Verpleegkundige Janna werkt nu bijna zes jaar op een klinische afdeling binnen de ggz. En ja, ook hier overlijden mensen op natuurlijke wijze. Echter is er in de ggz nog weinig kennis over palliatieve zorg. En dat moet veranderen, vindt Janna! Want ook cliënten met een psychische kwetsbaarheid hebben recht op een hoge kwaliteit van leven én sterven. Ze schrijft erover.
Al jaren draag ik een warm hart voor de palliatieve zorg. De tijd dat ik in het verpleeghuis werkte, heb ik me hierin verdiept en dit thema heeft me nooit meer losgelaten. De dood ligt vast. Wanneer weten we niet, maar dat het komt is zeker. Zo ook voor mensen met een psychiatrische aandoening.
Voordelen
Sinds een half jaar heb ik, samen met mijn collega, opnieuw een training palliatieve zorg voor verpleegkundigen gevolgd. Met de werkgroep binnen de ggz streven we naar meer draagvlak en kennisverhoging. Samen met mijn collega gaan we gesprekken aan in de teams en dagen we zorgverleners uit om het gesprek aan te gaan met de cliënten. Het gesprek over hoe de cliënt de laatste levensjaren voor zich ziet, wat hij of zij nog zou willen en wat juist niet, en hoe deze tegen de dood aan kijkt (ofwel de levenseindegesprekken).
Belangrijke vragen om de kwaliteit van leven en sterven te verhogen. En naast dat dit de kwaliteit verhoogt, zorgt het praten over levenseinde volgens schrijvers Bruntink en Overman (2021) ook voor verbinding, vermindert het de angst, geeft het rust, helpt het bij het afscheid nemen en, niet geheel onbelangrijk, bij het realiseren van wensen en voorkomen van crisissituaties.
Hoe ga je het gesprek aan?
Maar praten over het levenseinde blijkt niet makkelijk. Veel collega’s ervaren de nodige drempels. Hoe begin je erover? ‘Het is niet aan mij om dit gesprek aan te gaan’ en ‘Het leven van cliënten is al zo zwaar, een gesprek over de dood maakt dat niet luchtiger’ zijn enkele reacties die wij horen als we vragen naar die drempels.
Bruntink en Overman (2021) schrijven vier scenario’s waarin het verstandig is om een levenseindegesprek aan te gaan, namelijk:
- Er is sprake van ouderdom en/of hoge kwetsbaarheid
- Er is sprake van een levensbedreigende ziekte
- Er is sprake van palliatieve zorgverlening
- Er is sprake van een acute, levensbedreigende aandoening
Binnen de klinische setting in de ggz zijn deze allen aan de orde. Cliënten staan bij voorkeur al 3-0 achter als het gaat om een hogere kwetsbaarheid. Onder andere door de gemiddelde leefstijl: roken, middelenmisbruik, eenzijdig eten, weinig beweging, stress en spanningen, etc. Maar ook door de psychische aandoening en de bijwerkingen van de medicatie: aankomen in het gewicht, verstoorde slaap en –waakritme, etc.
Daarnaast zie ik veel mensen met chronische aandoeningen als COPD, diabetes en hart- en vaatziekten. Tot slot ervaren en benoemen mensen met een psychische kwetsbaarheid (vooral bij schizofrenie maar ook bij andere aandoeningen) sensaties en prikkels anders, dus ook lichamelijke prikkels. Hierdoor kunnen lichamelijke klachten soms langer onopgemerkt blijven bestaan, waardoor diagnostiek vaak (te) laat plaatsvindt.
Praat juist wel over het levenseinde in de ggz
Mijn ervaring is dat veel cliënten weleens nagedacht hebben over hun levenseinde. Zij ervaren hun psychische kwetsbaarheden ook, zien mensen om zich heen overlijden en ervaren de lichamelijk ongemakken wel degelijk (al is het anders). Dus zie je dan niet juist de cliënt als holistische persoon door wel over het levenseinde te praten? En, het gesprek gaat niet alleen over cremeren of begraven, wel of niet reanimeren. Het gaat juist over die diepere lagen. Het kan gaan over hoop en verwachtingen van het (resterende) leven, kwaliteit van het leven en angsten voor het doodgaan.
Tot slot duren denkprocessen binnen de ggz wat langer: cliënten met psychische kwetsbaarheden hebben meer tijd nodig om na te denken over bepaalde zaken. Door op tijd het gesprek over levenseinde aan te gaan, krijgt de cliënt ook de tijd en ruimte om hier op zijn of haar eigen tempo over na te denken.
Luister onze podcast over palliatieve zorg
In onze podcast De Interventie zijn we het gesprek aangegaan met verpleegkundig specialist Merel de la Combé, die veel ervaring heeft met het verlenen van palliatieve zorg. In een half uur praten we over alles wat er bij deze zorg komt kijken. Hoe pak je die laatste levensfase aan? Wat kan je allemaal nog doen om iemand comfortabel te maken? En hoe kom je als zorgverlener eigenlijk van je eigen angst voor de dood af? Je kan deze aflevering ook beluisteren via Spotify of alle andere podcast apps.