De Sociale Benadering Dementie kan de kwaliteit van leven van mensen met dementie verbeteren, met als doel om de mens centraal te zetten in plaats van de patiënt. Maar wat houdt de Sociale Benadering Dementie precies in en hoe kan je dat als zorgverlener gebruiken? Verpleegkundig Specialist Merel de la Combé vraagt het aan Mark Smit, psycholoog en collega van Anne-Mei The, de bedenkster van de Sociale Benadering Dementie.
Op 17 november vindt in de Jaarbeurs Utrecht de allereerste Dag van de Dementie plaats. Dit jaar zal het thema Sociale Benadering in de Dementiezorg zijn. Mark Smit is een van de sprekers tijdens deze dag en vertelt daar alles over deze visie en hoe je het toepast.
Wat houdt de Sociale Benadering Dementie precies in?
“Dementie is een rotziekte en het zet het normale leven onder druk. Dingen die voorheen normaal waren, zijn dat na de diagnose dementie opeens niet meer. Er wordt anders met je omgegaan wanneer je deze diagnose hebt gekregen. Mensen praten bijvoorbeeld op een kinderlijke toon tegen iemand met dementie of checken bij de partner en kinderen of het wel klopt wat iemand zegt. Dit maakt dat iemand met dementie zich vaak geen volwaardig lid meer voelt van de samenleving, het lijkt of ze niet meer meetellen. Dat is soms nog moeilijker dan de ziekte zelf en dat is waar de SBD over gaat. We gebruiken wetenschappelijke inzichten om de praktijk te verbeteren en verder te helpen. Dat doen we op verschillende manieren: scholingen, trainingen en social trials.
De Sociale Benadering Dementie gaat over de ziekte zelf, de binnenwereld van iemand met dementie en de buitenwereld (de sociale omgeving). Er is een wisselwerking tussen deze drie domeinen: door de ziekte gaan mensen meer vergeten, daardoor worden ze onzeker, door die onzekerheid gaan mensen ze anders behandelen, wat weer extra onzeker maakt. De Sociale Benadering helpt om de wisselwerking positief te beïnvloeden, bijvoorbeeld door samen te werken aan zelfvertrouwen. Wat kan er wél?
Het is belangrijk om oog te houden voor andere sociale rollen, naast die van patiënt. Er kunnen na de diagnose veel sociale rollen wegvallen. Wat helpt is om samen met iemand met dementie te kijken welke andere rollen iemand nog kan vervullen. Denk daarbij aan de rol van vader of moeder, partner, vriend(in), buur of juist als lid van een vereniging, creatieveling, enzovoort. Dit biedt nieuwe mogelijkheden en vergroot uiteindelijk de kwaliteit van leven.”
Wat zijn goede manieren om invulling te geven aan andere sociale rollen in een intramurale setting?
“Binnen het verpleeghuis kan dit een uitdaging zijn, want de plek in de samenleving verandert bij opname letterlijk. Uit gesprekken met verpleeghuisbewoners over kwaliteit van leven was het opvallend dat iedereen het heeft over de wereld buiten het verpleeghuis. Het is voor hun geluk bepalend in welke mate zij een connectie hebben met de wereld buiten de muren van het verpleeghuis. Dat is best schokkend.
We zijn in de praktijk vaak bezig met een gezellige en fijne woonplek te creëren met leuke activiteiten, maar daarmee snijden we de verbinding met de buitenwereld soms te makkelijk af. Waarom moet een verpleeghuisbewoner opeens in het verpleeghuis naar de kerk en naar de kapper? Waarom ontvangt hij al het bezoek in het verpleeghuis? Waarom blijven mensen niet hetzelfde met iemand doen als ze voorheen deden? Door hier naar te kijken kan je op een hoopvolle manier aanspraak blijven doen op die andere sociale rollen.”
Hoe wordt de Sociale Benadering Dementie ingezet?
“Wat we in de social trials doen is het inzetten van nieuwe vormen van ondersteuning voor mensen met dementie en naasten in de thuissituatie. Er zijn teams opgesteld, hierin zitten niet alleen mensen met een zorgachtergrond maar juist ook mensen met een totaal andere achtergrond. Als je de leefwereld van iemand met dementie goed wil ondersteunen dan moet het niet alleen over zorg en welzijn gaan. Elk teamlid heeft dezelfde basistaak, namelijk het ondersteunen van mensen met dementie volgens de Sociale Benadering. Hoe kan je zo lang mogelijk het normale leven in stand houden?
