Vier maanden zwangerschaps- en bevallingsverlof vliegen vaak voorbij. Ineens komt het punt dat je weer moet gaan werken. De een kijkt er juist naar uit om na al die maanden weer aan de slag te gaan, de ander vindt het wat lastiger om d’r draai weer te vinden. Toch is het altijd spannend.
Terug aan het werk gaan betekent vaak ook dat je kindje voor het eerst naar de opvang gaat. Daar kunnen best even wat zenuwen bij komen kijken. Gaat het wel goed, zal hij of zij het naar de zin hebben en hoe is het wanneer ik hem of haar weer op kan halen? En dan komt daar ook je werk nog bij. Is er veel veranderd in je afwezigheid? Gaat het weer als vanouds voelen? Bij het einde van je verlof komen ongetwijfeld heel veel vragen kijken. Ik weet nog precies hoe ik dat heb ervaren.
De eerste werkdag na je verlof
Mijn eerste werkdag na mijn verlof, jeetje wat een slechte nacht. Voor het eerst sinds lange tijd is het mijn wekker die me wakker maakt en niet mijn baby. Voor het eerst komt er een deadline op me af: vroeg op, douchen, de kleine man eten geven en aankleden, ontbijten. Mijn tas inpakken en de tas voor de kleine man inpakken. Voor we de deur uit gaan check ik alles nog drie keer. Ik denk nog: dit moet efficiënter en minder stressvol kunnen. Dit doen we morgen anders. Morgen is wat optimistisch, zal later blijken, maar uiteindelijk zal het me lukken.
Nou, daar gaan we dan. Onderweg naar mijn werk zet ik de kleine man af bij de gastouder en met een kleine traan rij ik door naar mijn werk. Ik installeer mezelf en zeg iedereen gedag. Een stroom aan felicitaties volgt en er wordt van alles gevraagd over de kleine man. “Vooruit”, zeg ik. “Ik zal jullie wat leuke babyfoto’s laten zien.” Niet veel later moeten we dan toch echt aan de gang. Ik benoem wel gelijk even dat ik per dienst twee keer zal kolven en dan dus een half uurtje van de afdeling zal zijn.
Kolven op je werk
Maar kolven op het werk blijf ik toch wel een dingetje vinden. Nu is het kolfapparaat sowieso al eerder mijn vijand dan mijn vriend, maar op je werk is het helemaal onwennig. De kolfruimtes zijn op de ene locatie toch wat prettiger dan op de andere, ook al staan er duidelijke eisen over zo’n ruimte in de wet. Er moet bijvoorbeeld een lekkere stoel staan en een koelkast. De ruimte moet stromend water hebben en er moet genoeg privacy zijn. En ik kan je vertellen, dat laatste is van groot belang.
Zo heb ik tijdens een van mijn kolfsessies al eens meegemaakt dat een medewerker van de technische dienst de deur opende, omdat hij een gek brommend geluid uit de kamer hoorde komen. Dat overkomt me niet nog een keer. Sindsdien hang ik een bordje aan de deur: ‘Niet storen, hier wordt gekolfd’, en zit ik met mijn rug naar de deur.
Het werken went snel weer
De eerste dagen na mijn verlof kosten me veel energie, want ik ben die structuur en het vroege opstaan niet meer gewend. Maar het is ook heerlijk om weer terug te zijn. Wat vind ik het fijn om ook weer over andere onderwerpen te praten dan poepluiers, plas, slaapjes en mijlpalen van de baby.
Langzaam went alles weer. Tijdens de eerste weken krijg ik mijn ritme steeds meer terug en stuur ik minder vaak appjes naar de gastouder om te vragen hoe het met de kleine man gaat. Hij heeft het daar heel erg naar zijn zin en komt met een lach thuis. En de avonden brengen we lekker samen door.