We vinden het allemaal heel normaal dat mensen die in de zorg werken te maken krijgen met de dood. Daar hebben we toch voor gekozen? Maar ook zorgverleners hebben, los van hun beroep, emoties en gevoel waar ze dagelijks mee te maken krijgen. Rouwdeskundige Daan Westerink denkt dat er nog veel te halen valt binnen de zorg en zorgopleidingen.
Daan vertelt: “Vaak hebben mensen iets meegemaakt in hun leven waardoor ze voor de zorg kiezen. Je moet kijken wie er voor een opleiding binnen de zorg kiest. Wie wil arts, verpleegkundige of verzorgende worden? Wellicht waren die mensen al mantelzorger of kregen ze op jonge leeftijd te maken met de dood van een familielid. Door gebeurtenissen uit hun eigen leven maken ze vaak de keuze om binnen de zorg te gaan werken. Ze hebben oog voor de mensen in hun omgeving. Natuurlijk heeft het ook te maken met je persoonlijke eigenschappen. Kan je goed met mensen praten? Kan je goed overweg met verlies? Zet een willekeurig iemand aan een bed en diegene kan er wellicht niet mee uit de voeten.”
Zo was het ook voor Malusa. Zij startte als verzorgende nadat ze op jonge leeftijd geconfronteerd wordt met haar peetmoeder die verschillende soorten kanker krijgt. Ze ziet hoe het voor een dierbare is om ziek te worden en maakt het proces van dichtbij mee. Hierdoor ontwikkelt ze het gevoel om ook voor anderen te willen zorgen.
Professioneel met een persoonlijke touch
Vroeger werd er vaak gezegd dat het niet professioneel was om het erg te vinden wanneer er een cliënt was overleden. Tegenwoordig wordt hier gelukkig anders mee omgegaan. Waar zit de grens tussen je professionaliteit bewaken en je menselijkheid tonen? “Het is heel professioneel om het wél erg te vinden als een cliënt overlijdt”, benadrukt Daan. “Het is niet de bedoeling dat je van je voeten gezwiept wordt als het gebeurt, maar zeker de eerste keer is het heel normaal dat de dood van een cliënt je raakt. Als de situatie nog lang in je hoofd blijft hangen, is het misschien goed om na te denken of er niet meer aan de hand is. Wellicht doet een cliënt je denken aan je eigen oma en heb je haar dood nooit verwerkt. Het is dan verstandig om aan de slag te gaan met je eigen verwerkingsproces, zodat je deze last in je verdere werk niet mee blijft dragen.”
Misschien lijkt het alsof het omgaan met de dood sommige mensen heel goed afgaat. Maar vaak raakt het juist de mensen die doen alsof alles oké is. “Het is belangrijk om aan collega’s te vragen hoe het gaat, zeker wanneer er een cliënt overleden is. Vraag of ze het erover willen hebben. Bemoedig mensen om erover te praten. Wanneer je uitnodigt tot communicatie kan dat enorm helpen.”
Het kan natuurlijk ook zijn dat iemand niet wil praten. “Dan kan je alleen al zeggen: ik ben er als je het erover wil hebben. Doe dit als je ziet dat iemand het er moeilijk mee heeft, maar juist ook als je ziet dat iemand het misschien weglacht. Het is heel mooi om binnen je team te bespreken hoe je met intermenselijke relaties omgaat. Het belangrijkste is dat je niet je eigen grens overgaat en dat je het niet meeneemt naar huis. Je komt er niet onderuit dat mensen je gaan raken tijdens je werk. En dat is ook goed. Niemand wil een ijskonijn aan het bed, maar iemand met gevoel wanneer je zelf kwetsbaar bent.”
Een slingerend proces
Het rouwproces ie een slingerend proces. De juiste balans vinden is daarom heel belangrijk, vertelt Daan. “In de zorg ga je de dag nadat je een overlijdensgeval hebt gehad, gewoon weer naar je werk toe. Het is daarom des te belangrijk om plekken op te zoeken waar je ook hele fijne ervaringen hebt gehad. Het slingerproces houdt in dat je de balans vindt tussen iets fijns doen en je bezighouden met verwerking. Als je alleen maar bezig bent met een van de twee dan gaat het niet goed. Je moet zoeken naar een balans om te kunnen verwerken. Zoek bijvoorbeeld collega’s op nadat je de lege kamer van een overleden cliënt hebt gezien. Je hoeft daar niet ingewikkeld over te doen, maar praat vooral over de impact die het heeft op de werkvloer.”
Daan wil tot slot nog een tip meegeven, vooral gericht op opleidingen en begeleiders. “Er is veel kennis binnen de zorg, maar vooral over lichamelijke handelingen. Kijk juist ook eens naar de mentale impact die bij het werk komt kijken. Zeker voor mensen die net zijn begonnen met werken. Zorg dat ze voorbereid zijn wanneer ze aan de slag gaan na hun opleiding. Je gaat mensen begeleiden die misschien heel ziek zijn en dat kan een enorme impact hebben. Het gevaar van sommige verzorgenden en verpleegkundigen is dat ze veel op hun schouders dragen en dat zien als vanzelfsprekend. Leer ze om hulp te vragen wanneer dat nodig is en leer ze dat het goed is om over hun gevoel te praten.”