Heb jij ook een minder leuke herinnering aan een bepaalde situatie in je studententijd? Veel collega’s die ik deze vraag stel, herkennen dit en vertellen hun verhaal. Dit kan variëren van ‘voor gek gezet worden bij een patiënt door een werkbegeleider’, tot ‘met trillende handen een handeling uit te moeten voeren, terwijl je voelde daar nog niet aan toe te zijn’.
Toen ik als werkbegeleider en later als praktijkopleider begon, nam ik me voor om te proberen dit soort situaties te voorkomen. Maar ja, ik vroeg me wel af hoe ik dat moest doen.
De vier leerstijlen van Kolb
Ik realiseerde mij dat, naast dat iedere persoon anders is, ieder op een eigen manier leert en daardoor ook situaties op een eigen manier aanpakt. De psycholoog David Kolb deed onderzoek naar de verschillende manieren waarop mensen leren. Hij onderscheidt vier gedragingen en vier bijbehorende leerstijlen: de doener (gaat het liefst zo snel mogelijk aan de slag), de bezinner (bekijkt uitdagingen van alle kanten en ziet oplossingen), de denker (vormt zich eerst een uitgebreid beeld van de theorie) en de beslisser (probeert theorieën uit en experimenteert).
Neem het voorbeeld van een venflon inbrengen bij een patiënt voor een infuus. Een doener leest even de theorie door, pakt de benodigde materialen, spreekt het door met de werkbegeleider, kijkt twee keer mee en gaat dan onder begeleiding zelf prikken. Een bezinner is langer bezig met het doornemen van de theorie, vergelijkt verschillende methodes, stelt vragen en kijkt met collega’s mee tot zij de handeling zelf gaat uitvoeren.
Het doel is gelijk en beide methoden zijn goed, alleen de weg ernaartoe is anders. Het is zinvol om inzicht te hebben in je eigen leerstijl en die van de student. Zo voorkom je dat iets verwacht van een student, terwijl het meer bij de student past om iets op een andere manier aan te pakken.
Je eigen leerstijl ontdekken
Het is ook interessant om je af te vragen waarom je met de ene collega beter samenwerkt dan met een ander. Jaren geleden voerde ik een opdracht uit met een collega. Ik begreep maar niet waarom het maar duurde en duurde en we die opdracht maar niet konden afronden. Nadat wij ontdekten dat we allebei de leerstijl van bezinner hadden, hakten we knopen door en konden we verder. Wij zagen de humor in van de ontdekking en deze ervaring heeft mij meer gebracht.
Een voorkeur voor een leerstijl is ook niet statisch, deze kan verschuiven. Dat kan onbewust gaan, maar je kan er ook bewust aan werken. Natuurlijk denk ik niet steeds aan leerstijlen, maar per situatie kijk ik hoe ik iets het beste aan kan pakken en dat werkt! Mijn tip: doe de student, je werkbegeleider, je collega en jezelf een plezier en bespreek hoe een opdracht of handeling het beste aangevlogen kan worden. Daar kan je irritatie mee voorkomen.
Studenten nog beter leren begeleiden
Wil je meer leren over het geven van de beste stagebegeleiding in de zorg? In onze podcast De Interventie zijn we het gesprek aangegaan met de ervaren praktijkopleider Dorin van Oss. Naast de vier leerstijlen van Kolb bespreken we hierin o.a. ook waar een goede begeleiding nog meer aan moet voldoen, op welke manier je het beste feedback geeft en welke verantwoordelijkheden de stagiair zelf heeft.