Zzp’ers in de zorg zijn in het verleden afgeschilderd als zorgmedewerkers die kiezen voor het grote geld. Ze zouden als zzp’er veel meer verdienen dan in een dienstverband. Dat blijkt niet het geval te zijn. Zzp-expert Lex Tabak legt uit.
In het programma ‘Toekomstbestendige Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn (TAZ)’ staat dat het zzp-tarief vanaf 2024 op het CAO-loon moet lijken. Als het verschil in inkomsten tussen zzp’ers in de zorg en iemand in loondienst te groot wordt, dan zou dat onredelijk zijn. Het zou zorgmedewerkers kunnen verleiden om puur op basis van de financiële voordelen te starten als zzp’er in de zorg.
In de praktijk zijn er al voorbeelden aanwezig die laten zien dat het uurtarief van zzp’ers en loonkosten niet ver uit elkaar hoeven te liggen. Toch was het nog wachten op een meer formele vergelijking tussen dienstverband en zzp. De factsheet ‘Hoe vergelijk je een uurtarief van een zzp’er in de zorg met een CAO-uurloon?’ van Berenschot lijkt de eerste stap te zijn naar een relatie tussen zzp-uurtarief en uurloon. Ik licht de berekening hieronder verder uit.
Wat is een zelfstandig ondernemer in de zorg?
Om een goede vergelijking te kunnen maken tussen een zorgmedewerker in loondienst en een zelfstandig ondernemer in de zorg, moet je eerst weten wat de definitie van een zelfstandig zorgondernemer eigenlijk precies is. Dit is een zorgmedewerker die voor eigen rekening en risico onderneemt, voldoet aan de eisen van de Belastingdienst voor IB-ondernemerschap en een aantal risico’s verzekerd heeft.
Er komen dus best wat eisen bij kijken. Zelfstandig ondernemers moeten maatregelen treffen tegen ziekte en langdurige uitval, geld opzij zetten voor hun pensioen en een financieel plan hebben. Ze investeren tijd en geld in (bij)scholing en sluiten een zakelijke beroepsaansprakelijkheidsverzekering af. Wil je een zelfstandig ondernemer kunnen vergelijken met een zorgmedewerker in vaste dienst, dan dien je op dezelfde manier naar de randvoorwaarden van werk te kijken.
Berenschot heeft in haar vergelijking doorgerekend welke bedragen zelfstandigen moeten reserveren om vergeleken te kunnen worden met iemand in loondienst, mits zij bereid zijn zich op te stellen als een zelfstandig ondernemer. In deze berekening wordt geen rekening gehouden met marktwerking door schaarste en ook niet met het feit dat zelfstandigen over het algemeen meer uren per week werken dan medewerkers in loondienst.
Er zijn geen grote inkomensverschillen
De factsheet van Berenschot laat zien dat een uurtarief van €35,- per uur voor een junior verzorgende tot €45,- per uur voor een ervaren MBO-opgeleide verpleegkundige vergelijkbaar is met de loonkosten van een zorgmedewerker in vaste dienst. Het €45,- uurtarief levert hetzelfde netto inkomen op als een verpleegkundige in loondienst. Daarbij wordt rekening gehouden met verzuim, pensioen, scholing, aansprakelijkheid, vakantietijd, vakantiegeld en een hoeveelheid niet-declarabele uren.
Drie verschillende rekenvoorbeelden laten zien dat een uurtarief van 35 tot 45 euro voor verpleegkundigen en verzorgenden hetzelfde netto inkomen oplevert. Deze berekening staat in schril contrast met de negatieve framing van zzp’ers in de zorg over de jaren heen. Zelfstandig ondernemerschap zou niet solidair zijn en veel meer netto inkomsten opleveren. Dit blijkt dus niet het geval, mits de zzp’er zich gedraagt als zelfstandig ondernemer.
Van zzp’er naar zelfstandig ondernemer
Want niet iedere zzp’er in de zorg is een zelfstandig ondernemer die alle voorzieningen organiseert waar Berenschot rekening mee houdt. Een deel van de zzp’ers in de zorg kiest liever voor meer netto inkomsten op korte termijn, dan goede voorzieningen en verzekeringen voor de lange termijn. Dat betekent bijvoorbeeld dat ze geen pensioen opbouwen of zich niet goed verzekeren. Daardoor houden ze op dit moment meer geld over, maar lopen ze op langere termijn meer risico.
De eigen verantwoordelijkheid bij het zelfstandig ondernemerschap is hoog en de praktijk laat zien dat er een groep zzp’ers is die selectief omgaat met het organiseren van zekerheden. De afgelopen jaren is de aandacht vaak uitgegaan naar deze groep, die meer weg zou hebben van flexwerkers buiten dienstverband, dan zelfstandig ondernemers in de zorg. Maar een zelfstandig ondernemer is geen flexwerker. Als werkgevers liever geen oneerlijke concurrentie zien tussen zzp’ers en hun eigen medewerkers, dan ligt er nu een mogelijkheid om het contracteerproces te verstevigen. De stap van zzp’er naar echt zelfstandig ondernemer in de zorg wordt namelijk steeds belangrijker.