Terwijl de zorg op volle toeren draait, wordt er een nieuwe lichting klaargestoomd. Als een ongeschreven blad, vol verwachtingen en wensen begin je aan een studie. En dan is het maar afwachten of dat wordt waargemaakt. De zussen Maike en Sarah volgen allebei een zorgstudie en vertellen over hun kijk op het vak.
Verdwijnen angsten gaandeweg door ervaring? Word je afgerekend op fouten? En is een zorgzaam karakter de goede motivatie? Het zijn vragen die mogelijk door je heen gaan als beginnend zorgverlener. Maike is een tweedejaars verpleegkunde student en Sarah zit in haar tweede jaar van de studie Medische Hulpverlening. De twee zussen grijpen alle kansen aan, maar vertellen ook over hun zorgen.
Zorgfamilie
Al van jongs af aan krijgen Sarah en Maike mee hoe het er in de zorg aan toegaat, met een verpleegkundige als moeder. “Niet dat ze ons een kant op wilde sturen hoor, maar zij genoot echt van haar beroep dus kwam ze vaak thuis met goede verhalen”, beginnen ze. “Ik vond het menselijk lichaam altijd al interessant”, vertelt Maike verder, “Biologie vond ik echt een leuk vak. En dan niet het gedeelte over de beestjes”, zegt ze lachend.
Toch hebben ze beiden een andere tak van sport uitgekozen. Sarah is Medische Hulpverlening gaan studeren. “De zorg-aan-bed is niets voor mij. Bij acute zorg krijg je te maken met extremere situaties, meer spanning en afwisseling. Ik had wel verwacht dat ons eerste jaar meer overeenkomsten zou hebben. Maar verpleegkunde is toch een stuk breder dan mijn opleiding.” Iets wat Maike juist bevalt: “Je ziet van alles wat, je leert overal iets over en kan op zoveel plekken aan de slag. Ik vind het fijn dat je een brede basis hebt en daarna tijdens je werk door blijft leren en specialiseren. Natuurlijk heeft het ook nadelen. Je kan niet alles leuk vinden en komt dus vaker dingen tegen die je minder liggen, maar waar je wel doorheen moet.”
Minder mogelijkheden door corona
Voordat ze echt aan de slag kunnen, moeten ze beiden nog heel wat tentamens en stages afronden. Helaas lopen ze allebei al stages mis vanwege de coronacrisis. Er zijn veel verhalen van verpleegkundigen die erg onzeker worden op cohortafdelingen. Zonder ervaring moeten zij aan de slag met een ziektebeeld dat om snel handelen vraagt. Sarah legt uit dat ook zij onzeker wordt van het idee dat ze kennis en ervaring misloopt op deze manier. “Het onderwijs is niet zoals het zou moeten zijn en we slaan stages over vanwege het gebrek aan plekken. Ik vind het moeilijk dat ze van ons verwachten dat we ondanks alles gewoon na vier jaar aan de slag kunnen.” Sarah kon hierdoor bijvoorbeeld niet beginnen aan haar stage psychiatrie. Ze vertelt: “Ik zou zelfverzekerder zijn als ik meer in de praktijk had geoefend. De volgende stage grijp ik natuurlijk met twee handen aan, maar het was fijn geweest als ik meer voorbereid was. Als je veel fouten maakt, groeit je onzekerheid. Dan zou ik twijfelen of ik dit wel echt kan en wat vinden patiënten dan van mij?”
Maike heeft gelukkig wel een stage kunnen afronden in het ziekenhuis. Ze heeft hier veel meegemaakt en vertelt dat dit haar zelfvertrouwen heeft gegeven. Voor haar geldt dat ze graag aan een brede basis werkt waar ze op terug kan vallen. “Ik liep mee op een corona-afdeling en heb schrijnende beelden gezien. Jonge mensen die aan liters zuurstof lagen. Maar hoe gek het ook klinkt, het was echt leerzaam. Ik ben blij dat ik het heb meegemaakt, ook al ging het om heel zieke mensen. Dat ik zo’n situatie aandurf is op zich al leerzaam.”
Voor Sarah ligt er wel een eventuele vervangende manier van stage lopen klaar. Ze kan misschien elke week een paar uur online in gesprek gaan met een psychiatrische patiënt. Voor iemand die niet in de zorg werkt klinkt dit als de ideale manier om rustig kennis te maken met extreme situaties, maar Sarah zou niets liever willen dan op de vloer staan. “Als iemand een agressie-aanval krijgt dan zit ik veilig achter mijn beeldscherm. Daardoor leer ik niet om met dit soort situaties om te gaan. Ik verwacht niet dat ik het onder de knie krijg als ik daar blijf zitten”, vertelt ze. Ondertussen ziet ze zichzelf over twee jaar sowieso nog niet werken: “Het lijkt mij zo leuk, maar ik wil op mijn 22ste niet zo’n grote verantwoordelijkheid dragen.”
Leermomenten tijdens de stage
Ook voor Maike ligt er nog een drempel in het verschiet. Er komt een moment dat je te maken krijgt met patiënten die overlijden. Ze vertelt over een situatie tijdens haar stage: “Een man was net voor mijn dienst overleden en ik stond samen met een collega op die kamer. Dat was de eerste keer dat ik het zag: die witte kleur en verslapte spieren. Dat diegene dan naar een koelcel wordt verplaatst voelt zo raar. Collega’s zeggen dat je eraan went.”
Een drempel van een hele andere orde is de voelbare druk op de werkvloer. “Patiënten hebben naast medische hulp ook behoefte aan sociaal contact, maar ik heb gemerkt dat daar vaak geen tijd voor is. Je moet door naar de volgende patiënt. Als boventallige stagiaire deed ik het af en toe nog wel, maar later kan dit niet zomaar. Nu moeten we het sociale contact met patiënten beperken. Dat zou niet moeten”, vertelt Maike. Het is de reden dat de studie van Sarah is opgericht. Gedegen, maar gericht op een specifieke tak. Een korte route naar acute hulpverlening om snel toekomstig personeel klaar te stomen.
De twee zussen pakken het allebei heel anders aan, maar een ding lijkt zeker: ze zitten op de goede weg. Maike geniet van alle informatie en leermomenten en kijkt ernaar uit dat ze kan blijven leren en specialiseren. En Sarah hoopt op meer praktijk zodat ze gewoon aan de slag kan gaan en kan meemaken hoe het er daadwerkelijk aan toegaat.