In de avonden, nachten en weekenden heeft de afdeling van oncologieverpleegkundige Noah telefonische bereikbaarheid voor patiënten die worden behandeld met chemotherapie. Het luisteren naar je buikgevoel is daarbij belangrijk, vertelt ze.
“Goedenavond! Je spreekt met Noah, oncologieverpleegkundige.” Aan de andere kant van de lijn hoor ik iemand haar keel schrapen. “Ja hallo, met Maaike van de wijkverpleging. Ik bel voor mevrouw de Wit. Ik maak me ernstig zorgen om haar.”
Bereikbaar voor patiënten
Patiënten mogen ons bellen met vragen of problemen die echt spoed hebben en dus niet kunnen wachten tot de volgende dag. Hierbij kan je bijvoorbeeld denken aan koorts, aanhoudend braken of diarree, onhoudbare pijnklachten, aanhoudend bloedverlies of acute benauwdheid. Het is mijn taak als oncologieverpleegkundige om klachten goed uit te vragen, adviezen te geven, te overleggen met de arts en vooral een inschatting te maken van de ernst van de klachten en het risico voor de patiënt.
Allereerst pak ik altijd het dossier van de patiënt erbij. In dit geval dus van mevrouw de Wit. Ik zie dat mevrouw een ovariumcarcinoom heeft met metastasen naar het buikvlies. Onlangs is de chemotherapie gestaakt, omdat het meer bijwerkingen gaf dan dat het hielp. De oncoloog is daarvoor in de plaats gestart met hormoontherapie. Eigenlijk is de afspraak dat patiënten zich dan melden bij de huisarts in plaats van bij ons, omdat er dus geen chemotherapie meer gegeven wordt. Ik besluit toch het verhaal van mijn collega van de wijkverpleging aan te horen.
Klinisch redeneren
Ze vertelt dat mevrouw al dagen extreem misselijk is en dat ze niets meer binnen kan houden. Ook heeft ze een week geen ontlasting meer gehad en ze benadrukt nogmaals dat ze zich zorgen maakt. Mijn hoofd draait inmiddels op volle toeren. Op basis van klinisch redeneren stel ik verdiepende vragen en besluit te overleggen met de dienstdoende arts. Ik neem de zorgen van mijn collega serieus en heb er ook geen goed gevoel bij. De dienstdoende arts is duidelijk: “Stuur de huisarts er maar op af, want het kan ook andere oorzaken hebben dan de kanker.” Ik koppel dit terug naar de wijkverpleegkundige. Toch voel ik me er niet goed bij. Het voelt alsof we de patiënt van het kastje naar de muur sturen.
Als ik de volgende dag op werk kom, zie ik dat de patiënt is opgenomen op mijn afdeling. Mijn gevoel zat dus tijdens het telefoontje van de wijkverpleging goed. De huisarts is langs geweest en heeft geconstateerd dat haar buik niet goed werkt. Mevrouw is vervolgens ingestuurd naar het ziekenhuis. Nadat er een scan is gemaakt, blijkt mevrouw een ileus beeld te hebben op basis van doorgroei. Er zijn nieuwe metastasen aanwezig die haar darmen dichtdrukken. De hormoontherapie blijkt dus ook niet goed te helpen en wordt daarom gestaakt. Er is gestart met andere chemotherapie die de metastasen moet gaan verminderen.
Wil je meer weten over de oncologie-afdeling?
Luister dan naar onze podcast De Interventie! In aflevering 14 zijn we met oncologieverpleegkundige Noah Hoeben in gesprek gegaan over deze intense werkplek. Ze vertelt onder andere over de afwisseling tussen de verpleegafdeling en de dagbehandeling, het waardevolle patiëntencontact, het belang van een goed team en hoe je met al die emoties omgaat.