In het FACT-team (Flexible Assertive Community Treatment) werken we met cliënten die te maken hebben met ernstige psychiatrische aandoeningen. Sinds enige tijd hebben wij ook cliënten in zorg die woonachtig zijn in het asielzoekerscentrum. Zij zijn vaak bekend met PTSS en soms ook met bijkomende stoornissen zoals depressies en psychoses.
Sinds enige tijd begeleid ik Yaro, een man van 53 jaar die uit Nigeria komt. Hij is daar vandaan gevlucht vanwege verschillende geweldsincidenten en heeft zijn vrouw en kinderen achtergelaten. Sindsdien heeft hij geen contact meer met hen gehad. Hij verblijft nu zo’n tien jaar in Nederland en heeft nog altijd geen verblijfsstatus. De angst om terug naar Nigeria gestuurd te worden is groot.
Weinig mogelijkheden voor asielzoekers
Yaro kan niet goed omschrijven wat hij allemaal heeft meegemaakt, maar zijn angst spreekt voor een deel uit het feit dat hij bang is om met mannen te praten. Zo krijg ik Yaro in mijn caseload, omdat hij met mijn mannelijke collega niet in contact wil treden. Gelukkig is onze psychiater een vrouw, die bij hem PTSS en een depressieve stoornis vaststelt, waardoor medicatie hem enige ondersteuning kan bieden. Verder komt hij bij onze psycholoog in behandeling voor de PTSS-klachten. Daarbij komt ook nog LVB-problematiek.
Ik merk dat het mij lukt om met Yaro in contact te komen, hij durft met mij in elk geval in gesprek te gaan. Maar ik vind het lastig om te ontdekken wat ik voor hem kan betekenen. Vanuit de verwijzer kwam de vraag om met hem mee te kijken naar een daginvulling. Als ongedocumenteerde in Nederland kan je op dat gebied alleen helaas vrij weinig. Het zou bijvoorbeeld goed voor hem zijn als hij laagdrempelig kon deelnemen aan activiteiten, maar deze worden door covid op dit moment nauwelijks gegeven. Voor de activiteiten die wel doorgaan, komt hij door zijn status niet in aanmerking.
Doen wat je kan
Ik help Yaro wel bij praktische zaken op het azc, waarbij hij na enige tijd zegt dat hij het prettig vindt dat ik hem hiermee help en dat hij mij hierdoor ook is gaan vertrouwen. Toch zou ik graag meer willen doen voor Yaro. Ik zou het hem zo gunnen dat hij overdag afleiding heeft van zijn traumatische verleden en even weg kan uit het azc, waar het overigens best een troosteloze bedoening is. De uitzichtloosheid die mensen daar ervaren is voelbaar als je er rondloopt.
De afgelopen jaren heeft Yaro taallessen gevolgd, waardoor hij nu best aardig Nederlands spreekt. We hebben samen geprobeerd om af en toe een spelletje samen te doen, in de hoop dat dit wellicht iets is wat hem wat ontspanning biedt. Maar door zijn LVB-problematiek begrijp hij de meeste spelletjes helaas niet. Om hem enigszins te helpen met de stress die hij ervaart, doe ik samen met hem ademhalingsoefeningen. Deze kan hij daarna zelf toepassen op het moment dat de spanning oploopt.
Ook maken we geregeld een wandeling of fietsen we samen een stuk. Het voelt als een druppel op een gloeiende plaat. Het is naar om je als hulpverlener machteloos te voelen en te accepteren dat aanwezig zijn voor iemand, ook al kan je weinig betekenen, voor nu het enige is wat je kunt doen.