In je werk moet je soms ook achterover durven leunen. Dat komt misschien vreemd over als hulpverlener in de zorg. Er wordt immers van je verwacht de handen uit de mouwen te steken. Sterker nog, je bent opgeleid om alert te reageren en bereid het vuur uit je sloffen te lopen. Opkomen voor de ander die door een handicap van jou afhankelijk is.
Wat een prachtig beroep is het toch. Bovendien een vak met veel waardering! Als begeleider van een patiënt met ernstige parkinson (vrouw van 69 die de ziekte al 25 jaar heeft) kom ik met haar regelmatig in allerlei boetieks in de stad. Als zij te bewegelijk is gaan haar ledematen werkelijk alle kanten op. Haar hoofd kan ze niet stilhouden waardoor ook het spreken bemoeilijkt wordt. Zij is echter een hoogopgeleide vrouw die geniet van kleding en hiervoor graag in de buidel tast. Hoe vreemd is het dan ook dat de verkoopster, vervolgens aan mij vraagt “of ze van blauw houdt?” Ik kijk de verkoopster in zo’n situatie slechts aan waarna ik mijn blik subtiel laat vallen op mijn cliënt. De verkoopster kan dan bijna niet anders zich nu te richten op mijn cliënt en de vraag te herhalen.
Op het moment dat mij cliënt dan langzaam begint te praten over haar wensen is ‘de klik’ tot stand gekomen. Ik doe dan vaak een stapje achteruit en snuffel zelf wat in een een rek. De verkoopster moet vervolgens haar best doen goed naar haar te luisteren. Zo ontdekt ze gaandeweg het gesprek dat dit bewegelijke type, een bijzondere modebewuste en praatgrage tante is. Eentje die voor vol aangezien wil worden en vaak ook eerlijk en open vertelt over haar ellendige ziekte. Bij het afscheid zwaait ze dan met een tasje met het zoveelste witte bloesje. En de volgende keer hoef ik, in elk geval bij deze verkoopster, nog minder te doen.