Als zorgverlener wil je altijd het beste voor de patiënt, cliënt of bewoner… En zorgen doen we met ons hoofd, hart en handen. Maar soms brengt zorgen lastige dilemma’s met zich mee. Toch biedt dat juist de kans om even stil te staan, een pas op de plaats te maken en je af te vragen: “Doen we wel de juiste dingen en doen we dat op de goede wijze?”
Vorige week had ik een dagdienst en had ik de zorg over een mevrouw van 85 jaar die thuis gevallen was en een urineweginfectie had. Dementie was nog niet vastgesteld maar de eerste tekenen waren aanwezig. Mevrouw was bij ons aardig opgeknapt, maar weer zelfstandig naar huis leek mij een stap te ver. Ook de familie maakte zich zorgen en gaf aan dat mevrouw eigenlijk niet meer naar huis kon. Ze was weduwe en zorgde niet goed voor zichzelf. Zelf dacht ze er anders over; ze kon wel weer naar huis met thuiszorg gaf ze aan.
Een vogeltje
Tijdens mijn middagronde loop ik kamer 8 binnen waar ik mevrouw huilend op bed zie zitten. Ik ga naast haar zitten en vraag of ik wat voor haar kan doen. Hierna worden de tranen nog erger en geeft ze aan dat ze zo graag naar huis wilt, want ze heeft een vogeltje dat ze zo mist. Ik pak de rimpelige oude handen van de vrouw, kijk haar aan en zeg: “Dit gaan we regelen.” Een half uur hierna bel ik met het transferpunt, regel maximale thuiszorg en zorg dat ze de dag erna naar huis kan. Terug in de auto denk ik na over de casus. Soms willen zorgverleners het beste voor de patiënt, maar is het beste voor de patiënt ook écht daadwerkelijk het beste? Doen we wel de juiste dingen? En moeten we niet eens vaker optie B kiezen in plaats van optie A?
Bedankt
De volgende dag help ik mevrouw in de kleren, pak haar spullen in en zie een foto van een klein, groen valkparkietje waar ze gisteren over vertelde. De familie komt om tien uur aanlopen om haar op te halen. Ik geef haar een hand. “Bedankt zuster voor alles en dat ik nu weer toch naar huis kan,” zegt ze terwijl ik een glimlach zie verschijnen. Ik zwaai haar uit, denk na over de thuissituatie en diep van binnen hoop ik dat ik haar volgende week niet tref op de spoedeisende hulp met een gebroken heup…