De zorg is mensenwerk. Dat betekent dat er soms misschien ook situaties zijn waarbij je even niet zeker weet of je nou eigenlijk goed gehandeld hebt. Heb je geen fout gemaakt? Heb je niets over het hoofd gezien? Oncologieverpleegkundige Noah deelt een recente ervaring die haar aan het twijfelen bracht.
Ik zorg een aantal dagen achter elkaar voor een oudere patiënt die recent is gediagnosticeerd is met acute myeloïde leukemie (AML). Hierdoor zijn de bloedcellen van de patiënt niet in orde en is het noodzaak dat er zo snel mogelijk gestart wordt met chemotherapie.
Start chemotherapie
Er wordt gestart met azacitidine. Deze kuur bestaat uit dagelijks twee subcutane injecties gedurende zeven dagen. Het is vrij intensief voor de patiënt om iedere dag naar het ziekenhuis te komen, maar doordat azacitidine weinig bijwerkingen geeft en wel goed werkt bij acute myeloïde leukemie is het een goede behandeloptie bij de oudere patiënt.
Tijdens de opname is de patiënt extreem vermoeid. Dat komt door zowel zijn lage Hb als de impact van het nieuws en alles wat op hem en zijn familie afkomt. De patiënt komt zeer bescheiden over, hierdoor ben ik altijd extra alert op problemen en zet ik zo vroeg mogelijk interventies in.
De patiënt geeft aan heel graag naar huis te willen. Het wordt hem allemaal te veel en hij wil graag in zijn eigen omgeving zijn met zijn lieve familie om hem heen. De diagnose is rond en het behandelplan is ingezet. Er is dus geen directe reden om de patiënt nog in het ziekenhuis te houden. Ik overleg met de artsen en ook deze zijn akkoord. De patiënt mag in de middag met ontslag.
Omdat hij is gestart met de zevendaagse kuur komt hij de volgende dag terug, dit keer in bijzijn van zijn dochter. Omdat dit pas de tweede gift is wordt de patiënt een uur na toediening geobserveerd en worden er extra controles gedaan. Uit de observatie en de extra controles komen geen bijzonderheden. De patiënt mag een uur later met ontslag.
Heb ik iets gemist?
De volgende dag worden we gebeld door familie van de patiënt. De patiënt zal vandaag niet komen voor de behandeling want hij is in zijn slaap overleden. Het nieuws slaat bij mij in als een bom. Ondanks dat ik weet dat AML plots snel achteruit kan gaan en de patiënt al op leeftijd was, schrik ik ervan. Ik heb de patiënt namelijk een dag eerder nog gezien en ondanks de extreme vermoeidheid zag ik niks geks. Ook de controles van de vitale functies waren normaal. Heb ik dan iets gemist? Ik kan het me niet voorstellen, maar toch twijfel ik aan mezelf.
Chemotherapie controleren we altijd met twee oncologieverpleegkundigen, zowel bij de computer als bij de patiënt, om zeker te weten of we de juiste behandeling aan de juiste patiënt geven. De collega waar ik een dag eerder samen de chemotherapie mee controleerde werkt vandaag gelukkig ook. Hierdoor kan ik gelijk mijn onzekerheid wegnemen op de vraag of ik iets gemist heb. Ook hij had geen afwijkende dingen gezien.
Het is fijn om zo’n situatie meteen met collega’s te kunnen bespreken. Dit kan ervoor zorgen dat je onzekerheden en eventuele schuldgevoelens weg worden genomen. Ik kan het nu een plekje geven en hoop dat de patiënt meer ellende bespaard is gebleven.