‘Loop niet voor me, loop niet achter me, maar loop naast me’
Deze tekst vindt oud-verpleegkundige Mieke zo mooi. Precies haar motto hoe ze als verpleegkundige altijd te werk ging. Ze wilde niet boven een patiënt staan. Nee, ze wilde naast een patiënt staan. Recent had Mieke een aantal keren te maken met zorgsituaties waarin ze merkte dat verpleegkundigen niet altijd naast een patiënt staan. Iedere keer als ze nadien aan de zorgverleners terug gaf wat haar opviel, merkte ze dat verpleegkundigen het heel prettig vonden om de spiegel voorgehouden te krijgen. Bedrijfsblind? Gewoonte geworden? Ze schudde een paar verpleegkundigen wakker en deelt dit graag op NurseStation.
Belerend vingertje
Miekes moeder Annet was opgenomen in een verpleeghuis. Ze had MS en had niet zo lang meer te leven. Annet genoot af en toe nog van een sigaretje. Een mobiele medebewoner nam Miekes moeder dan mee en samen rookten ze een sigaretje. Nou was het beleid in het verpleeghuis dat Annet niet met medebewoners mocht gaan roken, maar wel met personeel. Dit was omdat ze trilde en men was bang voor onveilige situaties. Toen Annet en de medebewoner werden ‘betrapt’ op het samen roken was Mieke getuige hoe de verpleegkundige haar moeder toesprak. Met een belerend vingertje. Mieke: “Laat ik heel duidelijk zijn. Deze regels zijn er niet voor niets. En mijn moeder mocht ook zeker hier op aangesproken worden. Maar de toonzetting en het belerende vingertje kwamen zo kleinerend over. Naar mijn idee kun je ook op een andere manier de boodschap overbrengen.”
Openhartige feedback
Mieke gaf de verpleegkundige terug hoe vervelend ze het als dochter had gevonden dat haar moeder op deze manier terecht werd gewezen. Mieke en de verpleegkundige kwamen in gesprek en de verpleegkundige gaf aan dat ze door tijdgebrek ervoor koos om deze dominante variant in te zetten. Maar toen Mieke aangaf dat je juist tijd wint om gewoon het gesprek aan te gaan door letterlijk en figuurlijk naast haar moeder te gaan zitten, je bezorgdheid te uiten waarom de regel er is, dan had je meer begrip gekregen. En uiteindelijk had het je zelfs tijd bespaard. De verpleegkundige bedankte Mieke voor haar openhartige feedback. Ze realiseerde zich dat als haar eigen moeder zo was toegesproken door een veel jongere verpleegkundige, ze dat ook niet fijn gevonden zou hebben. Ze gaf aan dat je het soms nodig hebt om even een spiegel voorgehouden te krijgen.
Sjoerd
Mieke is ook vrijwilliger bij Sjoerd. Sjoerd is een jongen met een verstandelijke beperking en woont in een instelling. Wegens lichamelijke ongemakken ligt Sjoerd veel op bed. Alleen op zijn kamer. Als Mieke bij Sjoerd op bezoek gaat is er iedere keer een strijd tussen groepsleiders en Sjoerd over zijn ipad. Het personeel vindt dat Sjoerd de ipad weg moet leggen zodra er voor hem bezoek is. Mieke is er keer op keer getuige van dat groepsbegeleiders Sjoerd terechtwijzen als zij binnenkomt en Sjoerd de ipad nog op schoot heeft. Wederom heeft Mieke er geen moeite mee dat er regels zijn rond computergebruik. Maar ook hier is het weer de toon die de muziek maakt. Mieke: “Je kunt iemand terechtwijzen waar bezoek bij is, maar dat voelt voor niemand fijn. Je zou ook gewoon een vraag kunnen stellen. ‘Sjoerd, Wil je misschien Mieke iets laten zien op je ipad omdat je deze nog op schoot hebt liggen?’ Als het antwoord dan ja is, dan kan Sjoerd even iets laten zien en leg je vervolgens de ipad geruisloos weg. Of je geeft een hint aan Sjoerd in de trant van ‘Leuk, Mieke komt voor jou op bezoek. Zal ik in die tussentijd even je ipad aansluiten aan de oplader?’ Een terechtwijzing of iemand belerend toespreken dat iets niet mag, komt vaak over als dat je boven iemand staat. Een hint geven of een vraag stellen komt veel vriendelijker over, geeft minder strijd en op zo’n moment sta je naast de cliënt/ bewoner/ patiënt.
Geen onwil
Als laatste voorbeeld geeft Mieke aan dat haar dochter een paar maanden geleden bevallen is. Het was een moeizame bevalling. Als trotse oma zit ze aan het bed van haar dochter en was getuige van het volgende: “Er kwam een verpleegkundige binnen die direct mijn dochter op de man af vroeg of ze al naar het toilet was geweest. Mijn dochter gaf aan dat ze net was geweest waarop de verpleegkundige naar de katheterzak keek en aangaf dat ze die dan ook wel even had kunnen legen. Toen mijn dochter aangaf dat ze het wel had geprobeerd maar dat het niet lukte was het antwoord van de verpleegkundige dat haar echtgenoot dan toch wel even had kunnen helpen. Nou was onze schoonzoon na het zien van zo’n moeizame bevalling van zijn vrouw daar niet aan toe.
Hoe anders zou het zijn geweest als de verpleegkundige binnen was gekomen, zich had voorgesteld, wellicht zelfs felicitaties had uitgesproken en daarna even het toiletbezoek had gecheckt en uitgelegd hoe je zelf zo’n katheterzak kunt legen. Je moet er misschien niet direct vanuit gaan dan het onwil is van de patiënt. Soms weet iemand ook niet hoe zoiets moet. En soms is iemand – in dit geval na een moeilijke bevalling – er ook nog even niet aan toe om dat soort handelingen te doen.”
Eyeopener
Ook hier heeft Mieke de verpleegkundige op een later tijdstip teruggegeven hoe ze dit had ervaren. En wederom een verpleegkundige die het waardeerde dat iemand deze feedback gaf. Deze verpleegkundige was er vanuit gegaan dat een collega van haar al eerder had uitgelegd hoe het legen van een katheterzak moest. De grootste eye-opener vond ze dat het ook nog zo kan zijn dat iemand er nog even niet aan toe is om het zelf te doen. Geen onwil, geen tegenwerking, maar gewoon, om nog even een dag langer de tijd te krijgen om de moeizame bevalling een plaats te geven.
Geen goed of fout
Mieke wil met dit verhaal absoluut verpleegkundigen niet aanvallen op verkeerd gedrag. Want wat is goed en fout? Waar ze zo blij mee was, was dat verpleegkundigen zo open stonden voor haar feedback. En daarom wilde ze dit verhaal graag delen op NurseStation. Haar motto om niet boven iemand, niet onder iemand, maar naast iemand te staan wil Mieke graag delen. Mieke: “Al zou er maar één verpleegkundige bij het lezen van dit verhaal in haar werksituatie dit herkennen en er iets mee gaan doen, dan is mijn doel al bereikt.”