Je herkent het vast wel, denkt verpleegkundige Irene: een drukke dienst op de werkvloer en je collega doet er doodleuk nog een schepje bovenop! Ze begint al te sputteren wanneer ze een stap binnen de afdeling heeft gezet en een blik werpt op haar werkbriefje. Oh, wat is het toch druk… En dat zullen we weten ook!
Het altijd druk hebben. Maar wacht eens even, waarmee eigenlijk? Natuurlijk is werkdruk in de zorg een veelvoorkomend begrip en de keiharde realiteit. Maar soms vraag ik me af of we het ook niet extra zwaar maken voor onszelf. Terwijl mijn collega Lilian verdrinkt in haar werk en door de bomen het bos niet meer ziet, voert ze een eindeloze monoloog met zichzelf. Niet veel later hoor ik haar vanuit de andere kant van de afdeling mijn naam roepen.
Lilian vraagt me op een indirecte maar wel dringende toon om haar te helpen met het controleren van de vitale functies, nog voordat ze zelf ook maar een dappere poging heeft gewaagd. Ze heeft de dossiers nog niet kunnen lezen, want ze wordt immers steeds gestoord in haar werk. Dat ze zelf misschien wel de grootste stoorzender is, laat ik maar even achterwege.
Druk, druk, druk
Lilian is altijd gehaast en dat zullen haar patiënten weten ook. Als we samen mevrouw Hernandez op gaan halen van de spoedeisende hulp, is er weinig ruimte voor begrip. Mevrouw werd opgenomen na een auto-ongeluk waarbij ze onder andere ribfracturen heeft opgelopen. Ze heeft erg veel pijn en moet in een ander bed gelegd worden om naar de afdeling te gaan.
Mijn collega zegt doodleuk tegen haar: “Even overstappen mevrouwtje, niet zo zeuren! Ik heb het al veel te druk en moet al mijn medicatie nog delen!” Ik weet even niet met wie ik meer medelijden moet hebben op dat moment. Met die arme mevrouw Hernandez, of met mijn collega die door de bomen het bos niet meer ziet.
Ondanks de drukte deelt ze kleine details die voor haar van levensbelang lijken. Zo wenst een patiënt haar smakelijk eten, waarop ze antwoordt: “Nou zo lekker is het niet hoor, ik ben mijn mayonaise vergeten en dan smaakt het niet!” Een dag later heeft Lilian het wederom druk en herhaalt ze wel drie keer dat ze zo’n vreselijke dorst heeft. Op mijn vraag waarom ze niet even wat gaat drinken, krijg ik het voorspelbare antwoord: “Ik heb het te druk!” Oja! Dat is waar ook!
In haar waarde laten
Op mijn huidige afdeling hebben we geen telefoon op zak om een collega om hulp te vragen. Wanneer het druk is op de afdeling is er van mijn collega’s geen spoor te bekennen. Gelukkig beschikt de afdeling over een omroepsysteem, waar Lilian maar al te gretig gebruik van lijkt te maken. Terwijl haar oproep of ik me even wil melden bij de balie over de afdeling klinkt, begin ik stiekem te lachen. Best handig zo’n systeem.
Natuurlijk ben ik niet te beroerd om mijn collega een handje te helpen. Maar wanneer ik merk dat altijd dezelfde collega me om hulp vraagt nog voordat ze zelf haar handen uit de mouwen steekt, merk ik dat haar gedrag me begint te irriteren. En wanneer ze me zelfs op het toilet geen moment rust gunt, is voor mij mijn limiet bereikt. Zo kan ik niet met haar samenwerken!
Mijn eerste reactie was om haar gedrag te negeren en het te laten gaan, maar al gauw merkte ik aan mezelf dat dit mijn irritatie niet oploste en misschien nog wel erger maakte. Inmiddels heb ik besloten mijn collega in haar waarde te laten en zie ik haar kwaliteiten. Ondanks dat ze geen held is in plannen en prioriteiten stellen, heeft ze wel een bak ervaring en brengt ze me altijd weer aan het lachen met haar hilarische opmerkingen. Met haar humor zit het in ieder geval wel goed! Ik help mijn collega nu waar nodig, maar geef hierbij wel duidelijk mijn grenzen aan. Zo kan ik toch op een prettige manier met haar samen blijven werken. Stiekem ga ik haar opmerkingen nog missen.