allemaal naar de achtergrond. De praktische zaken, daar kom ik wel uit, als verpleegkundige weet je immers wel iets en kan je zaken aardig inschatten, maar ook dat gaat in dit geval bij mij niet op. Want het is je eigen kind. Dat is toch heel anders dan je cliënt.
Weer aan het werk
Na zes weken ben ik weer langzaamaan begonnen met werken. Als ondernemer kan ik gelukkig zelf een draai aan de dag geven. Zo begon ik met twee derde dagen werken, niet te lang, en bouwde dat langzaam op naar vijf dagen. Mijn man zorgt fulltime voor onze dochter. Een bewuste keuze en wat mij betreft echt een voorrecht. Na een paar lesjes ‘hoe verzorg je een baby’ was mijn man er klaar voor en kon ik met een gerust hart aan het werk. Alleen, mijn mamahart huilde… En niet een klein beetje, maar heel hard. Dat mensen dat niet gehoord hebben, is me nog een raadsel. Hoe kon ik haar ‘achterlaten’? Ze is overigens in de allerbeste handen van mijn man die haar met meer dan alle liefde van de wereld verzorgt. Maar het is het ‘mama zijn’. Je wilt troosten als het nodig is, voeden als ze honger heeft, spelen als ze vrolijk is en haar in slaap wiegen als ze moe is.
Beheersing
Voor de buitenwereld leek het allemaal goed te gaan. Maar achter de schermen heb ik mijn man vaak gebeld of geappt om te vragen of het allemaal goed ging en of hij misschien een videootje en een paar foto’s kon sturen. Bij het zien van ‘gekke’, gezellige foto’s wilde ik het liefst meteen in de auto springen en naar huis rijden, maar ik heb me kunnen beheersen. Er was tenslotte genoeg te doen op het werk, maar toch heb ik me, door het gemis naar mijn baby, weleens afgevraagd: bestaat hier geen hulp voor? Het is toch niet te doen dat we dit allemaal maar gewoon doen? En dan heb ik nog niet eens te klagen. Hoe doen anderen dat? Stel je voor dat je baby veel huilt en je moet nog werken? Niet te doen, zeg ik.
De nacht
Zover het emotionele gedeelte. Over naar het praktische: hoe zorgen we voor onze dochter? De nachten wisselen we af. Ik neem haar de ene nacht mee, mijn man de andere. Gelukkig komt ze maar twee keer per nacht, dus dat valt erg mee. ’s Morgens om zevn uur staan we op, we douchen samen, mijn man laat de hond uit nadat ze is aangekleed en ik ontbijt ondertussen met een broodje en een kop koffie. Dit leest als een ideale situatie, maar bedenk: koude koffie, half broodje, omdat de baby huilt en getroost wil worden, door de kamer wil wandelen of wat anders, dan proberen naar de wc te gaan, maar als de baby huilt, blokkeer ik alweer, half uitgespoelde haren, omdat je moet opschieten en een onderbroek aantrekken die achterstevoren zit, waar je pas om half elf achter komt, omdat ik ineens bedenk dat ‘ie niet lekker zit om vervolgens rond half negen de auto in te gaan… Ik zorg ervoor dat ze voor zeven uur haar melk heeft gehad. Daarbij bereid ik ’s avonds vast alles voor: ik leg haar en mijn kleren klaar en zet de koffie klaar zodat ik alleen nog maar op ‘aan’ hoef te drukken. Overdag neemt mijn man de zorg op zich en als ik thuiskom neem ik het weer over. Het weekend hou ik haar lekker bij me en verdelen we de taken net zoals het uitkomt.
Andere situatie dan collega’s
Daarbij komt dat ik overdag werk en in principe geen avonden en nachten. Ik werk wel ’s avonds, maar dat is thuis achter de pc. Dat is toch anders dan dat je naar je werk moet en van huis bent. Ik vind het zo ontzettend knap hoe andere verpleegkundigen dat doen! Zoals ik van mijn collega’s hoor: oppas, gastouder, ouders, schoonouders, het is soms een crime om zaken geregeld te krijgen. Ik begrijp mijn collega’s nu beter. Ik begreep ze altijd wel hoor. Maar nu begrijp ik wat een stress het geeft als je werkgever vraagt of je wat extra kunt werken vanwege ziekte. In de zorg wil je voor je cliënten zorgen, maar ook thuis zijn. Dat maakt het zo dubbel; die verantwoordelijkheid die je steeds aan twee kanten voelt. Het dubbele schuldgevoel als we tegen een van de twee ‘nee’ zeggen. Gelukkig hebben wij weinig zieken en genoeg medewerkers. Maar toch, als zo’n situatie zich weer voordoet dat werkende moeders gevraagd worden, zal ik dat met een heel ander gevoel doen.