Het ‘gewone’ leven is gelukkig alweer een hele tijd normaal, maar toch is het niet zo lang geleden dat de coronapandemie ons land in de greep hield. De vraag naar zorg werd alleen maar meer, terwijl het personeelstekort steeds meer voelbaar werd. Er ontstond een echte noodsituatie. Daaruit werd de Nationale Zorgreserve geboren.
In deze periode ontstond het initiatief ‘Extra handen aan het bed’. Oud-zorgverleners, met pensioen of nu werkzaam in een andere sector: iedereen schoot graag te hulp. Gelukkig maar, want dit was ontzettend hard nodig. Deze periode heeft de ogen geopend, ook voor het ministerie, dat extra zorgprofessionals het liefst altijd paraat zouden moeten staan voor noodsituaties. Zo groeide het initiatief uit tot de huidige Nationale Zorgreserve.
De Nationale Zorgreserve valt onder de stichting Extra Zorg Samen en wordt in samenwerking met het ministerie van VWS ingericht. Bestuurslid Charlotte de Schepper vertelt over het ontstaan: “We hadden voor corona nooit gedacht dat er een pandemie zou komen. Het overviel ons, maar het heeft wel de ogen geopend hoe belangrijk het is om mensen op de reservebank te hebben zitten.”
Bijspringen op vaste locaties
Het belang voor nu is dat de Nationale Zorgreserve duurzaam wordt ingericht voor Nederland, zodat er bij een noodsituatie direct extra handen beschikbaar zijn. De mensen die op die ‘reservebank’ zitten zijn oud-zorgverleners (met pensioen of overgestapt naar een andere sector), maar ook studenten met een zorgdiploma die bereid zijn om bij te springen als het nodig is.
Wanneer er een crisis ontstaat, worden deze zorgreservisten ingezet op afdelingen die hulp nodig hebben. Charlotte: “Het is niet zo dat deze mensen de bestaande taken helemaal overnemen van het vaste personeel. Zij zijn er om het werk voor deze persoon te verlichten. Stel je voor dat een verpleegkundige in het ziekenhuis op een interne afdeling in zijn eentje tien patiënten kan begeleiden. Wanneer hij of zij taken kan uitbesteden aan iemand van ons, kan de verpleegkundige misschien wel het dubbele aantal patiënten verzorgen. Dat is natuurlijk wat je wil in een noodsituatie.”
Op dit moment is er geen situatie in het land waar de Nationale Zorgreserve voor wordt ingezet. Het is dan ook alleen bedoeld voor acute nood, niet voor de standaard tekorten in de zorg. Charlotte legt uit: “Wij zijn er als de reguliere manier van werken echt niet meer werkt. Dan hoeft er niet helemaal iets vanaf nul opgestart te worden, de Nationale Zorgreserve kan meteen ingeschakeld worden.”
Zo werkt de aanmelding
Als iemand zich bij de Nationale Zorgreserve aanmeldt, wordt eerst de achtergrond gecontroleerd. “Wij verifiëren de diploma’s en kijken naar een eventuele BIG-registratie. Vervolgens kijken we naar welke aanvullende cursussen er wellicht nodig zijn,” zegt Charlotte. Deze cursussen worden doorlopend aangeboden. Wanneer iemand eenmaal reservist is, wordt diegene goed ondersteund met training om bekwaamheid te waarborgen en ze zo up-to-date mogelijk te houden.
Charlotte: “Bij ons werken echt alleen (oud-)zorgprofessionals: mensen met een zorgdiploma. Dit zijn niet alleen gepensioneerden, maar ook studenten die nu een andere studie doen of die uiteindelijk in beleid zijn gaan werken.” Reservisten mogen daarbij zelf aangeven welk takenpakket zij uit zouden willen voeren en wat zij liever niet doen. Want dat je een diploma bezit, betekent niet dat je je als hulpverlener nog bij al jouw oude taken comfortabel voelt.
Binden, boeien en behouden
Het doel van de organisatie is om een groot team te hebben van liefst 5000 reservisten. En daarvoor zijn ze al goed op weg, benadrukt Charlotte. “We hebben bijna 4000 reservisten, daar zijn we ontzettend trots op. Maar natuurlijk willen we blijven doorgroeien naar meer.” Mensen die bij de Nationale Zorgreserve als reservist ingeschreven staan, doen dit vrijwillig. Toch is het niet vrijblijvend. Er wordt natuurlijk op je gerekend, als het echt nodig is. Als je eenmaal ingezet wordt, krijg je daar dan ook een vergoeding voor. Tot die tijd zitten de reservisten als het ware gewoon op de reservebank.
Maar hoe houd je de leden dan betrokken, als er een lange tijd geen noodsituaties ontstaan? “Alles draait natuurlijk om de drie b’s: binden, boeien en behouden,” legt Charlotte uit. “Iedere maand sturen wij onze nieuwsbrief eruit, we houden regionale bijeenkomsten en hebben zelfs een dag van de Nationale Zorgreserve waar onze reservisten in het zonnetje gezet worden.”
De drie b’s zijn ook van toepassing op het contact met de verschillende zorginstellingen, waar de Nationale Zorgreserve mee samenwerkt. “We zijn continu bezig met binding en herkenning. We geven veel presentaties om ons kenbaar te maken en om zichtbaar te blijven. Ook zitten we vaak 1-op-1 met zorginstellingen om te bespreken hoe zij ons in hun crisisprogramma’s op kunnen nemen.”
Natuurlijk hoopt niemand dat de Nationale Zorgreserve ooit weer nodig zal zijn, maar ondenkbaar is het niet. Het is namelijk niet alleen relevant voor een pandemie, maar ook voor situaties als grote vluchtelingenstromen, overstromingen of andere natuurrampen. De inzet kan landelijk zijn, maar ook op kleinere schaal. Charlotte: “Extra Zorg Samen is heel trots dat we dit voor Nederland kunnen doen. Ik hoop natuurlijk dat het niet nodig is, maar in geval van nood, staan onze reservisten klaar.”
Meer weten over de Nationale Zorgreserve?
Ben je benieuwd hoe het er in de praktijk aan toegaat als je ingezet wordt als zorgreservist? Of wil je graag meer weten over alles wat bij jouw aanmelding komt kijken? Luister dan ook de podcast over dit onderwerp! We spraken met zorgverlener Sonja Verlinde, die zelf een periode is ingezet als reservist. Haar ervaringen hoor je via de player hieronder, of via Spotify.