In het ziekenhuis is het begrip ‘langliggers’ een steeds vaker voorkomend fenomeen. Patiënten wachten op revalidatie, een plekje in een verpleeghuis of het opstarten van thuiszorg. Vol is vol, daar ontkomen we helaas niet aan, maar het zorgt wel voor frustratie.
Thuiszorgorganisaties zitten overvol en kunnen geen nieuwe cliënten aannemen. Dit geldt helaas ook voor de verpleeghuizen en revalidatieplekken. Omdat terug naar huis gaan niet altijd een veilige optie is, maken we kennis met de langligger. Dit is een probleem, want hierdoor kan de doorstroom van andere patiënten in het gedrang komen.
Daar gaan we weer
Tijdens een van mijn diensten wordt er een patiënt aangekondigd voor overname vanuit de SEH. De opnamereden is een urineweginfectie, waarbij de vrouw verward raakte en is gevallen. Thuis gaat het al een tijdje niet meer, ze is al vaker gevallen en woont alleen sinds het overlijden van haar echtgenoot een aantal jaar geleden.
De familie geeft aan dat mevrouw cognitief achteruit is gegaan en het thuis al een tijdje moeizaam ging. Vervolgens ging het mis: de thuiszorgmedewerker trof mevrouw ’s ochtends op de grond, waarna ze naar het ziekenhuis werd gebracht. “Daar gaan we weer”, is de eerste gedachte die in me opkomt. Weer zo’n ‘zorgprobleempje’, zoals we dat noemen. Natuurlijk kan zij hier zelf niets aan doen en wordt onze zorg er echt geen seconde minder om, maar frustrerend is het wel. De kans is namelijk groot dat dit een langligger wordt.
De familie houdt de poot stijf
Nadat de urineweginfectie van mevrouw behandeld is en de verwardheid verbleekt, blijft alleen het typerende zorgprobleem nog over. Medische zorg heeft mevrouw niet meer nodig, maar omdat ze niet door kan stromen ligt ze toch nog opgenomen in het ziekenhuis. We noemen het ook wel een ‘verkeerd bed’, een dure vorm van zorg, maar wat is het alternatief?
Mevrouw is niet meer afhankelijk van medische zorg, zoals het controleren van haar vitale functies, diagnostische onderzoeken of intraveneuze medicatie. Toch blijft zij een kostbaar bed bezet houden. Langliggers zoals deze vragen tijd en aandacht van ons als zorgverlener, terwijl er ook patiënten zijn opgenomen die acute zorg nodig hebben. Het ziekenhuis raakt ‘verstopt’ door deze langliggers.
Wanneer we proberen om naar alternatieven te zoeken, zoals tijdelijk ter overbrugging naar huis met extra thuiszorg, is het vaak de familie die zijn poot stijf houdt. “Zo nemen wij moeders niet mee”, is een veelgehoorde uitspraak. Het wordt een strijd van wie de langste adem heeft. Hoe ging het voor de opname nam thuis, vraag je je af.
Het zorgprobleem wordt ons probleem
Daar ligt mevrouw dan, te wachten op een plekje. Soms gaan er weken overheen en is de patiënt inmiddels zo ingeburgerd op de afdeling dat ze al bij het ‘vaste meubilair’ hoort. We kunnen de patiënt dromen en kennen zelfs haar voornaam. “Het is soms net een verpleeghuis”, hoor ik collega’s dan zeggen.
Na weken op de verpleegafdeling is er eindelijk een plekje gevonden voor mevrouw. Net voordat ze het ziekenhuis mag verlaten, ontwikkelt ze een longontsteking waardoor ze verward raakt. Het plekje waar mevrouw zo lang op gewacht heeft gaat ineens aan haar neus voorbij. Dit roept bij mij het gevoel van frustratie op. Wat een gemiste kans!