Ergens hier heel, héél ver vandaan, was eens een eiland. Op dit eiland scheen bijna altijd de zon en het was er het hele jaar door zomer. Op de nummerborden van de auto’s die op dit eiland reden stond bovenaan: ‘one happy island’. Dat klopte ook wel, op het eiland had namelijk nooit iemand haast en was alles en iedereen dushi.
Op dit eiland stond ook een ziekenhuis. Het ziekenhuis had echter te weinig personeel. Zodoende werden er een aantal verpleegkundigen uit Nederland ingevlogen. Toen de verpleegkundigen begonnen met het werken wisten ze niet wat ze zagen. Fraxiparines hoefden niet dubbel ondertekend te worden en ze hadden er nog nooit gehoord van afvinklijstjes, verplichte documentaties en kwaliteitsnormen. Antibiotica’s werden zoveel mogelijk via bolus gegeven zodat de patiënten niet vast zaten aan infuuslijnen en zichzelf zonder hulp konden wassen. Er zat een secretaresse aan de balie die altijd de telefoon aannam en bezoek naar de juiste kamers wees zodat verpleegkundigen daar geen dagtaak aan hadden. De zaalarts was heel de dag op de afdeling en zo kon je ze altijd wat vragen als je nog iets nodig had. En patiënten? Die pakten, als ze mobiel genoeg waren, hun eigen glaasje water!
Nadat de Nederlandse verpleegkundigen hun werkdag achter de rug hadden reden ze direct door naar het strand. Daar lagen ze te bakken en te braden. Dat bakken en braden deden ze zófanatiek dat het soms net leek alsof ze in een reclame van Croma speelden. Als de verpleegkundigen het idee hadden dat ze aan het aanbranden waren gingen ze zwemmen. Het water was helder blauw, had een aangename temperatuur en er dreef geen plastic in. Of nou ja, misschien dreef het er wel maar vanaf het strand zag je het in ieder geval niet. En wat je niet ziet is er niet. Of wel? Wat er in ieder geval écht niet was, was stress. Dat hadden de Nederlandse verpleegkundigen in Nederland gelaten.
Klinkt als een sprookje he? Af en toe lijkt dat ook wel zo; te mooi om waar te zijn. Ik ben hier nu bijna drie weken en ondanks dat ik al redelijk gewend ben blijft het toch een gek idee dat ik hier zit, dat ik deze kans heb gekregen. Ik werk veertig uur per week maar ik kom toch wel tot rust. Niet alleen omdat ik op mijn vrije dagen helemaal niks hoef te doen behalve genieten in de zon maar ook omdat de werkdruk hier heel anders is dan in Nederland. Natuurlijk is het werken op Aruba niet perfect. Soms is het ook druk en ben je heel de dienst hard aan het werk. Daarnaast kan ik me ook voorstellen dat het vakantiegevoel afneemt als je hier langer bent dan een maand. Toch voelt het als rustiger werken hier. Ik heb het idee dat ik overal aan toe kom, dat ik tijd heb voor mijn patiënten en ze niet tekort hoef te doen omdat het constant zo druk is. De patiënten lijken hier ook wat sneller tevreden en iets geduldiger dan ik gewend ben. Het voelt alsof ik hier op Aruba een beetje zorgelozer kan zorgen, meer dan in Nederland.
Er heerst hier, ook op drukke momenten, een hele ontspannen sfeer. Zowel de zorgverleners als de patiënten hebben een soort tranquilo-mentaliteit. Ik weet niet waar het door komt maar ik ben er wel een beetje jaloers op. Waarom kan dat hier wel en in Nederland niet? Voor nu geniet ik in ieder geval nog even. Van de zon, van de ogenschijnlijke schone zee, van patiënten die zelf opstaan om een glas water te pakken en van familie die actief participeert. Ik geniet nog van de tranquilo-mentaliteit alsof het géén sprookje is. En ze werkten nog lang en gelukkig.