Vanaf het nieuwe jaar gaat er binnen de GGZ een nieuwe wet in. De Wet Verplichte GGZ. Die moet ervoor zorgen dat er meer instrumenten komen voor verplichte zorg op maat. Een ingrijpende verandering die we graag even aan je uitleggen.
Soms moet iemand verplicht worden behandeld. Dat gebeurt als hij of zij een gevaar voor zichzelf of voor de samenleving is. Voordat iemand verplicht wordt behandeld, bepaalt de rechter of het noodzakelijk is. Ook de burgemeester kan toestemming geven, maar dat gebeurt altijd in overleg met een onafhankelijke psychiater.
Ook na 1 januari kunnen mensen verplicht worden behandeld, maar de nieuwe wet zorgt ervoor dat familie meer inspraak krijgt en dat iemand zijn leven zo goed mogelijk kan blijven leven. Nieuw is dat de geneesheer-directeur een grotere rol heeft gekregen in de voorbereiding en uitvoer van de verplichte zorg. Hij onderzoekt de mogelijkheden en de noodzaak van verplichte én vrijwillige zorg.
Ambulant begeleiden
In de nieuwe Wet Verplichte GGZ staat een gedwongen opname niet meer centraal. De wet gaat uit van ambulant behandelen en begeleiden. Het is een belangrijke ontwikkeling, omdat er zorg op maat kan worden gegeven. Dwang wordt zoveel mogelijk voorkomen en één van de doelen van de nieuwe wet is het verbeteren van de zorgkwaliteit, door multidisciplinaire voorbereiding en evaluatie van het zorgplan.
Er moet altijd naar de cliënt worden gekeken. Welke aanpak heeft hij of zij nodig? En is verplichte zorg echt noodzakelijk? Het is het uiterste middel. Dit wordt alleen ingezet als er geen mogelijkheden voor vrijwillige zorg meer zijn. En dan nog, mag het alleen maar zo kort als mogelijk is.
Zelfzorg
Een belangrijk doel van de wet is dat mensen zelf meer mee gaan praten over de zorg die ze krijgen en hoe die er dan uit gaat zien. Ook de familie mag meepraten. Daarnaast gaat de gemeente kijken naar hoe iemand zoveel mogelijk deel kan uitmaken van een maatschappelijk leven. Zo kan een patiënt misschien thuis blijven wonen, of nog een beetje werk doen.
Een andere belangrijke verandering is dat de verplichte zorg niet meer in een zorginstelling gegeven hoeft te worden. Dat kan ook in een polikliniek. Of thuis, bijvoorbeeld voor het toedienen van medicatie. Gedwongen opname is een laatste redmiddel, juist omdat het zo ontzettend ingrijpend is voor de patiënt.
Taal
Voor zorgaanbieders betekent de wet dat er meer wordt samengewerkt en dat de taal in sommige gevallen verandert. Zo spreken we niet langer van ‘gevaar’, maar van ‘schade’. ‘Geen bereidheid vrijwillige zorg’ verandert naar ‘verzet tegen verplichte zorg’, ‘instellingsgebonden’ naar ‘persoonsvolgend’ en ‘rechterlijke machtigingen’ wordt ‘zorgmachtiging’. Je ziet dat deze taal patiëntvriendelijker is geworden, dat is ook het doel van de wet. Daarom wordt een ‘behandelplan’ een ‘zorgplan’. Er verdwijnen meer termen, zoals ‘inbewaringstelling’, dat wordt een ‘crisismaatregel (evt. ambulant)’. En een ‘geneeskundige verklaring’ wordt een ‘medische verklaring’.
Tot 1 januari geldt de Wet Bopz nog, deze vervalt zodra de Wet Verplichte GGZ ingaat.