De coronacrisis voelt dubbel voor haar als professional, vertelt SEH-verpleegkundige Jonna van der Kroon. “Als je extra gaat werken, zoek je de risico’s ook ‘extra’ op. Toch voelt het ook als je plicht om dit met elkaar te doen.”
De crisis zorgt ook bij Jonna voor de nodige uitdagingen. “Ik heb een gezin met jonge kinderen en weinig oppasmogelijkheden. Dat maakt dat ik minder in kan springen dan ik zou willen. Omdat deze crisis voorlopig nog wel even gaat duren, probeer ik hier een juiste balans in te vinden.”
Ze is ervan overtuigd dat deze crisis op een bepaald vlak voor iedereen gevolgen heeft. Het werk in de zorg is zwaar, maar de saamhorigheid is een belangrijke steun in de rug. “Waar je thuis even twijfel voelt om het virus actief meer op te zoeken voelt het op het werk juist heel fijn om deel uit te maken om deze crisis met elkaar door te komen.”
“Heftig dat patiënten niet gesteund kunnen worden door hun naasten”
Het werken op de Spoedeisende Hulp is tot nu toe behapbaar. Jonna: “In de regio waar ik werk, was er genoeg tijd om actie te ondernemen zodat we de grote stroom aan patiënten aankunnen. Het is onder controle.” Dat wil niet zeggen dat haar werk niet pittig is. Vooral de contactmogelijkheden met familie is lastig, zegt ze: “Ik vind het heftig dat familie op sommige SEH’s al niet meer bij de patiënt mag, in verband met het besmettingsrisico. De patiënten zijn meestal echt heel ziek. Dat je dan niet gesteund kan worden door je naasten, vind ik pittig.”
Daarom probeert ze als professional om daarin een stukje aan te vullen. Maar dat is niet makkelijk. “Je kan niet zomaar even bij de patiënt naar binnen lopen”, legt ze uit. “Je moet je eerst helemaal omkleden. Bril op, mondkapje op, jas aan. Het zorgt er ook voor dat het contact een stuk minder persoonlijk wordt.”
Voornamelijk oudere patiënten zijn afhankelijk van haar, omdat ze vaak geen mobiele telefoon hebben. Het contact met de familie kan daardoor alleen met behulp van de verpleegkundige plaatsvinden. “Dat is lastig. De familie zit bovendien thuis, dus die weet niet wat er op de SEH allemaal gebeurt en hoe het met het familielid gaat.”
“De hulp komt van alle kanten”
Gelukkig zijn er ook positieve kanten aan de situatie. “De hulp komt van alle kanten! Vanuit het hele ziekenhuis worden medewerkers op andere afdelingen en functies ingezet. Iedereen is hierin welwillend en denkt mee. Het maakt de collega’s niet uit dat ze soms taken verrichten die ver onder hun niveau liggen. Als ze maar iets bij kunnen dragen aan deze crisis.”
Een veel gehoorde kreet onder zorgcollega’s is dan ook: ‘Ik ga toch niet thuis zitten terwijl andere de benen onder hun lijf vandaan lopen’. En ook van buiten de zorg zijn er lieve initiatieven. “Een bosje bloemen, een reep chocolade of gratis pizza’s. Dat is erg leuk.”
Omdat de ziekte zo onvoorspelbaar is, kunnen patiënten zomaar ineens ‘onderuit’ gaan. Jonna heeft daarom veel respect voor de collega’s op de specifieke corona-afdelingen. “Zoals ik het zie, hebben collega’s die op de afdelingen waar alle patiënten bij elkaar liggen een stuk pittiger. Juist ook omdat die ziekte zo onvoorspelbaar is. Op de SEH ben je hier meer op ingericht dan op de gewone afdeling.”