Verpleegkundige David Klein is fit en sportief, zelfs aan het trainen voor een marathon. Als parttime gedetacheerde werkt hij via Highcare in verschillende ziekenhuizen. Als in maart de coronacrisis uitbreekt, is het ook daar alle hens aan dek. Vanaf dat moment werkt hij fulltime op de corona-afdeling. Een maand later is hij zelf ziek.
“Begin april zou ik de marathon van Rotterdam gaan lopen, iets waar ik al lang voor aan het trainen was. Helaas kreeg ik een blessure aan mijn scheenbeen en was ik een maand uit de running. Daarna had ik nog precies vier weken om voor die marathon te trainen. Ik ging er vol voor”, vertelt David.
Door de coronacrisis ging die marathon, net als andere evenementen, niet meer door. Samen met een goede vriend besloot hij die dag toch te gaan lopen. Een halve marathon. “Bij hem ging het heel goed, maar ik vond het zwaar. En dat was vreemd, want het tempo lag voor mijn doen niet eens zo hoog.” Maar hij had last van vermoeide benen en een dag later was hij ziek, net als zijn vrouw en dochter.
‘Vechten tegen iets dat ik nog niet kende’
“Ironisch genoeg had ik als verpleegkundige niet eens een werkende thermometer in huis”, lacht hij nu. Omdat hij niet zeker wist of hij zo wel aan het werk kon, werd er via de huisarts een test gedaan. En die was duidelijk: David had corona. “Toen snapte ik ook meteen waarom die halve marathon zo zwaar voelde”, vertelt hij.
Eerst viel het mee en dacht hij dat het om een milde variant ging. Hij voelde zich niet lekker, maar kon nog alles doen. Maar na een paar dagen sloeg het om. “Ik kon mijn bed niet meer uit. Mijn lichaam was heel duidelijk aan het vechten tegen iets dat het nog niet kende. Het is een gevoel dat niet te vergelijken is met een andere ziekte”, legt hij uit. “Heel verraderlijk ook. Je denkt dat je je beter voelt, maar dan blijk je toch nog flinke koorts te hebben. Dagen was ik in de weer met die thermometer, waar ik toch maar nieuwe batterijen voor had geregeld.”
Anderhalve week lang is hij ziek geweest, maar echt bang is hij niet geweest. “Ik denk dat ik daar te nuchter voor ben. Ik hoopte dat het niet op mijn longen zou slaan en gelukkig is dat ook niet gebeurd. Maar ik kan niet zeggen dat ik bang was.”
Twee verschillende werelden
In het ziekenhuis was dat wel anders. “De buitenwereld heeft niet in de gaten wat er daar gebeurt. Het zijn echt twee verschillende werelden. In het ziekenhuis staat alles in het teken van het virus, gaan mensen ontzettend snel achteruit en heb je er weinig grip op. In de buitenwereld gaat het vooral om de cijfertjes en de maatregelen, maar heeft het virus geen gezicht.”
Het gaat nu gelukkig weer goed met David. Toch schrikken mensen als hij vertelt het virus te hebben gehad. “Je ziet mensen gelijk naar achteren stappen, daar kunnen ze totaal niet mee omgaan”, vertelt David. “Mensen zijn nog steeds terughoudend. Je ziet ze kijken. En dat terwijl ik nu zeker weet niet besmettelijk te zijn.”