Werkblunders, oeps-momenten, of ‘dat had ik beter niet kunnen zeggen’ situaties. Die kennen we allemaal toch? Er is bijna geen sector menselijker dan de zorg, dus natuurlijk zijn er ook regelmatig blunders.
Tsja, ik ben van mezelf een flapuit, een directe dame met mijn hart op mijn tong, soms net wat te impulsief. Achteraf denk ik dan weleens: waarom kan ik mijn mond niet houden?
Stemmen in het hoofd
De telefoon gaat voor de zesde keer in drie minuten tijd. Ik zie op de display dat het meneer A. is, een man die ik nu ruim een half jaar begeleid. Hij heeft veel humor en houdt wel van een grapje. Meneer A. is bekend met schizofrenie. Hij hoort stemmen in zijn hoofd van engelen die lief voor hem zijn. Maar hij hoort ook stemmen die hem waarschuwen of waarvan hij oorlog moet voeren.
Door deze stemmen wil meneer A. de verpleegkundigen graag alert houden. Hij kan daarbij erg dwangmatig zijn. Als hij belt, moet hij gehoord worden. Als je dat niet doet, blijft hij bellen. Steeds maar weer. De telefoon rinkelt achter elkaar door.
Zoals altijd belt meneer A. met de volgende mededeling: “Jullie komen in de krant, doei.” Hij hangt op. Ik leg mijn telefoon neer en ga verder lunchen. Na drie minuten belt hij terug. Ik kies ervoor om de telefoon deze keer even niet op te nemen.
Voor de afwisseling
Ik weet wat er gaat komen, want ook dit is vaste prik. Hij belt namelijk lachend terug om te vragen of we geschrokken zijn, want we komen helemaal niet in de krant! “Maar wel blijven opkomen voor de zwakkere en de sterke aanpakken!” voegt hij er steevast nog aan toe.
Nadat de telefoon voor de zevende keer overgaat, besluit ik op te nemen. Voor de afwisseling doe ik me nu eens een keer voor als de receptie van de Telegraaf. Aan de andere kant van de lijn klinkt een verbaasde stem en ik besef me: dit is niet meneer A., maar een casemanager. Oeps, verkeerde! Gelukkig hebben we er met zijn allen wel smakelijk om kunnen lachen.
Wil jij jouw werkblunder ook (anoniem) opbiechten? Mail dan naar redactie@nursestation.nl!