Een verpleegkundige is zwanger en werkt als flexwerker in een verzorgingstehuis voor ouderen. Haar managers volgen de richtlijnen van het RIVM. Zwanger of niet: doorwerken is een vereiste. Maar wat een eventuele besmetting voor gevolgen kan hebben op de foetus, is nog onbekend.
“Ik zou het mezelf nooit vergeven als mijn kind straks een longafwijking heeft,” begint een verpleegkundige (26) die in de 26e week van haar zwangerschap zit. Uit angst om haar baan te verliezen wil ze haar verhaal alleen anoniem met NurseStation delen.
Onderzoeken uit China doen vermoeden dat geboren kinderen van moeders geïnfecteerd met het coronavirus, geen afwijkingen vertonen. Toch is er veel onduidelijk en zijn dit vooralsnog magere onderzoeken. “We weten niet of het kwaad kan,” hoort de verpleegkundige vanuit alle hoeken: de gynaecoloog, de verloskundige en haar zorgmanagers zeggen het allemaal. “Toch ben ik verplicht om op mijn werk te verschijnen,” vertelt ze.
“Deze onduidelijkheid ben ik beu,” vervolgt ze. “Het is maar afwachten wat zo’n virus achteraf doet met de foetus. Ik voel mij verantwoordelijk om mijn ongeboren kind te beschermen. Je wil niet de eerste zwangere zijn waarvan later blijkt dat een besmetting gevolgen heeft gehad op je eigen kind.”
Werken aan het front
Schorten, handschoenen en handgels zijn de beschermingsmiddelen die worden gebruikt. Mondkapjes kunnen alleen bij een uitbraak gebruikt worden. “Deze kunnen bewoners een onveilig gevoel geven. Maar er is ook een tekort,” zegt ze. “Maar toen eerder een ander virus op de werkvloer uitbrak, waren ze onbeperkt tot onze beschikking.”
Contact met bewoners is onvermijdelijk en de 1,5 meter-regel is niet te realiseren binnen verpleeghuizen. In ongeveer 900 van de 2500 verpleeghuislocaties is minstens één bewoner besmet, becijferde gezondheidsdienst RIVM afgelopen week.
“Ik ben heel alert als er iemand niest bijvoorbeeld.” Voor haar is er een duidelijke grens om te stoppen met werk. “Als er een collega positief getest wordt op corona, dan ga ik niet naar mijn werk. Wanneer dat niet getolereerd wordt, neem ik ontslag,” vertelt ze.
Hierna betere waardering voor de zorg
Toch wil ze het liefst doorgaan: “Werken in de zorg is het mooiste wat er is. Ik hoop diep van binnen dat de Tweede Kamer na deze periode inziet wat de zorg inhoudt en wat er allemaal bij komt kijken. Waardering en gezien worden, dat zou fijn zijn. En dan bedoel ik niet een bosje bloemen van de bloemist of gebak van de bakkerij. Misschien in de zin van een financiële bonus of een hoger loon. Want vergeleken met andere beroepsgroepen, is het krom: de zorg moet áltijd door.”