Het is dit jaar 50 jaar geleden dat de Dag van de Verpleging in Nederland werd ingevoerd. Anna Knottenbelt – nu 82 jaar – werkte als verpleegkundige toen de dag voor het eerst gevierd werd. Wat betekent de dag voor haar?
“Toen de dag van verpleging werd ingevoerd in 1964, was ik – nadat ik aan het Prinsengrachtziekenhuis in Amsterdam het diploma A ziekenhuisverpleging had behaald – nog in opleiding voor de kraamaantekening,” vertelt mevrouw Knottenbelt. “De Dag van de Verpleging wilde zichtbaar maken dat verplegen een eigen vak is met een eigen medische beroepsidentiteit op het gebied van de gezondheidszorg. In die tijd begon men ook over verpleegkundigen te spreken om aan te geven dat we kundige mensen zijn. De dag wordt wereldwijd gevierd op 12 mei, de geboortedag van Florence Nightingale. Zij zette zich tijdens de Krimoorlog in de 19e eeuw al in voor de verpleging van de zieken en gewonden en werd vermaard als ‘lady with the lamp’. Zij is altijd internationaal een lichtend voorbeeld gebleven als kritisch denkende en invoelende verplegende.”
Oorlog en vrede
“Voor mij persoonlijk is Florence Nightingale ook een bijzonder voorbeeld geweest. Uit haar biografie is bekend dat zij een ‘roeping’ voelde. Zorgen voor de mens is een zaak van oorlog en vrede. Ik heb zelf heel intens de Tweede Wereldoorlog beleefd. Mijn ouders besloten – nadat mijn vader na zijn rechtenstudie en promotie op het terrein van het ‘adat-recht’ als volgeling van de ethische beweging en prof. Van Vollenhove was afgestudeerd – in 1938 hun toekomst op te bouwen in Ned. Indië en vonden hun werkterrein in de Padangse bovenlanden op Noord-Sumatra. Daar werd in 1940 mijn jongste broer geboren, maar werd mijn vader als dienstplichtige naar Java geroepen. Omdat de Japanners vanuit Malakka oprukten naar Nederlands Indië en mijn moeder weer in verwachting was, is zij met ons gevlucht. De grote kinderen binnen het gezin moesten het goede voorbeeld geven en op ‘de kleintjes passen’. Zo heb ik een groot verantwoordelijkheidsgevoel ontwikkeld. Door de armoede en de oorlog die ik heb gezien, wilde ik eigenlijk graag een international nurse worden en het voorbeeld van mijn vader volgen, die ook voor het Rode Kruis werkte.”
Idealen
Mevrouw Knottenbelt koos echter niet direct voor de verpleegkunde omdat haar vader in een jappenkamp overleed. Ze vertelt: “Ik heb eerst na het behalen van mijn eindexamen als secretaresse gewerkt en daarna in Amsterdam dankzij een studiebeurs gestudeerd. Ik kreeg een baan als lerares, maar ik wilde toch op een andere manier helpen en mijn idealen in de praktijk brengen. Ik heb daarom mijn baan opgezegd en ben helemaal opnieuw begonnen in de verpleging. Mijn generatie – zoals ook politica Hannie van Leeuwen – koos echt vanuit onze idealen van wat er na de oorlog nodig was in Nederland voor de opbouw van ons land en vrede in de wereld. Daarbij volgde ik ook de voetsporen van Albert Schweitzer, wiens leven en daden in het licht van ‘eerbied voor het leven’ in 2013 in Nederland werden herdacht.”
Erelid
Na haar opleiding volgden veel omzwervingen. Onder andere naar Zwitserland waar zij in aanraking kwam met de antroposofische kant van de zorg, waar ze grote affiniteit mee heeft. In 2012 werd ze zelfs benoemd tot erelid van de afdeling Antroposofische Zorg van beroepsorganisatie V&VN. De langste tijd in haar loopbaan werkte zij in het St. Elisabeth’s of Groote Gasthuis in Haarlem. Al tijdens haar opleiding werd zij lid van de Nationale Bond van Verplegenden, die na tal van andere vormen van organisatie voor gemeenschappelijke belangenbehartiging uitmondde in de beroepsvereniging V&VN, die niet meer alleen op confessionele, maar op functionele gronden functioneerde. Samen met de vaste Commissie Verpleging van de Raad voor de Volksgezondheid heeft Anna Knottenbelt o.a. veel energie gestoken in de Wet beroepen individuele gezondheidszorg (BIGwet).
Kadootjesdag
Over de vraag of de Dag van de Verpleging vandaag de dag nog steeds een belangrijke dag is om te vieren, is zij verdeeld. “De Dag van de verpleging is een beetje een kadootjesdag geworden. Een dag die draait om degenen die voor dit vak hebben gekozen in het zonnetje te zetten en ze te trakteren. Daar is natuurlijk niets mis mee. Maar er zijn vandaag de dag grote vraagstukken in de gezondheidszorg die ook zichtbaar mogen zijn. Wat betekent het om kundige handen en hoofden om je heen te hebben als je in een uitzichtloze situatie zit? Hoe gaan we om met de hospices en palliatieve zorg? De zorg houdt zo veel meer in dan alleen de kosten ervan. Het zijn onderwerpen waar we met alle beroepen in de gezondheidszorg gezamenlijk aan moeten werken.”
Speciale rol
Anna Knottenbelt ziet een speciale rol weggelegd voor verpleegkundigen. En dan bedoelt zij niet alleen de gespecialiseerde verpleegkundige, maar alle verzorgenden en verpleegkundigen die bij de directe zorg betrokken zijn. “Verplegen is iets anders dan de medische wetenschap of een aanverwante wetenschap te beoefenen,” zegt ze. “Verplegen gaat over dienstbaar zijn in het belang van het leven. Het is een beroep met roeping van de wieg tot het graf. Het heeft te maken met ‘verbinden’ en ‘samen werken’ met de talenten van hoofd, hart en handen. Verpleegkundigen hebben daarbij een speciale rol omdat zij te maken hebben met de mensen die met een ziekte moeten leven. Zij helpen de patiënt ook in zijn sociale omgeving met zijn ziekte om te gaan.”
Het is duidelijk dat ze haar vak verpleegkunde nog steeds een warm hart toedraagt. “Het blijft een mooi beroep”, zegt ze tot slot. “Het woord beroep houdt verband met roeping en dat betekent dat het werk ook altijd uit liefde en met vrijwillige inzet van eigen kennis en inzet gedaan wordt door oude en jonge mensen samen.”