Iedere verpleegkundige of verzorgende herkent het wel: die ene patiënt. Een persoon die je bijblijft, die je je nog goed herinnert. Op jouw eigen pad gekomen en weer weggegaan, maar in je gedachten nog altijd aanwezig. Bij verpleegkundige Marieke was dat Anna. Ze schrijft erover.
Het is al jaren geleden. Ik werk een kleine twee jaar als wijkverpleegkundige en net voor kerst krijg ik de aanmelding van het transferbureau uit het ziekenhuis. Het is zover: Anna komt naar huis. En deze keer komt ze om er te overlijden.
Rauw versus rouw
Ik ontmoet haar voor het eerst in de zomer, ruim anderhalf jaar eerder. Ze krijgt een behandeling tegen de gemetastaseerde borstkanker waar ze tegen strijdt. Maar Anna verdraagt de behandelingen niet, ze is enorm ziek. Zo ziek dat ze hulp nodig heeft bij het toedienen van sondevoeding en hulp bij haar persoonlijke verzorging. Ons wijkteam staat voor haar klaar.
We maken haar van dichtbij mee en mogen een tijdje deelgenoot zijn van haar leven. De moeilijke periode tijdens de chemo is voor Anna heftig, maar dit weegt niet op tegen de dag waarop het bericht komt dat haar dochter verongelukt is. Dit rauwe, overweldigende verdriet overspoelt alles. Rauw versus rouw.
Ik herinner me onze gesprekken, Anna is ook verpleegkundige geweest en zo open over alles. Ze maakt indruk. Haar power, haar strijdlust, maar ook het tonen van haar verdriet en machteloosheid.
Ze heeft alles zelf geregeld
Op de dag voor kerst komt ze thuis en starten we haar zorg opnieuw op. Anna vertelt dat ze gelukkig is. Onlangs is ze voor de tweede keer getrouwd, dit keer met haar grote liefde. Er hangt een bijzonder mooie, groene jurk aan een hangertje aan de kast. Trots wijst ze ernaar, haar trouwjurk.
Anna wil graag thuis overlijden, in haar eigen omgeving. Ze heeft alles zelf geregeld. Ze vraagt of wij haar willen afleggen, mocht het moment daar zijn. Ze geeft aan dat het haar troost te weten dat ze straks haar dochter weer zal zien. Anna heeft nog zes weken geleefd.
Op een vroege dinsdagochtend krijg ik het telefoontje van haar man: Anna is overleden. In de grote huiskamer vol witte meubels en accessoires, hangt de groene trouwjurk. De subtiele lovertjes glinsteren in de stralen van de zon, die voorzichtig door de ramen naar binnen schijnt.
Een surrealistische situatie
Mijn collega en ik gaan aan de slag. Stil, beide in onze eigen gedachten. De prachtige trouwjurk draagt Anna nu voor het laatst. Het is fijn dat we dit voor deze heel bijzondere vrouw nog mogen doen. Het voelt zelfs wat surrealistisch: de stilte, de feestelijke jurk, de prachtige vrouw, de grote witte kamer, de dood.
Anna blijft me bij. Ik heb zoveel van haar geleerd. De kracht van de liefde, de pijn van afscheid nemen en loslaten, van opnieuw beginnen en niet opgeven. Haar kracht en het deelgenoot maken van anderen. Anna raakte vele levens en ik had het geluk haar te mogen kennen.