Een verminderd concentratie- en reactievermogen. Mentale vermoeidheid, geheugenproblemen, prikkelbaarheid, lichamelijke klachten, een continu hongergevoel en behoefte aan junkfood. Symptomen van een ernstig gebrek aan slaap? Nee hoor! Symptomen van verpleegkunde!
Ik lig in bed. Met mijn hoofd nog bij mijn dienst van vanavond bedenk ik dat ik moet gaan slapen. Ik moet nu écht slapen. Heb ik dat infuus nou nog omhoog gezet nadat die patiënt zo gebraakt had? Volgens mij wel. Ik moet echt slapen nu. Zal ik anders nog even naar de afdeling bellen om door te geven dat die ene patiënt nog pijnmedicatie mag krijgen als hij extra klachten krijgt? Nee, volgens mij heb ik het overgedragen. Normaal ben ik thequeen of the powernap, maar waarom kom ik nu zo moeilijk in slaap? Morgenochtend niet vergeten om de geriatrie te bellen voor die ene mevrouw die dementerend is. Moeten we daar eigenlijk niet een BOPZ voor aanvragen? Nog vijf uur voordat de wekker gaat. Waarom slaap ik nou nog niet?
Werkdruk
Ik lig in bed, ben kapot na mijn late dienst en heb morgen weer een vroege. In m’n hoofd ga ik alles nog een keer na, evalueer ik de avond nóg een keer. Heb ik alles wel netjes achtergelaten voor de nachtdienst? Met mijn patiënten in mijn hoofd val ik toch langzaam in slaap. Ineens ben ik weer klaarwakker. Door mijn hoofd flitst dat ik nog een glas water zou pakken voor een patiënt. Er kwam een katheter, een OK, een patiënt met veel pijn en familie tussendoor. Voordat ik het wist, zat mijn dienst erop en ben ik compleet vergeten water te pakken.
Opzij, opzij, opzij
De volgende ochtend kom ik bij dezelfde patiënt en bied ik mijn excuses aan dat ik het water vergeten was de vorige avond. Mijn patiënt begint hard te lachen en zegt dat hij het niet erg vond. “Jullie hadden het ook zo druk gisteren hè meisje. Kan jij ook niks aan doen.” Ik krijg altijd een dubbel gevoel van patiënten die dit soort dingen zeggen. Enerzijds is het hartstikke lief bedoeld en vind ik het fijn dat mijn patiënten zien wat ik allemaal doe. Soms is mijn werk net als dat liedje van Herman van Veen: rennen, springen, vliegen, duiken, vallen, opstaan en weer doorgaan. Anderzijds vreet zoʹn opmerking aan me. Lijden mijn patiënten niet onder die enorme berg werk die ik in een dienst moet verzetten? Heb ik wel genoeg aandacht voor ze en kan ik ze wel de zorg bieden die ze nodig hebben?
Diagnose verpleegkunde
Ik lig nog steeds in bed. Ik ben nog steeds wakker. In gedachten hoor ik mijn wekker al rinkelen om me te wekken voor een nieuwe werkdag. Hoe langer ik wakker lig, des te meer ik mijn benen voel protesteren; ook zij weten dat ik morgen weer hard moet lopen. Zal ik anders nog even uit bed gaan om wat te eten? Ik hoor mijn telefoon trillen en het duurt even voordat ik besef dat ik een berichtje krijg. Mijn hoofd kan zich er niet toe zetten om het berichtje te openen en nog meer info tot me te krijgen. Ik ben te moe.
Alle symptomen
Ik bedenk opeens dat ik de afgelopen nachten door de vele wisselende diensten steeds maar een paar uur heb geslapen. Ik zoek op Google wat de symptomen zijn van slaaptekort en de resultaten zijn confronterend: ik heb ze bijna allemaal. Ik lach in mezelf en in mijn hoofd verander ik de diagnose van ʹslaaptekortʹ naar ʹverpleegkundeʹ. Zie je wel, ik heb alle symptomen!