In de psychiatrie kom je veel persoonlijkheidsstoornissen tegen. Zo ook narcisme. Dit wordt vaak als vervelend ervaren, zeker een eerste keer dat je hier mee te maken krijgt. Toch zijn er weldegelijk handvaten om hiermee om te gaan. Verpleegkundige Birgit werkt in de ggz en deelt haar kennis.
Een narcist is iemand die buitenproportioneel op zichzelf gericht is. Alles draait om hem of haar. Nu zijn de meeste mensen natuurlijk behoorlijk met zichzelf bezig en dat vinden we vrij normaal. Doordat we om onszelf geven, kunnen we namelijk overleven en bereiken we onze doelen in het leven. In eerste instantie lijken narcisten daarom net als ieder ander te zijn. Ze kunnen namelijk gewoontjes overkomen. Toch zijn er grote verschillen.
Narcisten hebben nauwelijks een empathisch vermogen, hebben geen oog voor de ander, stellen zichzelf op als belangrijker dan de wet en kunnen erg boos worden als iemand tegen hen ingaat. Narcisten hebben vaak een verheerlijkt zelfbeeld en fantasieën over successen, macht, schoonheid, ideale liefde en/of genialiteit. Ook hebben narcisten vaak onredelijke verwachtingen naar anderen, omdat zij verwachten dat anderen altijd meegaan in hun wensen en verwachtingen. Kortom, ze kunnen veel ruimte innemen. Hoe ga je daarmee om?
1. Grenzen stellen
Blijf allereerst aan jezelf denken en geef je grenzen aan. In een relatie met een narcist gaat het vaak alleen maar over de ander. Bedenk hoever je hierin mee wil en kan gaan. Probeer dit vervolgens duidelijk aan te geven. Grenzen zijn niets meer of minder dan een setje regels die je omgang met anderen en met jezelf vergemakkelijken. Door grenzen te stellen schep je voor anderen duidelijkheid, maar daarnaast ook persoonlijke ruimte voor jezelf.
2. Verdiepen in de stoornis
Wanneer je meer kennis hebt over de narcistische persoonlijkheidsstoornis zal je het gedrag van iemand die dit heeft beter begrijpen. Dit betekent niet dat je mee hoeft te gaan in zijn of haar gedragspatronen, maar het kan er wel voor zorgen dat het gebrek aan inlevingsvermogen bijvoorbeeld minder persoonlijk voelt. Ook zal je de gedragspatronen zo sneller herkennen.
3. Val een narcist nooit in het openbaar aan
Narcisten zijn doodsbang om voor lul te staan. Ze zullen het jou nooit vergeven als je in het bijzijn van anderen tegen ze ingaat. Laat hem of haar dus vooral in zijn waarde. Ook in een-op-een situaties is het beter om geen discussies aan te gaan, want de strijd met een narcist ga je toch nooit winnen. Hoe harder jij vecht, hoe harder hij zal slaan.
4. Blijf op je hoede
Natuurlijk kun je (wellicht met behulp van bovenstaande tips) een manier vinden om beter om te gaan met een narcist. Zolang je hun spelletje meespeelt, mag je immers meedelen in hun grootheid. Toch moet je niet vergeten dat je ook zonder pardon weer aan kant kan worden geschoven. Bedenk je daarom goed wat jij aan deze persoon hebt en wees zelf ook een beetje egoïstisch. Blijf aan jouw grenzen en behoeftes denken, ook als iemand al jaren in je omgeving is. Wellicht betekent dit dat je het contact uiteindelijk moet verminderen of zelfs helemaal verbreken.