Binnen de social trials kunnen huisartsen een verwijzing doen voor deze ondersteuning. Maar er wordt ook op andere manieren gekeken hoe er tijdig ondersteuning geboden kan worden, door bijvoorbeeld zichtbaar te zijn in de buurt. Een teamlid wordt dan gematcht aan iemand met dementie en diens familie en wordt hun vertrouwenspersoon. Hij of zij kijkt welke ondersteuning het beste gegeven kan worden. In wetenschappelijk onderzoek zien we dat dit de kwaliteit van leven van iemand met dementie en dat van de naasten verbetert en dat het een verpleeghuisopname met enkele maanden uit kan stellen.
Naast het werk bij de mensen thuis, komen we nu ook steeds meer in verpleeghuizen. We kijken hoe we hetzelfde kunnen bereiken met de SBD binnen het verpleeghuis. We bieden ook scholingen, maar met enkel scholing bereik je niet het gewenste effect als je de context niet verandert. We proberen ruimte voor de medewerkers te creëren om op een andere manier te gaan werken.”
In de praktijk zie ik vaak dat eenzaamheid een lastig probleem is om op te lossen. Welke tips hebt u hierbij?
“Het helpt om iemand weer de buitenwereld ‘in te trekken’. Als voorbeeld: een vrouw uit het verpleeghuis vertelde me dat ze al haar hele leven naar dezelfde kerk ging. Nu is ze daar al drie jaar niet meer geweest. We zorgden dat ze weer naar die kerk toeging en dan ontstaan er heel mooie dingen. De zoon van mevrouw wist niet dat zijn moeder dat nog kon en wil dit nu vaker met haar gaan doen. De kerk wist niet dat mevrouw nog in leven was. Ze vroegen of het leuk zou zijn als ze af en toe een vrijwilliger zouden sturen.
Het is soms heel moeilijk, maar daar waar het kan connectie blijven zoeken geeft ruimte voor meer verbinding. Naasten kunnen aangespoord worden om met hun familielid hetzelfde te blijven doen als voor de opname. Voor sommige naasten is een verpleeghuis een ongemakkelijke omgeving. Dan kan het ook helpen als zij hun naaste uit het verpleeghuis meenemen naar een andere omgeving.
We zouden familie kunnen ondersteunen door ze te helpen met het maken van waardevol contact met iemand met dementie. Hoe kan je bijvoorbeeld iemand aanspreken op vroegere sociale rollen? Hoe kan je contact maken zonder taal? Wat kunnen en mogen naasten nog ondernemen met de verpleeghuisbewoner? Veel mensen blijven weg uit ongemak. Als we daar een grotere rol in gaan spelen als zorgverleners dan zal dit zowel relaties als familieparticipatie verbeteren.”
Wat kan een zorgmedewerker doen om iemand met een gebrek aan initiatief toch op positieve wijze te motiveren, juist zodat de dagelijkse leefwereld weer centraal kan staan?
“Het is belangrijk om te kijken of iemand apathisch is door de dementie of dat dat komt door de omstandigheden. Sluit de huidige woonsetting bijvoorbeeld aan bij de behoeften en kwetsbaarheden van degene met dementie? Soms wordt apathie misschien te makkelijk toegeschreven aan de dementie. Soms willen mensen in de laatste fase van hun leven ook echt minder, dat kan. Als er activiteiten aangeboden worden is het goed om te kijken in welke activiteiten iemand ook echt zingeving kan vinden.”
Wat zou u zorgverleners die werken met mensen met dementie mee willen geven?
“Dat ze heel mooi en belangrijk werk doen! Maar ook dat we in een veranderende wereld leven. Enerzijds omdat mensen andere dingen willen dan vroeger, waardoor het goed is om met een brede blik naar de behoeften van kwetsbare mensen te kijken. Anderzijds vanwege de krappe arbeidsmarkt. Zorgverleners kunnen straks niet meer voor alle kwetsbare mensen zorgen. Het is een opgave: hoe kunnen we nog beter aansluiten en nog beter bijdragen aan de kwaliteit van leven?”