Als verpleegkundige maak je de meest mooie, maar ook de meest heftige momenten mee. Niet alleen heftige situaties maar ook heftige gesprekken. Je ziet patiënten en hun naasten op hun meest kwetsbaarst. Soms krijg je bewondering voor deze gesprekken. Als verpleegkundige maak je vaak slechtnieuwsgesprekken mee. Bij ons is het de arts die slecht nieuws brengt en soms geeft dat je een andere kijk op het leven.
Mijn late dienst begint om drie uur en ik sta ingepland in de regiedienst. Dit houd in dat ik zelf geen patiënten heb, maar me bezig houd met helpen en opnames. Tijdens de overdracht zou een patiënt een slechtnieuwsgesprek krijgen. De arts vraagt of er een verpleegkundige bij kan komen zitten. Ik stem af met mijn collega en besluit erbij te komen. Aangezien meneer vorige week al had gehoord dat hij longkanker heeft, maar de familie dit nog niet weet, is de longarts degene die het gesprek leidt. Ik zie een jonge vent van vijftig jaar met een bezorgde familie om hem heen. Eén van de regels bij een slechtnieuwsgesprek is er niet omheen draaien en direct met het slechte nieuws te beginnen. Deze arts weet dat ook. Daarom vertelt hij dat het er niet goed uitziet: het betreft een kwaadaardige tumor met uitzaaiingen in de longen. De familie blijft aanzienlijk rustig onder dit nieuws en de longarts vertelt verder over een eventuele palliatieve behandeling. De familie stelt vragen en ik zie dat meneer in een roes leeft en weinig meekrijgt van het gesprek.
Hoelang nog?
Ik als verpleegkundige observeer en luister. Ik observeer de patiënt, zijn familie én de longarts. Die heeft een belangrijke taak in dit gesprek, hij is tenslotte degene die het slechte nieuws brengt en de vragen van meneer en de familie kan beantwoorden. Een pittige taak die niet altijd meevalt, lijkt mij zo … Ik zie dat deze arts ervaring heeft in deze gesprekken, zo rustig, kalm en helder hij uitleg geeft. Ik krijg bewondering voor deze longarts wanneer de familie vraagt hoelang hij nog te leven heeft als hij geen behandeling wenst. Deze vraag wordt vaak gesteld en evenzovaak geven artsen, zo goed als ze dat kunnen inschatten, aan hoelang iemand nog zal leven. Deze arts doet dat niet, maar wendt zich tot meneer en vraagt hem: “Wilt u zelf weten hoelang u nog te leven hebt?”
Bedankt dokter!
Door deze vraag van de arts denk ik over de verschillende gesprekstechnieken na die je tijdens de opleiding leert. Het staat soms zo mooi beschreven in de boeken, maar uiteindelijk zijn zulke gesprekken niet te leren en is ervaring, hoe raar het ook klinkt, het beste leermiddel. Dokter, bedankt voor dit leerzame gesprek, dankzij u ben ik weer een stukje gesprekstechniek rijker.