‘Oh nee..’ denk ik bij mezelf als ik de app open en zie dat ik deze ochtend de doucheroute heb. Sinds een paar dagen heb ik behoorlijk last van mijn rug, daardoor is de doucheroute in de thuiszorg vandaag niet mijn vriend. Toch zet ik mijn beste beentje voor en ga lachend van start.
De eerste drie cliënten gaan zonder enige problemen. Al ken ik deze mensen eigenlijk nog niet, ze zijn erg vriendelijk en kunnen nog een heleboel zelf. Voor het huis van de vierde cliënt blijf ik even in de auto zitten, omdat ik iets aan de vroege kant ben. Voor mij een mooi moment om nog even snel het dossier weer door te lezen.
Ik sta voor de deur van mevrouw de Wit. Een vrouw van eind 70, die een half jaar geleden lelijk is gevallen. Met een aantal gebroken ribben als gevolg. Elke week gaat ze een beetje vooruit. In het dossier staat dan ook met grote letters: ‘alleen ondersteunen op geleide van de pijn’.
“Goedemorgen mevrouw de Wit!” zeg ik bij binnenkomst. Ik stel mezelf voor en geef aan dat ik op deze route inval vanwege de vakantieperiode. Ik vertel haar ook dat ik nog niet alles goed weet te vinden, maar dat ik mijn best zal doen. Ook vraag ik haar of ze mij wat dingen kan vertellen als ik er niet uit kom.
“Die trap moet je af hoor meisje”, wordt er vanuit de woonkamer naar mij toe geschreeuwd. Het is een erg steile, smalle en draaiende trap. Ik wacht tot ze bij me is en dan gaan we samen de trap af. Ik loop omgedraaid als eerste naar beneden. “Zo doet de rest dat ook”, vertelt mevrouw de Wit mij.
De douche zelf is redelijk groot. Mevrouw zit prinsheerlijk op het stoeltje in de douche en wanneer ze mij vraagt om haar te helpen dan pak ik dit op. Ook tijdens het afdrogen help ik haar, maar mevrouw geeft aan dat ze boven de rest doet. “Het wordt hier zo snel koud meisje.” Sta ik dan, met het zweet op mijn voorhoofd.
Eenmaal boven aangekomen, help ik haar om de onderbroek aan te trekken. De inlegger die ze erin wil, werkt door de handschoenen niet mee. Mevrouw de Wit zegt ietwat geïrriteerd: ”Nou, wat zit je daar te klungelen, zo hoort die niet!” Ik probeer haar nog uit te leggen dat de handschoenen in de weg zitten, maar ze wil er niks meer van horen.
“Ik wil je even vertellen dat ik je hier niet meer wil hebben.” Met een verraste blik kijk ik haar aan. “Zou u mij kunnen uitleggen waarom dat zo is?” Ik kijk haar vriendelijk, maar toch verbaasd aan. “Nou, jij bent toch echt wel de slechtste zorgwerker die hier ooit is geweest!” Ik weet even niet wat ik moet zeggen. Maar dat hoeft ook niet, want mevrouw wil mij nog veel meer vertellen. “Je helpt niet, staat maar een beetje uit je neus te vreten. Jij lui wicht.”
Op dit moment grijp ik in. Ik geef netjes aan dat ik dit gedrag niet leuk vind en dat we dit ook kunnen bespreken. Het schelden en het tieren had ik daarentegen niet als reactie verwacht. Tevergeefs probeer ik uit te leggen dat het voor mij een vreemde route was, dus dat ik nogal moest zoeken in de huizen. Toch bleef het schreeuwen doorgaan. “Sorry mevrouw de Wit. Ik wil u graag helpen, maar als u zo tekeer gaat kan ik helaas niets voor u doen. Ik heb uw alarm hier nog in mijn zak. Zal ik die maar op het kastje naast u leggen?”
Het geschreeuw stopt maar niet. Nu beginnen ook de doodswensen en schreeuwt ze dat ik het huis moet verlaten. Het alarm geef ik haar in de handen. Ik wens haar een fijne dag en loop richting de voordeur. Ik begon de dag met een lach, maar deze eindigde in een boze traan.