Lees hier deel 2 van Vera’s serie over terminale zorg
‘Na de dienst kan er een hapje en een drankje genuttigd worden… Hè, is dat nou een goede zin?’ Met een blocnote en een pen zit je rechtop in je bed. ‘Wat vind je ervan?’ Met een frons in je gezicht kijk je me aan. ‘Het moet niet te formeel zijn, maar ook niet te..’ Ik schuif een stoel dichterbij en ga zitten. Verbaasd kijk ik je aan. Je bent het echt aan het doen. Je eigen rouwkaart schrijven. Je eigen uitvaart regelen. ‘Nou?’ vraag je nog eens.
Ik aarzel even. Wat moet ik hier nou op zeggen? Ik besluit het maar te benoemen zoals het voor mij is. ‘Ik euh, ik vind het een prima zin. Maar ik sta er oprecht van te kijken dat je nu je eigen rouwtekst aan het schrijven bent. Besef je dat het over jezelf gaat?’ Je legt je pen neer en kijkt me aan. ‘Nee, eigenlijk niet. Ik doe het wel, maar het is zo onwerkelijk.’ We praten een tijdje en nadat ik je stomazakje leeg heb gemaakt en je in een prettige houding geholpen heb, vertrek ik weer.
Zo verstrijken de dagen, en zelfs weken. Regelmatig ben je praktisch bezig met je afscheid. Je verdeelt je sieraden onder je geliefden. En je vertelt je man zelfs welk pak hij aan moet bij de uitvaart, want hij moet er natuurlijk wel netjes uitzien.
Naarmate de weken vorderen zie ik dat je meer loslaat. Niet omdat je dat zo makkelijk afgaat, maar omdat je simpelweg geen kracht meer hebt om je met meer dan alleen jezelf te bemoeien. De pijn neemt toe, en daarmee de dosering van de morfine. Je hebt je euthanasie al helemaal geregeld. Aan jou is het om aan te geven wanneer je zover bent. Af en toe vraag ik het aan je. Wil je nog? Hou je het nog vol? En ja, je wil nog door. Het idee om je leven te laten stoppen geeft je angst en paniek. Je vraagt je af of je er ooit klaar voor zal zijn. Ik wens het je toe. Dat er een moment komt waarop je vrede ervaart en je rustig kan sterven. Tot die tijd wachten we af. Kijken we van dag tot dag, of nee, eigenlijk van uur tot uur hoe het met je gaat en verzorgen we je naar het beste van ons kunnen.
Na ongeveer zes weken thuis is het zover. Aan een collega hebt je verteld dat je de knoop hebt doorgehakt. Het is klaar. Je bent aan het einde van je krachten. De euthanasie wordt gepland. Die avond realiseer ik me dat het de laatste keer is dat ik je zie. Weer de vraag ‘wat moet ik zeggen?’ Maar inmiddels weet ik dat de woorden vanzelf wel komen. Of misschien wel niet, maar dan is dat ook oké. Na de zorg is het zover. ‘Ik ga afscheid van je nemen’, zeg ik. Ze bedankt me en even omhelzen we elkaar. ‘Goede reis. Ik hoop dat we elkaar weer zullen zien.’ Enkele dagen later sterf je. Naar wat ik hoor een rustige dood, omringd door wie je liefhad.