Zelfredzaamheid, eigen regie, autonomie… Allemaal woorden die vaak gebruikt worden als het gaat om mensen en hun gezondheid. Er zijn hele boeken over geschreven zelfs. Mensen moeten de eigen regie kunnen voeren over hun gezondheid en ziekte en zelf hun zaakjes regelen. Een bezoek aan de huisarts of het coördineren van hun medicijnen. Het liefst zien we in de zorg dat mensen dit allemaal zelf kunnen, maar is het reëel om dit van iemand te vragen?
Op het congres ‘Wijkverpleging in beweging’ van Verpleegkundige congressen wat plaatsvond in februari verzorgde Monique Heijmans (Nivel) de opening. Zij sprak over dit thema en zette hierbij haar vraagtekens. Is iedereen wel in staat om zelfredzaam te zijn en de eigen regie te behouden? En waar is dit afhankelijk van? In haar presentatie vertelde ze over mensen en hun gezondheidsvaardigheden.
Beperkte gezondheidsvaardigheden
In een factsheet die gepubliceerd staat op Pharos , wordt vermeld dat 1 op de 3 mensen in Nederland beperkte gezondheidsvaardigheden heeft. Dit betekent dat deze mensen in mindere maat in staat zijn om informatie over hun gezondheid te verkrijgen, te begrijpen, te beoordelen en te gebruiken bij het nemen van gezondheid gerelateerde beslissingen. 1 op de 3, dat is eigenlijk best veel!!
In de praktijk
Ik moest meteen aan een casus denken. Ik was afgelopen week bij een mevrouw die een aantal maanden in het ziekenhuis had gelegen. Ze was er slecht aan toe geweest en had meerdere malen op de IC gelegen. Uiteindelijk mocht ze na ook nog een moeilijke periode van revalidatie naar huis. Voor haar opname was deze mevrouw nog heel zelfstandig. Haar medicatie in eigen beheer, zichzelf verzorgen, aangaan van sociale contacten. Ze was altijd bezig of onderweg. Ze heeft tijdens haar ziekenhuisperiode zowel lichamelijk als mentaal veel ingeleverd.
Huiswerk
Na ontslag ging ik op huisbezoek bij mevrouw en haar dochter. Ik inventariseerde de zorgvraag en we bespraken het verder verloop. Er moest bijvoorbeeld een afspraak gemaakt worden met de ergotherapeut en een indicatie aangevraagd worden bij de gemeente voor WMO. Mw deed zich zelfstandig voor en dus gaf ik mevrouw ‘huiswerk’. Ik schreef een aantal telefoonnummers voor mevrouw op en maakte een lijstje, maar mevrouw zou de rest zelf oppakken. Ik sprak af om over een paar dagen terug te komen om te kijken of het gelukt was.
Kapot moe!
Toen ik na 3 dagen terug bij mevrouw kwam, keek ze me vermoeid aan. “Ik heb alles gedaan wat je vroeg”, zei ze. “Ik heb de hele middag gebeld en ik was kapot moe! En ik ben geen steek opgeschoten!” Mevrouw wilde dus graag de eigen regie behouden, maar bleek niet over voldoende gezondheidsvaardigheden te beschikken. “Heb ik er goed aan gedaan dit aan mevrouw te vragen of had ik het gelijk moeten overnemen?”, ging er gelijk door mijn hoofd.
Onderbuikgevoel
Juist door het mevrouw eerst zelf te laten proberen en na een paar dagen terug te komen, heb ik een beter beeld gekregen over het functioneren van mevrouw. Ook mevrouw kreeg meer inzicht in haar eigen kunnen. Uiteindelijk dus een win-win situatie voor beiden. Toch blijft het vaak een grijs gebied over wat iemand denkt zelf te kunnen en ook daadwerkelijk. Ik merk dat ik vooral veel gebruik maak van mijn onderbuikgevoel en tot nu toe heeft me dat nog niet vaak in de steek gelaten…