Als verpleegkundige in de psychiatrie neem je je werk weleens mee naar huis. Natuurlijk mentaal: je verwerkt de gebeurtenissen die je meemaakt en reflecteert op je handelen. Maar ook fysiek: het kan weleens gebeuren dat ik een blauwe plek of zelfs een gebroken neus heb. Ik ben er altijd heel open over naar mijn kinderen toe.
Op de vorige afdeling waar ik werkte kwam ik regelmatig in aanmerking met agressie: zowel fysiek als verbaal. Bij fysieke agressie leverde dat nog weleens blauwe plekken op, een overbelaste schouder of een gebroken neus.
De psychiatrie is ingewikkeld
Ik heb mijn kinderen altijd uitgelegd dat mijn cliënten vanuit hun ziek zijn soms zo bang zijn, dat ze zich agressief gedragen. Dit is niet goed, maar daarom zijn ze ook in behandeling. Zo leren ze om met hun ziekte om te gaan of om ervan te herstellen. De ingewikkeldheden hiervan vertel ik nooit.
Mijn kinderen weten hoe lastig het is om te herstellen van een psychische ziekte of om te leren omgaan met een bepaalde stoornis. Ze maken het van heel dichtbij mee. Mijn oudste heeft namelijk traumaklachten en is hiervoor in behandeling. Mijn andere kind heeft een taalontwikkelingsstoornis en leert door zijn behandeling om hiermee om te gaan.
Ook ik moet natuurlijk cursussen volgen om mijn kennis bij te houden, zo ben ik momenteel een boek aan het lezen over trauma. In dit boek staat beschreven dat bij mensen met trauma juist ademhalingsoefeningen een positief effect hebben om weer in contact te kunnen komen met hun lijf en het lijf te voelen. Later in het boek wordt het nog specifieker: deze cliënten hebben baat bij mindfulness.
Samen mindful zijn
Zelf heb ik al een lange tijd weerstand tegen mindfulness, ik word er juist onrustig van. Omdat ik dat mijn cliënten vaak wel adviseer om meer bij hun gevoel te komen, heb ik besloten om toch ook zelf maar eens aan mindfulness te gaan doen. Ik ga aan de slag met een app van mijn zorgverzekering. De meeste oefeningen doe ik ‘s avonds als de kinderen op bed liggen.
Een uitzondering is de oefening ‘mindfulness eten’. Het is waarschijnlijk niet helemaal de bedoeling om deze met kinderen in de buurt te doen, maar het werkt wel ontspannend. Voor deze oefening heb ik een mandarijntje gepeld. Ik zit net klaar om te beginnen, als de kinderen naast mij op de bank neerploffen. Ze gaan meedoen hebben ze besloten.
De oefening vraagt: ’Wat zie je?’ en in koor roepen ze: “Een mandarijn!” Vervolgens vraagt de oefening welke vorm je ziet en moet je een stukje proeven. Al kauwend blijven we antwoord geven op de vragen. We lachen een hoop en hebben het erg naar ons zin. Misschien niet heel mindful, maar het is wel een hele ontspannende gezinshuiswerkopdracht geworden. Een ouder die werkzaam is in de psychiatrie is voor een kind zo nu en dan best wel een aparte belevenis.