De deur wordt dichtgeslagen. De zorgmap ligt in de heg van de overwoekerde tuin. “Jullie hoeven echt nooit meer terug te komen”, wordt er nog geroepen van achter de dichte voordeur. Daar sta je dan met je goede gedrag, nog wat rapportagebladen van de stoep te rapen..
Zomaar een situatie die zich afgelopen week voordeed in mijn werk in de wijkverpleging. Zorgmijders. Wat mij betreft de moeilijkste categorie mensen waar ik mee te maken krijg. Want waarom zou je datgene wat goed voor je is niet toelaten? Waarom snap je niet dat je er zelf beter van wordt als je je medicatie op tijd inneemt? Waarom zie je niet in dat die wond alleen maar erger wordt, als je ons er niet naar laat kijken?
Frustraties
Ik heb al heel wat cliënten ontmoet die we ‘zorgmijders’ zijn gaan noemen. Cliënten die niet datgene deden wat wij voor ze hadden bedacht. Soms is het niet zo ingewikkeld, want ach.. als hij maar eens in de twee weken wil douchen.. Wie heeft daar nou echt last van? Maar als het gaat om een diabeet die niet wil spuiten, wordt het ingewikkelder.
Ik heb gemerkt dat mijn invloed, onze invloed als verpleegkundigen, beperkt is. Ik kan de ander niet dwingen. Ik kan de ander lang niet altijd op dat punt krijgen waar ik hem of haar hebben wil. Goed verzorgd, goed ingesteld op de medicatie en tevreden over de zorgverlening. Zo vaak proberen we dat toch. En we gaan steeds harder werken en raken steeds gefrustreerder omdat al onze inzet niet lijkt te helpen.
We kunnen onze cliënten niet veranderen! Ja, we kunnen invloed hebben. Soms heel veel en soms maar een klein beetje. Maar onze cliënten bepalen uiteindelijk zelf wat ze wel en niet willen. Wij zijn te gast bij hen thuis. En dat is soms verdraaid lastig. Want dat betekent ook dat je aan moet zien hoe iemand zichzelf verwaarloost. Hoe iemand lijdt en geen hulp accepteert.
Angst
En dan is het geweldig als een cliënt de deur, letterlijk, weer op een kier zet. Want zijn of haar weerstand komt niet voort uit boosheid of betweterigheid. Nee, meestal is deze gestoeld op angst. Angst om de controle te verliezen. Angst om op de vingers getikt te worden. Angst voor het onbekende. En dan is het zo mooi als je dat kan zien en daar op in weet te spelen.
Mijn collega toonde dit zo mooi door de map uit de heg te halen. Zonder boosheid, zonder verwijten. Door de cliënt even met rust te laten en een paar uur later te vragen, door de brievenbus heen, of ze even binnen mocht komen. Dit mocht. En onder het genot van een lauwe bak koffie ontstond er weer een opening. We mogen weer komen. Voorlopig. En dat is voor nu het hoogst haalbare.