De populatie kwetsbare ouderen in het ziekenhuis neemt in rap tempo toe. Ondertussen daalt het aantal verpleegkundigen en neemt de werkdruk ook nog eens toe. We krijgen meer patiënten onder onze hoede en er blijft minder tijd over om ze goed in de gaten te houden. Het is vaak een strijd tegen de klok en als je patiënt dan ook nog gaat spoken, kunnen we ons geluk niet op.
We herkennen het allemaal wel: tijdens je dienst raakt je patiënt verward, klimt hij over de bedhekken en trekt zijn infuus of katheter eruit. Jarenlang ben ik werkzaam geweest als geriatrieverpleegkundige binnen het ziekenhuis, waarbij de zorg voor verwarde patiënten voor mij meer regelmaat dan een uitzondering op de regel was. Deze kwetsbare ouderen en verwarde patiënten lopen bij opname in een ziekenhuis een vergroot risico op valincidenten. De zorg voor deze patiënten gaat vaak gepaard met het toepassen van vrijheidsbeperkende maatregelen.
Vrijheidsbeperking voelt heel dubbel
Ik herinner me mevrouw R. nog goed, opgenomen vanwege een CVA met een verminderde mobiliteit en verwardheid als gevolg. Overdag zit mevrouw gefixeerd in een rolstoel met tafelblad, maar ondanks dat dwaalt ze nog regelmatig over de afdeling. Als ik even niet oplet staat mevrouw alweer bij de uitgang en is het een hele kunst om haar weer terug op haar kamer te krijgen. Mevrouw roept: “Help me dan toch”, en ik zie de wanhoop in haar ogen. Hoe graag ik haar ook wil bevrijden uit haar rolstoel, mijn zorgverlenersrol vertelt me dat het beter is zo. Mijn hart breekt…
Tijdens de nachtdiensten is mevrouw erg onrustig. Mevrouw hangt al met beide benen over de bedhekken en het is een strijd om haar terug in bed te krijgen. Ik help haar terug en besluit het bed tegen de muur te zetten, om het valrisico te beperken. Omdat het druk is op de afdeling en de bellen roodgloeiend staan verlaat ik de kamer. Terwijl ik druk bezig ben bij een andere patiënt, hoor ik een harde bonk. Ik snel de gang op en tref mevrouw naast haar bed aan. Gelukkig heeft ze geen zichtbaar letsel, maar ik besluit wel direct de bedsensor in te zetten.
Na meerdere valincidenten is de maat vol. Gezien familieparticipatie in dit geval niet mogelijk is, besluiten we om het poseybed in te zetten als vrijheidsbeperkende maatregel. Op deze manier kan ik in ieder geval de veiligheid van mevrouw waarborgen. Wanneer ik het poseybed dichtrits ben ik opgelucht en kan ik weer even rustig ademhalen. Mevrouw ligt weer veilig in haar bed. Ondanks die opluchting voelt het toch altijd naar om iemand in de vrijheid te beperken. Ik rapporteer mijn bevindingen in het verpleegkundig dossier en evalueer dagelijks of de interventie nog noodzakelijk is.
Een poseybed, wat is dat nou eigenlijk?
Het poseybed is een vorm van een vrijheidsbeperkende interventie waarbij er geen directe fixaties op de patiënt nodig zijn. Ondanks dat het een VBI is, behoudt de patiënt wel in zekere mate zijn bewegingsvrijheid. Het is een soort tentbed dat aan alle zijden is dichtgeritst, waardoor de patiënt niet zelfstandig uit bed kan komen. Het is een patiëntvriendelijke manier van vrijheidsbeperkende interventie en beschermt niet alleen de patiënt, maar kan de zorgverlener ook kostbare tijd besparen. Daarnaast kan het de patiënt een gevoel van geborgenheid of rust geven.
Toen ik tien jaar geleden begon als verpleegkundige was het gebruik van een Zweedse band of verpleegdeken bij de verwarde patiënt nog ‘heel gewoon’. Wanneer de veiligheid van de patiënt of het zorgpersoneel in het gedrang kwam, werd al gauw overgegaan tot vrijheidsbeperkende maatregelen zoals deze. Er waren nog weinig alternatieven beschikbaar en familieparticipatie was nog niet vanzelfsprekend.
Ik weet nog goed dat ik tijdens een nachtdienst zorg droeg voor ‘Bep’, een man met cognitieve problemen. Meneer lag gefixeerd in de Zweedse band en tijdens mijn controlerondje constateerde mijn collega dat meneer niet meer in zijn bed lag. Niet veel later troffen we hem aan op een andere patiëntenkamer, waar hij zich uitgebreid aan het opfrissen was. Meneer was zich van geen kwaad bewust, maar het had ook heel anders af kunnen lopen. Het verkeerd toepassen van een Zweedse band kan ernstige gevolgen hebben. Gelukkig heb ik het gebruik van deze vrijheidsbeperkende maatregel gaandeweg naar de achtergrond zien verdwijnen en zijn er veel alternatieven op de markt verschenen, waaronder het poseybed.
Een weloverwogen keuze
In de regel geldt voor het toepassen van de vrijheidsbeperkende maatregelen ‘Nee, tenzij…’ en ga ik altijd op zoek naar de mildste vorm van vrijheidsbeperking, passend bij de situatie van de patiënt. Wanneer ik een VBI toe ga passen, maak ik altijd een weloverwogen en zorgvuldige keuze zodat ik de veiligheid van zowel de patiënt als de zorgverlener kan waarborgen. Ik bedenk altijd wáárom ik deze interventie inzet en rapporteer nauwkeurig mijn bevindingen in het patiëntendossier. Ik draag de VBI over aan mijn collega en vraag haar dit tijdig te evalueren.
Gelukkig zijn er tegenwoordig veel verschillende maatregelen op de markt, waardoor lichamelijk fixeren de patiënt zoveel mogelijk bespaard kan blijven. Het blijft toch iets waar mijn zorgverlenershart maar niet aan kan wennen.