Verpleegkundige Yvonne Erduran (54) werd toeschouwer van een liefdesrelatie binnen de zorgvilla waar ze werkt. Tijdens haar carrière zag ze: seksualiteit bij ouderen houdt niet op, maar een pure, prille liefde is zeldzaam.
“Ze kwam blijmoedig naar me toe: Yvonne, ik heb vlinders! Hoe haar, deze nieuwe bewoonster van 85 jaar, zoiets nog kon overkomen, deed haar versteld staan. Na haar Indonesiëtijd, waar ze een slecht huwelijk had, verhuisde ze na de dood van haar man naar Amsterdam. Ze vereenzaamde: in de dertien jaar tijd dat ze er woonde, kwam er nauwelijks bezoek. Dat ze nu, in dit huis, na vier maanden tijd een hevige verliefdheid mocht ervaren, vond ze verwonderlijk.
“De sfeer in het huis veranderde direct toen ze in de zorgvilla introk. De vier mannelijke bewoners gedroegen zich als haantjes. Ze werden gecharmeerd door haar slanke lichaam en dat mooie gezicht. Tijdens de koffiemomenten wilden de mannen naast haar zitten. Ik voelde een bepaalde spanning in de lucht hangen, mijn intuïtie zei dat het om verliefdheid ging. Op een dag nam een twee jaar oudere bewoner het voortouw en vertelde op haar kamer dat hij verliefd was. Aangezien deze mevrouw slechtziend is, moest ze afgaan op zijn – nogal innemende – stem. Twee weken later verklaarde ze hem ook de liefde en zag ik haar opbloeien.
“Ik voel me weer een jong, verliefd meisje met alles wat daarbij hoort”, aldus de inmiddels 85-jarige bewoonster, samen met verpleegkundige Yvonne Erduran.
“Hij, voormalig arts, is dominant maar zorgzaam. Zo schuift hij haar stoel aan en opent galant de deuren voor haar. Bij deze liefde spelen passie en seks een grote rol. Bij beide appartementen staat een tweepersoonsbed, cadeau gedaan door de kinderen van de man. Dat er liefde wordt bedreven levert mij als verpleegkundige weleens ongemakkelijke momenten op. Hoe lang ik ook aanbel, soms lijken ze me niet te horen. Ik vind het ongepast om hen zo aan te treffen, dan verlaat ik met schaamrood op mijn kaken het appartement. En ik sta er niet vreemd van op te kijken: in mijn werk heb ik gezien dat seksualiteit nooit ophoudt.
“Het bijzondere is dat deze liefde wat heeft getriggerd in het huis. Een andere mannelijke bewoner was tijdens deze liefdesverklaring net op vakantie. Was ik maar niet naar Frankrijk gegaan, mopperde hij, nu waren zijn kansen verkeken. Hij benijdde hen, terwijl hij hier al jaren woonde en vrouwen nooit een onderwerp waren. Ik legde hem voor: is er van deze 21 vrouwen niet ééntje, die je interessant vindt? En het hoeft helemaal niet uit te monden in een relatie. Dit heeft uiteindelijk ertoe geleid dat ze bij elkaar op de thee gaan. Ik zie het als één van mijn taken om ervoor te zorgen dat anderen zich door dit geluk niet eenzaam of buitengesloten gaan voelen.
Hoe deze relatie bij de andere vrouwen in het huis valt, weet ik niet. Ouderen laten minder het achterste van hun tong zien. Sommigen kunnen het als ontrouw zien ten opzichte van een overleden partner.
“Het verbaast mij keer op keer hoe erg ouderen in zichzelf gekeerd zijn. In dit huis is het contact met elkaar intensief: er wordt samen ontbeten en gedineerd. Buiten deze momenten om zoeken ze elkaar zelden op, zoals ik een praatje maak met de buren of ergens even aanklop. Blijkbaar neemt de behoefte aan sociale omgang af en worden de kinderen het belangrijkst. Ik heb ervaren dat ouderen zich soms tóch nog kunnen openstellen voor nieuwe contacten en zelfs voor een pure liefdesrelatie. Deze gebeurtenis is het mooiste dat ik heb meegemaakt in mijn werk. Vier jaar later is het nog steeds prachtig om te zien hoe verliefd ze zijn. Echte liefde op hoogbejaarde leeftijd, dat gun je toch iedereen.”