Het begrip eenzaamheid heeft de laatste maanden volop aandacht gehad. Met name het vereenzamen van de ouderen in de verpleeghuizen was hierbij een hot item. Wanneer we aan eenzaamheid denken, denken we al gauw aan ouderen. Maar wat nu als je jong bent en het gevoel van eenzaamheid om de hoek komt kijken?
Eenzaamheid is een ruim en subjectief begrip, dat iedereen op een andere manier ervaart en waar ieder op zijn eigen manier mee omgaat. Het is iets dat je voelt, maar voor de buitenwereld niet zichtbaar is. Vaak gaat het gepaard met gevoelens van schaamte waardoor het signaleren van eenzaamheid niet gemakkelijk is. Alleen zijn hoeft niet per definitie te betekenen dat je ook eenzaam bent. Andersom kan je je ook alleen voelen terwijl je omringd wordt door vrienden.
Eenzaamheid is niet altijd zichtbaar
In de zorg zie ik eenzaamheid vaak voorbijkomen, in verschillende vormen. Mevrouw Janssen is hier een voorbeeld van. Een paar dagen geleden werd ze met een longontsteking opgenomen op de afdeling. Ze oogt vrolijk, is erg dankbaar en altijd in voor een praatje.
Wanneer ik haar dossier lees, zie ik dat ze nog maar een klein sociaal netwerk heeft. Ze heeft geen kinderen en haar echtgenoot, waar ze mantelzorger van was, is recent overleden. Doordat ze een CVA heeft doorgemaakt, is ze verminderd mobiel. Daardoor is zelfstandig het huis uit gaan niet meer mogelijk voor haar.
Tijdens een gesprek vertelt mevrouw Janssen over haar sociale isolement. Jarenlang heeft ze voor haar echtgenoot gezorgd, maar nu staat ze er alleen voor. Als verpleegkundige bied ik haar een luisterend oor. Ik leg mijn hand op haar schouders en laat haar weten dat ik er voor haar ben.
Ik ben nieuwsgierig naar haar levensverhaal en besluit nog even in gesprek te blijven. Ondanks dat ik aan de buitenkant niet zie hoe eenzaam zij zich voelt, schuilt er toch een hoop verdriet in haar. Eenzaamheid zie je niet, dat voel je.
Mijn collega’s hebben geen idee
Als jongere staat het begrip eenzaamheid meestal ver van je af. Je staat midden in het leven, hebt volop sociale activiteiten en bent omringd door een partner, kinderen, vrienden en familie. Dit geldt helaas niet voor mij. Ondanks dat ik voldoende sociale contacten heb, breng ik mijn vrije dagen meestal alleen door. Ik ga liever werken dan dat ik steeds weer moet horen dat mensen geen tijd voor me hebben.
Tijdens de pauze praten mijn collega’s volop over hun weekendplannen, sociale activiteiten en gezinsleven. Dan vragen ze naar mijn plannen. Ik antwoord kort dat het mijn werkweekend is en ik verder wel even zal zien. Ik merk aan mezelf dat ik dit soort gesprekken liever uit de weg wil gaan. Ik vind het confronterend en het raakt me. Het wekt gevoelens van teleurstelling en jaloezie bij me op. Ik zou ook supergraag overvolle weekenden willen hebben, maar helaas is het voor mij anders. Ik ga maar weer werken.
Mijn collega’s hebben geen idee van het eenzame gevoel dat ik dagelijks ervaar. Ik doe me altijd vrolijk voor, maak veel contact met mijn collega’s en werk met een lach op mijn gezicht. Een lach waarachter een traan schuilgaat. Uit schaamte besluit ik mijn gevoel van eenzaamheid niet te delen en het weg te slikken. Ik loop even weg en neem een momentje voor mezelf. Diep van binnen voel ik me weer zó alleen!
Tijdens mijn werk voel ik de eenzaamheid niet
Als verpleegkundige zijn we opgeleid om zorg te dragen voor een ander. Daarbij vergeten we onszelf wel eens en voor mij is dit een verademing. Doordat mijn focus op de patiënt ligt, ontstaat er even rust in mijn hoofd. Het geeft me positieve energie en het gevoel nodig te zijn. Even dwalen mijn gedachtes af en vergeet ik dat eenzame gevoel.
Helaas is het tijd om mijn dienst over te dragen. Mijn collega’s zijn blij dat het er weer op zit. Voor mij is dit een moment waar ik tegenop zie. Ik sluit de deur van het ziekenhuis achter me en direct is het er weer, dat stukje eenzaamheid.