Barbara is psycholoog en woont op Bonaire. Ze helpt mensen die dat nodig hebben, maar heeft zelf ook therapie gehad. Via schematherapie leerde ze dat haar verslavingen een coping waren voor eenzaamheid. In deze zorg blog vertelt ze over het nut van therapie en waarom het zo lastig is om hulp te zoeken.
Toen ik 24 jaar was gingen mijn ouders uit elkaar. Een klap die ik op dat moment niet kon verwerken, omdat ik te druk was met studeren en mijn leven in Amsterdam. Toen mijn relatie uitging en ik weer in Arnhem ging wonen, kwam de klap wel. Het ouderlijk huis was voor mijn gevoel ineens weg en ik had geen afscheid genomen. De band met mijn vader was heel erg verslechterd en dat maakte me in de war. Ik voelde dat ik hulp nodig had en trok aan de bel.
De eerste stappen in de ggz
Ik kwam bij een hele lieve psycholoog terecht. Doordat ik zelf psychologie had gestudeerd, vroeg zij mij aan welke diagnose ik zat te denken. “Geen een”, was mijn antwoord. “Weet je het zeker?” vroeg ze nog, terwijl ze DSM pakte. Ik wuifde het weg. Ik weet niet of het schaamte, trots of een mix was. Maar wat had ik het toen zwaar, besef ik mij nu.
De therapie was heel fijn. Ze hielp mij duidelijker in kaart te brengen hoe ik om wilde gaan met het contact met mijn vader. Ik had eindelijk eens de tijd om alles langzaam te doen, na dat snelle leven in Amsterdam. Ik begon mij veilig te voelen in mijn huis in Arnhem en begon mijn eigen grenzen te bewaken. Ik kwam los, maar ik ontwikkelde wel allerlei verslavingen.
Verslavingen door eenzaamheid
Het heeft me lange tijd gekost om dit door te hebben, omdat ze enkelvoudig niet ernstig waren. Bij elkaar genomen was ik altijd bezig met eten, seks, alcohol, drugs, roken en geld uitgeven. In willekeurige volgorde. Ik was net niet te dik, had seks als een kerel en als ik dronk kwam mijn alfa-kant naar boven. Ik gebruikte net iets vaker dan 1 keer per maand (mijn afgesproken limiet) drugs, ik rookte een paar sigaretten in de week en had altijd of heel veel geld of helemaal niets. Ik kon dit redelijk undercover houden en vertelde ook nooit alles.
Ik kan het me niet meer goed herinneren, maar op een gegeven moment werd het me allemaal te veel. Want eigenlijk was ik gewoon hartstikke eenzaam. Ik meldde me aan voor schematherapie en kon vrij snel beginnen. De psycholoog, deze keer niet lief, hield mij continu een spiegel voor. Ik was zo druk en ongeremd, terwijl zij rationeel en berekenend was. De opdrachten sloegen snel aan en het werd mij duidelijk dat ik niet steeds in situaties belandde, maar dat ik hier wel degelijk zelf controle over had.
Leer om hulp vragen
De laatste jaren ben ik heel erg veranderd. Ik heb innerlijke rust en voel mij gegrond. Dit is gelukt doordat ik om hulp heb gevraagd, een sticker op mij liet plakken en omdat ik naar Bonaire ben geëmigreerd. Ik kan mij voorstellen dat het voor de meeste mensen heel erg lastig is om om hulp te vragen. Daarnaast is het ook lastig om tijdens die hulp je grenzen aan te geven. Men geeft vaak op wanneer er geen klik is met de psycholoog of het voelt vaak als ‘moeten’, terwijl het eigenlijk een vorm van zelfliefde is om om hulp te vragen.
Wij worden niet opgegroeid met hulp krijgen. Op school al vinden we het lastig om om hulp te vragen. Maar hoe moet je dan weten wat passend is? Daar is bijvoorbeeld een praktijkondersteuner (POH-GGZ) voor. Elke huisartsenpraktijk heeft er een en zij kunnen voorwerk doen, als overbrugging dienen of samen uitzoeken welke therapie/psycholoog passend is. Mijn ideale wereld zou er een zijn waarbij iedereen gewoon open met elkaar praat. Tot die tijd doe ik dat in ieder geval en steek ik mijn hand uit naar diegenen die dat nodig hebben. Doe jij dat ook?