Sinds vorig jaar is verpleegkundige Irene werkzaam in een ziekenhuis in Zwitserland: het land van de regels, discipline en stiptheid. Het is volgens haar niet alleen een geweldig land, de patiënten zijn er ook nog eens ontzettend dankbaar. Ze vertelt erover.
Het verpleegkundig beroep wordt vaak omschreven als een dankbaar beroep. De waardering van je patiënt, daar doe je het toch voor? Wanneer je thuiskomt van je werk en denkt: ‘wat heb ik toch mooi werk’. Het zou de reden zijn waarom we het met z’n allen nog zo lang volhouden in de zorg.
In de coronatijd klonk er regelmatig een applausje voor alle zorghelden die dag en nacht voor de patiënten klaarstonden. Een stukje dankbaarheid, een gevoel van waardering voor hetgeen wat je doet. Al was er van deze dankbaarheid in de praktijk helaas maar weinig te merken. De afgelopen jaren is de werkdruk alleen maar toegenomen en hebben we steeds meer te maken met ontevreden patiënten en/of familieleden, wat zelfs kan leiden tot agressie!
Een groot verschil
Hier in Zwitserland maak ik op de werkvloer gelukkig zelden agressie mee. Regels zijn regels, en daar wordt hier dan ook netjes aan gehouden. Waar ik in Nederland regelmatig de discussie aan moet gaan met het bezoek van de patiënt, wanneer ik ze ruim na het bezoekuur vriendelijk verzoek om stilletjes de afdeling te verlaten, meldt het bezoek zich hier netjes zelf wanneer het bezoekuur afgelopen is. Iets wat ik me in Nederland amper nog voor kan stellen in de huidige tijd.
Dankbaarheid zit hem in de kleine dingen. In Nederland wordt er bij het ontslag van de patiënt als blijk van waardering vaak een doosje merci uitgedeeld, samen met een kaartje: ‘bedankt voor de goede zorgen!’. Maar in Zwitserland ziet die dankbaarheid er heel anders uit. Niet enkel achteraf met een kleinigheidje, maar gedurende de hele opname is er dankbaarheid voor de zorg die geboden wordt. Discussies komen hier weinig voor.
Dankbaarheid in Zwitserland
Ik neem je even mee in wat voorbeelden uit de praktijk. Aan het begin van een van mijn diensten maak ik een rondje langs alle patiënten om te kijken hoe het met ze gaat. Wanneer ik de deur van de kamer van meneer O. open, roept hij enthousiast: “Ooh, Holland ist wieder da!” Tevreden kijkt hij mij vanuit zijn bed aan en vraagt me hoe mijn wandeling gister geweest is. Daarnaast is hij erg nieuwsgierig naar hoe het leven er in Nederland uitziet. Wanneer mijn dienst er bijna op zit vraagt meneer me of ik morgen ook weer voor hem zorg. “Geniet van je avond en ik zie je graag morgen weer”, roept hij in het Duits achter me aan. Als ik klaar ben met werken, loop ik met een voldaan gevoel het ziekenhuis uit.
Tijdens een nachtdienst vraagt Mevrouw K. me hoe mijn dienst geweest is en dat ik hopelijk niet te veel stress heb gehad. En dat terwijl ze zelf gedurende de nacht veel pijnklachten heeft gehad, waardoor ze amper geslapen heeft. “Wat ben ik blij dat je er voor me was”, zegt ze zachtjes, terwijl haar ogen bijna dichtvallen. Stilletjes verlaat ik met een lach op mijn gezicht de kamer.
De lieve complimentjes vliegen me hier om de oren en regelmatig hoor ik van mijn collega’s dat patiënten vragen wanneer de ‘Hollanderin’ er weer is. En dat terwijl ik gewoon zorg draag voor mijn patiënten, zoals ik dat altijd doe. Het liefste wat mijn patiënt hier in de afgelopen tijd tegen me heeft gezegd, is dat het zonnetje altijd weer ging schijnen zodra ik binnenkwam. En dat terwijl ze zelf net de diagnose longkanker had gekregen. Wat ben ik dankbaar dat ik hier in Zwitserland als verpleegkundige mag werken!