Manipulatief gedrag wordt vaak gezien als een kenmerk van mensen met een persoonlijkheidsstoornis. Wat hier nu precies onder wordt verstaan en wat je ermee moet, is niet uitgebreid beschreven. In de praktijk ervaart verpleegkundige Birgit soms splitgedrag van een cliënt. Ze merkt dat ze dit nog altijd even lastig vindt en vertelt erover.
Een mogelijke omschrijving van manipulatief gedrag zou kunnen zijn: doelgericht, leugenachtig en dwingend gedrag, zonder rekening te houden met belangen of gevoelens van anderen. Verpleegkundigen breiden de definitie vaak uit met splitsen/splitgedrag, misbruik maken van vertrouwen, bewust ondermijnen, intimideren, omkopen, vleien, corruptie en bedreigen. Ook ik merk het splitsen op tijdens mijn late dienst in de ambulante psychiatrie.
Als verpleegkundige in de ambulante sector ga je vaak alleen op pad. Bij het ene huisbezoek geef ik medicatie onder toezicht en bij het andere huisbezoek maak ik gebruik van de tijd om de gedachten en gevoelens van een cliënt uit te vragen. Al gauw vallen er verschillende namen van andere collega’s in het gesprek. En niet in positieve zin. Ik schrik ervan, de cliënt uit erg veel onvrede over mijn collega’s en er lijkt voor haar geen rem aanwezig te zijn. Het komt naar mijn mening erg verwijtend over. Ik vind het zelfs wat intimiderend overkomen hoe mijn cliënte over hen praat en ik merk dat ik niet meer op mijn gemak ben bij haar in huis.
Grenzen aangeven of niet
Ik begin de strijd vanbinnen met mezelf te voelen: ga ik er wat van zeggen of niet? Enerzijds vind ik het namelijk abnormaal hoe er over mijn collega’s wordt gepraat en wil ik dit graag doorbreken. Ik zou het zelf ook niet prettig vinden als er bij een andere collega zo gepraat over mij gepraat wordt en die collega het dan ook niet af zou kappen. Anderzijds ben ik bang dat mijn band met de cliënte hierdoor beschadigd, zeker omdat deze zij nog niet lang bij ons in zorg is. Ondanks deze innerlijke strijd kies ik ervoor om er toch wat van te zeggen. Het gaat mijn eigen grenzen over en daarom vind ik het belangrijker om hiervoor op te komen, dan de vertrouwensband die mogelijk geschaad wordt te redden en er niks van te zeggen. Daarnaast vind ik het oneerlijk voelen voor mijn collega’s.
Ik geef duidelijk terug aan de cliënte dat eventuele onvrede met de desbetreffende persoon besproken dient te worden en dat ik mijzelf er niet prettig bij voel als dit bij mij wordt gedropt. Ik geef aan dat dit mijn eigen grenzen overgaat en de cliënte stopt meteen. Er valt een stilte die voor mij wat ongemakkelijk aanvoelt. Heb ik onze band nu verpest? Wil ze nog wel andere dingen met mij delen of ben ik nu ook het zwarte schaap? Na een paar minuten besluit ik het huisbezoek af te ronden. We hebben het nog kort over wat luchtigs waarna het contact goed afgesloten kan worden.
Altijd blijven communiceren
Eenmaal terug op kantoor heb ik het er meteen met collega’s over. Heb ik wel goed gehandeld door er iets van te zeggen? Mijn collega’s geven duidelijk aan van wel. Achteraf gezien is dit ook zeker het beste geweest. Als ik er niets van had gezegd, dan had het zich van kwaad naar erger kunnen ontwikkelen ten nadele van vrijwel alles: de werksfeer, de gemoedstoestand van de cliënte én van mijzelf. Het splitsende gedrag van een cliënt kan dit allen zeer negatief beïnvloeden en dat wil je liever voorkomen.
Een ondersteunend, sterk team en reflectie op eigen gevoelens en motieven kunnen helpen om extreme achterdocht te hanteren. Communication is en blijft key, blijf eerlijk tegen elkaar (zowel naar de cliënt als naar jouw collega’s) en praat er openlijk over met zijn allen. Organiseer bijvoorbeeld een intervisiebijeenkomst in teamverband of bespreek de situatie op een rustig moment met jouw collega(‘s). Blijf ook altijd jouw eigen grenzen aangeven en geef het eerlijk toe als iets wat besproken wordt niet lekker voelt. Want je weet wat ze zeggen: eerlijkheid duurt het langst.