Herstelgericht werken in de psychiatrie betekent meer dan alleen het herstellen van de krachten en vaardigheden van de cliënt. Het is ook belangrijk om aandacht te hebben voor het herstellen van de contacten met de familie. Maar dat is vaak een hele klus.
Families en naasten hebben vaak al een heel verleden achter de rug, en niet altijd positief. Psychische aandoeningen zoals borderline, schizofrenie of bipolaire stemmingswisseling eisen veel van een cliënt, maar ook van de familie en vrienden. Een familielid met een psychische aandoening kan alles ontwrichten, dat zien wij in ons werk regelmatig.
Uit het oog verloren
Zo ook bij Richard, die zijn neef Simon al tien jaar niet gezien heeft. Via sociale media heeft hij weer contact met zijn nicht en inmiddels ook met Simon. Hij vertelt: “Mijn neef is nooit erg spraakzaam geweest en ik ken hem als een introverte en stille jongen. Maar de laatste keer dat ik hem zag, woonde hij nog bij zijn toenmalige vrouw en jonge zoon. Nu woont hij hier, bij jullie, in een GGZ instelling.”
In tien jaar tijd kan er veel gebeuren. Richard is uitgenodigd voor een kennismaking, met goedkeuring van Simon, die inmiddels drie jaar bij ons woont. Ik luister naar Richard en probeer me in te denken wat er allemaal veranderd is in de tijd dat hij zijn neef niet meer heeft gezien. Simon is gedwongen opgenomen vanwege psychoses, mogelijk het gevolg van alcohol- en drugsgebruik, is gescheiden van zijn gezin, is zijn fulltime baan en koopwoning kwijtgeraakt en is onder bewind gezet vanwege forse schulden.
Simon heeft in korte tijd meerdere keren moeten verhuizen vanwege misplaatsingen. Nu is Simon psychisch stabiel, krijgt hij woonvaardigheden opnieuw aangeleerd, heeft hij dagbesteding in de vorm van werk en sport, is zijn diabetes stabiel en zelfs het contact met zijn zoontje is weer in herstel. En nu komt daar ook het contact met zijn oom bij!
Psycho-educatie voor familie
Ondanks de geschiedenis die familieleden of naasten vaak hebben met de cliënt, kan psycho-educatie toch heel veel meerwaarden hebben. Vaak is er wel een diagnose gesteld, maar is de uitleg over de aandoening (en vooral hoe je hiermee om kan gaan) achterwege gebleven. Gelukkig is hier meer en meer aandacht voor binnen de psychiatrie. Uitleg over de aandoening, welke symptomen dit met zich meebrengt, maar ook hoe je hier als directe naaste mee om kan gaan.
Om familie en naasten in het herstel van de cliënt in te kunnen zetten, is het nodig dat zij ook voldoende draagkracht hebben. De draaglast is door de jaren heen alleen vaak zo overbelast geraakt, dat er geen balans meer is. Als woonbegeleiding spreken we de familie en naasten zeer vaak, om de lijntjes kort te houden. Door veel te investeren in de familie en naasten van een cliënt, wordt het netwerk van diegene vergroot en daarmee de herstelprocessen bevorderd.
Ook familieleden ondersteunen
Zo sprak ik een tijdje terug met Erica, een dochter van een cliënt. Erica is jongvolwassen en een KOPP-kind (Kinderen van Ouders met Psychische Problemen). Haar moeder, Jolanda, heeft schizofrenie en enorm veel last van hardnekkige wanen en het ontbreken van ziektebesef. Jolanda doet, ondanks dat ze bij ons 24 uurs zorg ontvangt, een constant beroep op haar dochter.
Erica vertelt me dat ze het niet meer volhoudt. Ze zegt: “Ik heb haar al geblokkeerd op mijn telefoon, maar ze stuurt me steeds berichtjes. Ze zegt dat niemand anders haar wil helpen en dat ik de enige ben.” Schuldgevoel, schaamte en machteloosheid spelen een grote rol bij KOPP-kinderen, zo ook bij Erica. Op dit moment heeft ze daarom niet de draagkracht om Jolanda te kunnen helpen in haar herstel.
Wij hebben Erica gevraagd wat ZIJ nodig heeft, zodat wij haar naar de juiste persoon kunnen doorverwijzen. Daarin zijn er heel wat mogelijkheden. Een familievertrouwenspersoon, lotgenotencontact of organisaties met informatie voor naasten bijvoorbeeld. Ondertussen krijgt Jolanda voor nu de zorg vanuit ons, wij zijn er voor haar en kunnen haar helpen!