De vakanties komen eraan en wat hebben we er weer zin in, even een paar weken ertussen uit. Weg van het werk, weg van de drukte en lekker even bijkomen.
Voor de verpleeghuizen is zo’n vakantieperiode natuurlijk een drama. De eigen vertrouwde mensen weg, tijdelijke uitzend- en vakantiekrachten ervoor in de plaats. Ik was ooit zo’n tijdelijke kracht. Net 15 geworden en op zoek naar een vakantiebaantje mocht ik komen werken in een particulier verpleeghuis aan de Koninginneweg in Hilversum. Dat was overigens niet mijn eerste keus. Als jonge gymnasiaste wilde je natuurlijk wel je eerste vakantiebaantje op stand, bijvoorbeeld hulpje in de boekhandel of assistente van een directeur of desnoods ergens op een administratie. Toen ik mijn medescholieren dan ook vertelde van het verpleeghuis waren de fnuikende opmerkingen niet van de lucht. Het zorgde er in ieder geval voor dat ik met weinig animo op mijn eerste werkdag richting de Koninginneweg fietste.
Zo’n grote villa
De eerste kennismaking met het verpleeghuis was eigenlijk wel oké. Het was zo’n 19de eeuwse grote villa in een rustige buitenwijk met veel bomen en groene grasperkjes. Wie wil daar nu niet oud worden, dat zou zo maar je eerste gedachte kunnen zijn bij het zien van zo’n mooi pand. Binnen de muren van dit particuliere verpleeghuis zag het er heel anders uit. De benedenverdieping was ingericht als kantoor, keuken en garderobe. Na me gemeld te hebben, kreeg ik een soort witte schort overhandigd en werd ik naar de eerste verdieping gestuurd. Hier waren twee zalen, een mannen- en een vrouwenzaal met ieder 6 bedden. Wat zich op die zalen afspeelde, staat me niet meer precies bij, maar ik weet wel dat ik naar de mannenzaal gestuurd werd en daar zes mannen moest gaan wassen. Ik had nog nooit een blote man gezien.
In shock
Zonder enige instructie, zo groen als gras en zonder enige ervaring begon hiermee mijn carrière in de zorg. Ik was in shock. Het ene onvoorstelbare drama na het andere speelde zich af. Ik was er inmiddels achter gekomen dat de 12 ouderen in een vergevorderd stadium van dementie verkeerden. Als 15-jarige is dat een vrij heftige confrontatie, kan ik je verzekeren. Dementiecoaches, tovertafels en wandeltuinen waren er nog niet. Wat me als ergste is bijgebleven, is de constatering dat de 12 ouderen nooit naar buiten konden. Van de lommerrijke tuin konden zij in ieder geval niet genieten. De mooi gebeeldhouwde houten trap was namelijk nogal hoog en stijl en menige oudere was er al vanaf gevallen. De 6 weken die ik in deze particuliere instelling heb gewerkt, waren een hel, maar hebben me ook het licht doen zien. Ik merkte dat ik goed was in zorg verlenen en dat ik iets kon betekenen voor deze kwetsbare ouderen. De keuze voor de verpleging een paar jaar later was dan ook niet zo vreemd, al vonden opnieuw mijn medescholieren en leraren het maar raar dat ik met een gymnasiumdiploma op zak niet voor de universiteit koos.
Verdrietig en machteloos
De afgelopen weken is er veel rumoer om de kwaliteit van de ouderenzorg. Kamerdebatten, inspectierapporten, ingezonden brieven van BN-ers drukken ons met de neus op de feiten. Het gaat niet overal goed, soms gaat het zelfs uitgesproken slecht. En het rapport van de IGZ gaat nog maar over 150 verpleeghuizen, hoe zit het met de rest? Hoe moeten de duizenden verzorgenden zich voelen te midden van al dit geweld? En vooral, hoe zit het met de particuliere huizen, die er inmiddels ook weer volop zijn? Gaat het daar wel goed? Ik voel me uitermate verdrietig en machteloos. Laten we alsjeblieft met elkaar de schouders eronder zetten en het probleem in samenhang en met respect aanpakken.