Samen met de chirurg loop ik naar een eenpersoonskamer die gevuld is met gespannen mensen. In het middelpunt een even gespannen patiënt. De chirurg schudt de handen van de aanwezigen en gaat op een stoel zitten. De patiënt ligt in bed, zijn familie zit ernaast, de chirurg zit tegenover ze en ik plaats mijn kruk min of meer bewust tussen beide partijen en ga ook zitten.
“Zo” begint de chirurg het gesprek, “we hebben de uitslag van het weefsel binnen”. Hij vervolgt het gesprek, een gesprek dat eigenlijk meer weg heeft van een monoloog dan van een dialoog. Er klinken wat termen, er volgt uitleg en er wordt ter plekke een tekening gemaakt waaruit een aantal organen en een tumor te onderscheiden vallen.
“Hier, bij de pancreas, zat een tumor” legt de chirurg uit. Ik zie de patiënt vragend kijken. “Dat is de alvleesklier”, licht ik kort toe en het gesprek gaat verder. Als de chirurg stopt met praten valt er een stilte. Ik zie nog steeds dezelfde gespannen gezichten en ietwat ongemakkelijke houdingen.
Ondanks de goede uitleg en artistieke tekening van de chirurg komt de boodschap nog niet helemaal over. “Dat is dus eigenlijk best goed nieuws”, vat ik samen terwijl ik mijn blik van de chirurg naar de patiënt wend. “Voor de toekomst is dit heel gunstig”, vult de chirurg mij op zijn beurt weer aan.
Een golf van opluchting slaat door de kamer en ik zie hoe mijn patiënt en zijn familie eindelijk weer wat meer ontspannen ademhalen. Of ze ook maar iets begrijpen van al de uitleg is mij een vraag, maar de conclusie is in ieder geval duidelijk.
De samenwerking tussen artsen en verpleegkundigen is essentieel als het gaat om optimale zorg. Niet alleen de samenwerking van verpleegkundigen met artsen maar ook de samenwerking tussen allerlei andere disciplines is onwijs belangrijk.
Dit multidisciplinaire aspect van het verpleegkundig beroep heeft een onwijs prominente plaats in de dagelijkse werkzaamheden. Een patiënt is zoveel meer dan alleen zijn diagnose en daarom heeft een patiënt ook meer nodig dan alleen een medische behandeling. Als verpleegkundige ben je de spil van al deze dingen die je patiënt nodig heeft.
Mijn taken als verpleegkundige blijven niet bij medicatie uitdelen en ondersteunen in de ADL. Als mijn patiënt na een operatie gemobiliseerd moet worden ben ik ook een beetje fysio, als een patiënt vraagt wat hij beter wel of niet kan eten om aan te sterken ben ik ook een beetje diëtiste, als een patiënt iemand nodig heeft om zijn hart bij de luchten ben ik ook een beetje een maatschappelijk werker en als ik suggereer om bloed bij te geven omdat mijn patiënt een hb van 4.1 heeft ben ik ook een beetje arts.
Achter elke patiënt schuilt ook een mens en als verpleegkundige is het onze taak om de mens te zien en niet alleen de ziekte of de diagnose. Wij moeten observeren, signaleren en actie ondernemen wanneer dat nodig is. Als je me zou vragen wat er nou zo leuk is aan het werk als verpleegkundige, hoef ik niet lang na te denken en zal ik zeggen dat het leuk is om zo multidisciplinair bezig te zijn. Ik ben niet alleen verpleegkundige: ik ben een beetje van alles.