Het is subtiel, het is onzichtbaar, het is niet te grijpen, het is sluipend, het is een moordend. Er zijn vele soorten mishandeling. Van financiële uitbuiting tot seksueel geweld. Of goedbedoeld advies, met een averechtse werking. Het is lang niet altijd zichtbaar, maar deze keer was het overduidelijk.
Als verpleegkundige in de wijk kom je bij iedereen thuis. Jong, oud, groot, klein, harmonieuze gezinnen, complexe gezinnen en situaties waar je amper grip op hebt of krijgt. Je hebt scherpe ogen en gevoelige zintuigen. Want als je ouderenmishandeling wil herkennen, moet je er alert op zijn. Ik hou het op ouderenmishandeling omdat dat is wat ik met regelmaat tegenkom in de wijk.
Zo had ik laatst een cliënt in de wijk. Een alleenwonende, kwetsbare vrouw die weinig mantelzorgers om zich heen heeft. Ze kan niet goed meer haar eigen huishouden verzorgen, maar heeft een hulp van een grote organisatie. Deze hulp doet alles met de Franse slag. De woning heeft al jaren achterstallig onderhoud en dingen die kapot zijn worden niet gerepareerd. Ze wil van alles, maar niets lukt meer zelfstandig en dat is moeilijk te accepteren. Wij van de thuiszorg komen een paar keer per dag voor de broodnodige zorg. Ze wil het liefst in een aanleunwoning wonen, maar weet niet hoe ze haar huis moet verkopen. ‘Gelukkig’ komt er mantelzorger die het huis ver onder de marktwaarde kan verkopen voor haar. Door doortastend optreden van de thuiszorg is dit niet gebeurd. Daarna valt ze en wordt ze opgenomen. Als ze weer naar huis komt, is het huis leeg. In dezelfde bevuilde situatie als toen ze uit haar vertrouwde huisje vertrok. Zodanig is haar mantelzorger betrokken. Ongedierte loopt in huis, er is geen eten en drinken en de meiden uit de thuiszorg nemen een patatje, ijsje en brood voor haar mee. Er is geen geld, geen schone kleding, geen eten en drinken, geen krant, geen telefoon en geen tv. Het is een situatie die je aan het hart gaat.
Meerdere keren dringen mijn collega’s op actie aan, en ik doe het. Ik wil overleggen met mantelzorgers, maar de een na de ander haakt af of neemt de telefoon niet op. Ik begrijp dat het moeilijk is. Deze cliënt is ook ietwat eigenwijs, maar ze wil zó graag in haar huisje zijn. Het is alleen niet meer verantwoordelijk. Ik regel dat ze terug gaat naar de afdeling. Daar is het warm, daar is er eten en drinken, daar is een schoon bed en daar zijn er sociale contacten. De mantelzorger was in alle staten en was boos dat ik mijn cliënt met mijn professionele mening weer op heb laten nemen. Omwille de privacy kan ik geen gedetailleerde informatie geven, maar geloof me dat er veel geregeld was om mevrouw van haar mooie huisje te laten genieten. Beloftes om het schoon te maken, dan wel op te knappen zijn door de mantelzorger niet nagekomen. Ze heeft dagen zonder een maaltijd geleefd, terwijl er beloofd was dat er elke dag voor eten gezorgd werd. Het was een mensonterende situatie.
Dit was een vorm van verwaarlozing waarbij je op tijd kon ingrijpen. Gelukkig maar. Je wil het beste voor je cliënt, je wil zoveel mogelijk tegemoet komen in de wensen en daarmee in de kwaliteit van leven. Afgelopen week heb ik haar even bezocht. Ze was boos. Boos op het leven. Boos op wat haar is overkomen. Boos dat ze niet naar huis kon, want ze zag dat dit geen leven was. Ze pakte mijn hand, ze keek me aan. Ik was bang voor wat komen ging. “Jij bent toch Katinka he?” Ik knik. “Bedankt voor alles”. Ik voel de tranen branden en denk aan de dagen dat ze geen eten heeft gehad, behalve wat de thuiszorg had meegebracht. Ik heb het niet gedaan, maar de collega’s waren zo alert en hebben aangegeven dat er actie nodig was. Ik heb alleen even gebeld met de afdeling om te zorgen dat ze weer terug kon komen.