Die eeuwige werkdruk in de zorg lijkt maar niet te verbeteren. Sterker nog, recent onderzoek (IZZ) laat zien dat de psychische klachten bij zorgprofessionals sinds 2015 zelfs zijn toegenomen met 40 procent! Dat is een enorme stijging. Er moeten structurele oplossingen komen, maar tot die tijd kan je zelf deze praktische tips toepassen van coach Anneke Kersten.
Ook jij zal weleens alleen verantwoordelijk zijn voor een hele afdeling in het verpleeghuis of voor een groep mensen met een verstandelijke beperking. Je vindt het prima om hard te werken, maar je wilt wel ruggespraak kunnen houden. Omdat veel overlegmomenten zijn wegbezuinigd, mis je soms houvast en begeleiding. Uiteindelijk loop je dan het risico om een keer vast te lopen.
De personeelstekorten spelen hierin zeker een rol, maar veel organisaties zijn ook in een negatieve spiraal beland. De werkdruk gaat omhoog, waardoor mensen uitvallen. Daardoor verslechtert het werkklimaat en vallen er nog meer mensen uit. Goed voor jezelf zorgen is dan ook heel belangrijk, anders raak je opgebrand en zit je langere tijd ziek thuis. Daar doe je jezelf, je cliënten en je collega’s geen plezier mee.
Lekker dan, zal je denken. Wat kan ik hieraan doen? Jij hebt natuurlijk geen tijd om te wachten op veranderingen in je organisatie of tot jouw leidinggevende eens een keer tijd voor je heeft. Als coach ben ik gespecialiseerd in het begeleiden van zorgprofessionals, wat ik doe via mijn bedrijf Werk Weer Leuk. Ik deel graag een aantal tips die je meteen in kan zetten, zodat je beter voor jezelf kan zorgen.
1. Begin je dienst op tijd of kom iets eerder
Je komt op je werk en het is meteen een heksenketel. Er ligt een hoop werk op je te wachten. Toch is het belangrijk om rustig op te starten. Plan de overdracht met je collega daarom altijd ruim in. Zorg ervoor dat je van haar of hem precies hoort wat er aan de hand is. Dit is belangrijk voor het stellen van de prioriteiten in jouw dienst. Zo weet je direct waar er hulp nodig is en waar niet.
Zeg ook niet ‘Ik heb te veel te doen’, maar ‘Wat kan ik laten liggen zonder dat er problemen door ontstaan?’. Zodra je dat weet, duik je je mailbox in. Die zit natuurlijk bomvol, maar jij weet nu welke mails prioriteit hebben. Zo schep je rust voor jezelf. Maak niet de fout door te reageren op de meeste recente mail, al zijn ze zo voor de hand liggend. Begin echt met de berichten die prioriteit hebben en werk ze dan van beneden naar boven af.
2. Durf hulp te vragen
Vraag familie, mantelzorgers en vrijwilligers heel gericht om jou te ondersteunen bij piekuren. Iedereen wil wel een handje helpen als hij/zij er toch is, maar men weet vaak niet wat ze dan moeten doen. Ze willen je ook weer niet voor de voeten lopen. Kijk dus welke hulp je wanneer kunt gebruiken. Als iemand bijvoorbeeld altijd direct na de lunch op bezoek komt, kan je ook eens vragen of diegene wat eerder wil komen. Zo kan hij of zij helpen bij het dekken en/of afruimen van de tafel. Een kleine taak, maar het kan voor jou een hoop schelen.
3. Als je merkt dat je gaat rennen: verlaag je tempo bewust
Soms kan je de hele dag in een soort turbostand staan. Alles gaat in de vijfde versnelling en moet snel, snel, snel. Als je dit bij jezelf merkt, schakel dan juist eens even terug en neem een ander ritme aan. Vouw die handdoeken eens heel mindful op. Loop langzamer door de gang. Praat langzamer. Zorg dus dat je vertraagt tijdens je werk. Het is net als op de snelweg: je kan wel met 130 kilometer per uur naar huis rijden, maar uiteindelijk levert het je niet meer dan een paar minuten tijdwinst op.
Als het om vertragen gaat, zijn de pauzes ook erg belangrijk. Houd daarom voor ogen:
- Pauze is belangrijk voor de zorg die je geeft: bedenk dat het nemen van pauze iets oplevert in je werk. Een ontspannen en uitgeruste medewerker maakt minder fouten, werkt sneller en is vrolijker.
- Spreek de pauzes af: elke dienst weer bespreek je met je collega’s hoe en wanneer er pauze wordt genomen. Bouw samen vaste momenten in en laat je dan ook niet overvallen door de hectiek. Vang dingen voor elkaar op.
