Werken in de thuiszorg is een vak apart. Je werkt in iemands persoonlijke omgeving en krijgt daardoor veel meer menselijke kanten te zien. Een prachtig vak, maar soms ook lastig om los te laten.
“Ik ga van dorp naar dorp en van boerderij naar boerderij,” vertelt IG-verzorgende Lidie Voorend. “In mijn werk bij Highcare doe ik precies waar ik voor opgeleid ben, maar ik voel ook echt de vrijheid om aan te geven wanneer ik me niet bekwaam genoeg voel voor het uitvoeren van een handeling. Zo voel ik me bijvoorbeeld niet prettig bij het zetten van intramusculaire injecties. Niet omdat het heel lastig is, maar omdat ik er bijna nooit mee in aanraking kom. Die kennis is gewoon weggezakt. Daarom is het fijn dat ik altijd terug kan vallen op collega’s die daarbij inspringen.”
Ook voor de cliënten is dat belangrijk, legt ze uit. “Zij merken het meteen als je niet zelfverzekerd bent. Juist door het aangeven van je grenzen, creëer je een veilig gevoel. Daardoor zal iemand ook sneller het achterste van zijn tong laten zien en dat heb je in dit werk echt nodig!”
Later instromen in de thuiszorg
Zelf werkt Lidie ‘pas’ negen jaar in de zorg. Hiervoor deed ze van alles. Van landbouwkundige tot HR manager voor Artsen zonder Grenzen in Sudan. Ze is zelfs een tijdje aan de slag geweest als docente economie. Dat ze in de zorg zou gaan werken, had ze nooit verwacht. Lidie: “Ik dacht niet dat ik het leuk zou vinden om met oude of zieke mensen te werken. Maar soms komen er talenten naar boven waarvan je niet wist dat je ze hebt.”
Het mooie van die afwisselende levenservaring, is dat Lidie hierdoor makkelijk raakvlakken weet te vinden met haar cliënten. “Doordat wij echt bij mensen thuis komen, is het contact vaak veel intiemer. Je praat ook over koetjes en kalfjes, mensen willen graag gehoord worden. Dan is het fijn als je oprechte interesse hebt en herkenning kan vinden.” Daardoor ziet zij ook dat oudere cliënten het vaak lastiger vinden om aansluiting te vinden bij jonge starters. “Daar kan je zelf helemaal niks aan doen natuurlijk”, lacht ze. “Maar herintreders en zij-instromers zijn echt van harte welkom!”
De ideale thuiszorg-collega
In een ideale collega ziet zij daarom graag mensen die hun onderbuikgevoel kunnen gebruiken. “Niet alleen in het signaleren, dat gebeurt al heel goed. Maar juist ook in de communicatie”, vertelt ze. “Het is een wereld van verschil of je iemand gelijkwaardig benadert, in plaats van te gaan ‘dokteren’ en voor te schrijven hoe iemand iets moet doen. Ik benadruk altijd dat de keuze bij iemand zelf ligt, maar we doen het samen. Op sommige dagen ben je voor mensen ook de enige persoon die langskomt. Als jij dan chagrijnig bent, kan je ze daarmee de rest van de dag een slecht gevoel geven. We werken niet met producten, maar met mensen.”
Dat zorgt er ook voor dat het soms best lastig is om het werk los te laten, vindt Lidie. “Als een van mijn bekende cliënten vertelt dat ze zo graag weer eens ergens heen zou willen, maar niemand heeft om mee te gaan, dan ben ik geneigd om dat met haar te gaan doen”, vertelt ze. “Omdat het niet vol te houden is om dat bij iedereen te doen, moet ik daar streng in zijn. Maar ik denk echt wel aan ze. Zo neem ik bijvoorbeeld weleens boeken mee waarvan ik weet dat iemand het interessant vindt. Die kleine dingetjes doen vaak al heel veel.”