Hartziekten zijn een van de meest voorkomende ziektebeelden in de thuiszorg. In de thuiszorg hebben we dan ook veel ervaring met mensen die thuiskomen na een opname op een hartafdeling. Daardoor weten we als geen ander wat er na een opname geregeld moet worden in de thuissituatie. En dat is maar goed ook, want cliënten zijn daar niet altijd goed op voorbereid.
Daar zit hij dan, meneer Koers. Hij is net thuisgekomen uit het ziekenhuis nadat hij een hartaanval (myocard infarct) heeft gehad. Meneer heeft drie omleidingen gekregen en mocht na twee weken in het ziekenhuis weer naar huis. Maar zelf denkt meneer dat hij dat nog helemaal niet kan.
Wanhoop van de familie
Wanneer ik de intake met hem doe, vraagt hij: “Ik kan mezelf niet eens wassen, hoe kan ik dan thuis wonen?” Aan alles is te merken dat hij angstig is. Er is geen 24-uurs controle, dus wanneer er iets is zal hij langer moeten wachten voordat er een verpleegkundige is. Verder is er thuis niet veel geregeld.
Ik kijk eerst met meneer naar zijn slaapplek. Het is een kleine slaapkamer op de bovenverdieping, waar hij zonder traplift naartoe moet. Er is beneden ook een slaapkamer, maar die staat vol met dozen. Zijn dochter is bij het gesprek aanwezig, maar geeft weinig input. De hele situatie heeft haar een harde klap in het gezicht gegeven, waardoor het ook voor haar niet goed te overzien is.
Ik merk de wanhoop van de familie. De informatie vanuit het ziekenhuis ging volledig langs hen heen en het naar huis gaan voelde voor beide als een zware last. Ze zagen het gewoon nog niet zitten.
De regelmodus
Bij het zien van deze situatie schiet ik in de regelmodus. Het is net iets voor twaalven, dus voor vandaag is er nog een boel te regelen. Aan de dochter vraag ik of er verdere familie is die zou kunnen ondersteunen om de slaapkamer beneden leeg te maken. Er zijn nog drie zoons en een andere dochter die graag willen helpen, maar hetzelfde voelen als de twee mensen die ik tegenover mij heb zitten.
Ik regel een hoog-laag bed en gelukkig is de organisatie waarmee wij samenwerken erg coulant, ze zorgen ervoor dat het bed nog voor het einde van de dag geleverd wordt. Ik laat de familie weten dat de kamer op voorhand leeg moet zijn, zodat het bed daarin kan. Ook geef ik nog een paar tips voor spullen die voor meneer van belang zijn om in huis te halen. Omdat meneer nog niet volledig mobiel is, regelt de familie een postoel.
Ik heb die avond zelf route en heb meneer op mijn eigen route gezet. Wanneer ik binnenkom, zit meneer samen met twee van zijn kinderen in de woonkamer. De slaapkamer beneden is klaar en ik zie de opluchting op zijn gezicht. De komende weken leert meneer telkens meer over zijn ziekte en de manier waarop hij zich redden kan. Er wordt een ergocoach bij meneer langs gestuurd om te kijken welke hulpmiddelen ingezet kunnen worden.
Het gaat steeds beter
Drie weken later kom ik weer bij meneer langs. Veel hulp heeft hij niet meer nodig. De familie komt elke dag langs om te helpen met het klaarmaken van de warme maaltijd. De overige maaltijden maakt meneer zelf en ook naar het toilet gaan kan hij zelf. De thuiszorg helpt bij het wassen en kleden, net als het aantrekken van de steunkousen.
Nog weer acht weken verder is meneer zelfstandig, op de steunkousen na. Ik ga langs om een gesprek met hem te voeren over hoe de zorg bevalt. Meneer geeft aan dat hij veel aan ons heeft gehad. Hoeveel angst en onzekerheid meneer had na de operatie, en dat hij voor zijn gevoel niet voorbereid was op het naar huis gaan.
Door het ontvangst van ons thuis, kon meneer zich goed ontwikkelen. Ook zijn familie is blij met onze zorg. Doordat wij hulp hebben aangeboden en dingen zijn gaan regelen, wisten zij ook wat ze moesten doen. De situatie ging voor alle familieleden erg snel. Gelukkig hebben wij goede connecties met meerdere instanties om ons heen en zijn er nauwe banden met de afdelingen in het ziekenhuis. De mogelijkheid tot overleg is dan ook erg groot. Huisartsen vinden het altijd fijn wanneer er cliëntenoverleg is en wij ook een goede overdracht voor de huisartsen kunnen verschaffen.
Het samenwerken als een team is in de thuiszorg verschrikkelijk belangrijk. Door deze banden goed te houden, krijgen de cliënten de best mogelijke zorg. Dit is waar wij met zijn allen thuis voor gaan! En gelukkig werpt het dus zijn vruchten af.