Vandaag start ik mijn vroege dienst bij een mevrouw met een psychotische stoornis. Ik sta voor haar deur en hoor direct veel geschreeuw vanuit de huiskamer, voor mij een teken dat het vandaag niet goed gaat. Eenmaal binnen springt ze van de hak op de tak in haar verhaal, ze is absoluut niet te volgen en enorm onrustig. Ze ijsbeert veel heen en weer, ze schreeuwt, ze vloekt. Er lijkt geen einde aan deze spanning te komen.
Het is duidelijk dat mijn cliënt in een psychose zit. Een psychose heeft tot gevolg dat iemand anders in de werkelijkheid staat of zich anders gedraagt dan voorheen. De belangrijkste symptomen zijn wanen, hallucinaties, problemen met samenhangend spreken, gedesorganiseerd gedrag en motivatieproblemen. Het hebben van wanen en/of hallucinaties kunnen het doen en laten volledig laten omslaan en dus het gedrag bepalen.
In een psychose verloopt het denken niet meer vlot en neemt iemand soms kronkels die anderen moeilijk kunnen volgen of begrijpen. Het meest opvallende is de onrust. De vele prikkels en gedachten die moeilijk te ordenen zijn voor deze persoon, maken dat hij of zij zich moeilijk kan concentreren. Hierdoor kan de onrust vervolgens nog meer toenemen.
Do’s en don’ts bij mensen met een psychose
Om goede zorg te kunnen leveren aan mensen die vanuit hun psychose veel onrust ervaren, zijn een aantal dingen van essentieel belang. De gouden tip is het proberen om zoveel mogelijk rust te creëren. De cliënt ervaart vaak erg veel angst en vindt het door wanen en hallucinaties moeilijk om anderen te vertrouwen. Probeer daarom om zelf zoveel mogelijk rust en veiligheid uit te stralen, zowel verbaal als non-verbaal. Dit kun je doen door bijvoorbeeld zo kalm mogelijk te reageren. Boosheid en irritatie werken namelijk averechts.
Zorg er ook voor dat je de cliënt niet op de huid zit, maar de ruimte geeft die hij of zij nodig heeft. Wanneer hij of zij vraagt om met rust gelaten te worden, is dat prima. Respecteer deze wens, maar vergeet niet om hem of haar regelmatig op te blijven zoeken. Hoewel iemand in een psychose ruimte nodig heeft, doet een isolement de cliënt ook niet veel goeds. De angst zal hierdoor hoogstwaarschijnlijk alleen maar toenemen waardoor de gemoedstoestand alsmaar verslechtert.
Omdat de cliënt met een psychose veel prikkels ervaart en wellicht dingen ziet, ruikt, voelt of ervaart die er niet zijn, is het daarnaast belangrijk om de omgeving zo rustig mogelijk te houden. Ga niet onnodig naar drukke plekken waar veel mensen zijn of waar het erg lawaaierig is. Probeer externe prikkels zoveel mogelijk te reduceren, bijvoorbeeld door de televisie en radio uit te zetten tijdens een (huis)bezoek. Wil de cliënt toch graag even naar buiten, stel dan eens voor om te wandelen in het bos. De natuurlijke omgeving heeft een kalmerend effect.
Toon interesse en luister
Laat iemand in een psychose ook altijd zijn of haar verhaal doen. Stel niet te veel vragen, maar luister vooral. Een luisterend oor bieden betekent erg veel voor een cliënt en kan de-escalerend werken. Besef dat eventuele wanen en hallucinaties voor diegene op dat moment de waarheid zijn. Praat zijn of ideeën dus niet weg, ga niet mee in de psychose, veroordeel niet, ga niet in discussie en probeer diegene zeker niet te overtuigen van jouw gelijk. Toon juist interesse, neem de genoemde ideeën serieus en vraag op een rustige en geïnteresseerde manier door.
Het is voor deze doelgroep vaak lastig om bij te blijven in de huidige hectische maatschappij. Help de persoon daarom ook zeker bij het oppakken van normale dagelijkse dingen, zoals de zelfzorg, huishoudelijke taken, het werk, de dagbesteding, het zien van vrienden en familie, etc. Structuur, rust en regelmaat zijn daarbij heel belangrijk, maar vind wel een structuur die de persoon zelf prettig vindt. Om tot het beste resultaat te komen, ga je samen in gesprek en houd je rekening met de behoeften van de cliënt.
Dit zijn precies de onderdelen die ik meeneem in mijn aanpak bij mijn gespannen cliënt die morgen. Ik luister, luister en luister. Ik ga rustig naast haar zitten en probeer ondanks haar hectiek zelf de rust te bewaren. Ze lucht haar hart en na tien minuten merk ik dat de spanningen zakken. Ze stopt met vloeken en ik hoor een diepe zucht. “Zo, dat lucht op! Bedankt dat je er voor me was”, zegt ze. Met een opgeheven hoofd kan ik door naar het volgende huisbezoek.