- Zorg voor mini-pauzes: maak gebruik van de iets rustigere momenten. Ga vooral als je veel staand werk doet even zitten, drink een kop koffie en maak een praatje met een collega.
- Zorg voor een lange pauze per dienst: je hebt recht op een half uur pauze als je meer dan 5,5 uur werkt in een dienst. Die kan je eventueel splitsen in twee keer een kwartier, maar doe dat niet standaard. Een kwartiertje voelt namelijk veel gehaaster, in een lange pauze kan je veel meer tot rust komen.
- Neem juist op drukke diensten time-outs: door dit echt te doen, voel je dat je voor jezelf zorgt. Het is een vorm van zelfrespect. Je krijgt meer rust en straalt dat uit. Als je dit samen overlegt, voelt iedereen de ruimte om zo’n time-out te nemen.
- Verlaat je werkplek: pauze nemen terwijl alles om je heen doorgaat, is veel moeilijker dan op een plek buiten je directe werkomgeving. Ga daarom bijvoorbeeld even naar buiten. In de zon lopen of even uitwaaien doet wonderen voor je geest en lichaam.
4. Voel wanneer je rust of een pauze nodig hebt
Bij ons lichaam vinden we het heel normaal: als je langere tijd een fysieke (sport)prestatie geleverd hebt, bouw je een hersteltijd in. Maar voor de hersenen, ons mentale kapitaal, nemen we die tijd vaak niet. We gunnen onze brein niet de tijd om bij te tanken. Dat komt vooral omdat we niet altijd hebben geleerd om signalen die ons brein ons geeft te herkennen. En als je ze dan wel herkent, hebben we geleerd om er vooral niet naar te luisteren. We moeten doorgaan, niet zeuren, ons niet zo aanstellen, etc.
De belangrijkste signalen die je helpen te voelen wanneer je brein rust nodig heeft zijn wanneer je vergeetachtig of neerslachtig wordt, uitstelgedrag gaat vertonen of concentratieproblemen krijgt. Hoe lang je brein dan rust nodig heeft, is voor iedereen verschillend. Het hangt ook af van de situatie. Over het algemeen geldt: hoe langer je wacht met rust nemen, hoe langer het duurt om te herstellen. Het werkt het beste om gedurende de dag kleine pauzes in te lassen, zodat jouw brein steeds herstelt en goed kan blijven presteren.
5. Haal adem
Als je drukker wordt, ga je hoger (meer via je longen en minder via je buik) ademhalen. Je ademhaling wordt dan ook sneller en onrustiger. Let er maar eens op als je heel druk bent of er iets vervelends gebeurt. Om dit beter te leren reguleren, kan je het beste actief aan de slag gaan met je ademhaling. Dit werkt voor iedereen anders, omdat je ademhaling geregeld wordt door het autonome zenuwstelsel, maar ook door je bewuste wil. Hiermee is het voor jou dé toegang tot de functies van jouw autonome zenuwstelsel. Bewuste ademhaling is dus eigenlijk de schakel tussen body en mind.
De meerderheid van de westerse bevolking ademt weleens verkeerd. De afgelopen decennia zijn de prikkels om ons heen enorm toegenomen. Daardoor zijn veel mensen continu alert. Ons zenuwstelsel kent drie staten: Veiligheid (groeistatus), Vecht of vlucht en Bevriezing (apathie). Door alle prikkels om ons heen staan veel mensen continu in een ‘vecht of vlucht’ modus en dat leidt tot een ontregeld ademhalingssysteem. We ademen verkeerd en te veel!
Maar hier kan je dus zelf iets aan doen. Het enige wat je daarvoor hoeft te doen is een ademhalingsoefening. Als je dat elke ochtend en avond doet, ga je merken dat je rustiger wordt en minder snel ademhaalt. Je lichaam gaat dit na verloop van tijd herkennen. Als er een acute stresssituatie is of wanneer je merkt dat je toch weer te hoog in je ademhaling zit, kan je deze oefening ook overdag doen. Loop gewoon even naar het toilet of naar buiten, je hebt maar een paar minuten nodig. Je kan ook de app Respiroguide Pro op je telefoon downloaden, dan heb je het altijd bij de hand.
Wil jij meer handvaten voor het omgaan met werkdruk? Of loop jij op werkgebied tegen een andere uitdaging aan? Neem contact op met zorgcoach Anneke Kersten van Werk Weer Leuk en krijg weer grip op jouw werk in de zorg.