Oncologieverpleegkundige Lotte werkt in een zelfsturend wijkteam. In haar werk ziet ze veel terminale- en palliatieve zorg. Dit maakt niet alleen diepe indruk op de cliënt en zorgverleners, maar zeker ook op de naasten. Lotte deelt haar verhaal over het leveren van complete zorg.
Op papier was ze in de zeventig, maar door haar uitstraling en doen en laten had ik haar jonger geschat. Ze werd in zorg gemeld door de huisarts, met als vraag om in te schatten welke zorg zij nodig had. De verwoestende diagnose uitgezaaide kanker had haar bereikt en de behandelopties waren op.
Snel achteruit
Als oncologieverpleegkundige maakte ik kennis met mevrouw en haar tien jaar oudere echtgenoot. Mevrouw oogde fit en opgewekt en zorgde tot nu toe voor het reilen en zeilen in huis en voor haar man. Ondanks haar diagnose genoot zij volop van het leven en was nog lang niet klaar om dood te gaan. Ze stelde het op prijs dat ik er was, maar had naast een luisterend oor nog geen andere ondersteuning nodig. We spraken een week later opnieuw af. Vanwege de diagnose vermoedde ik dat mevrouw weleens harder achteruit kon gaan dan zij zelf zou denken.
Een week later was ook haar dochter bij het gesprek aanwezig. Zij maakte zich zorgen. Mevrouw vertelde meer vermoeid te zijn en tussen de regels door meldde zij ook regelmatig te moeten overgeven na het eten. Dit baarde ook mij zorgen, maar mevrouw zelf gaf aan hier niks achter te zoeken. Toch ging zij akkoord met de afspraak dat ons wijkzorgteam dagelijks langs zou komen. Op deze manier kon het echtpaar alvast kennismaken met alle collega’s uit ons team en wij konden tijdig de zorg blijven inschatten en vervolgens uitbreiden. Vooral dit laatste bleek noodzakelijk, want haar gezondheid werd in korte tijd steeds slechter.
Complete ondersteuning
In slechts enkele weken breidden we de zorg uit van enkel begeleidingsgesprekken tot een dagelijkse controle en vervolgens van twee naar vier keer per dag ondersteuning. Mevrouw moest wennen aan de vele nieuwe gezichten in huis, maar al gauw lieten zij en haar echtgenoot dit over zich heen komen. Ze waardeerden onze aanwezigheid en in korte tijd was er veel vertrouwen opgebouwd. En toen kwam het moment waarop zij aangaf geen kwaliteit van leven meer te ervaren. Mevrouw zat enkele weken daarvoor nog vol goede moed, maar besloot nu samen met de huisarts dat zij in slaap zou worden gebracht om vervolgens na onbepaalde tijd te overlijden.
Uiteindelijk is zij na vijf dagen palliatieve sedatie overleden en is er in slechts enkele weken zoveel gebeurd dat het voor haar echtgenoot lastig te bevatten is. Wij hebben het proces samen met hem beleefd en waren aanwezig bij dit dieptepunt in zijn leven en dat schept een band. Binnenkort ga ik dan ook bij hem langs voor nazorg en om zijn ondersteuningsbehoefte in te schatten. Op deze manier bieden wij ondersteuning van het begin tot het einde van de oorspronkelijke zorgvraag. En zelfs nog daarna, want ook dat is wat de wijkzorg doet!